donderdag 15 november 2012

Tuinlijst part 3


Pestvogel  Delfzijl

Elke vrijdagavond vind er meestal een kort overleg plaats bij ons thuis tussen mijn zwager en ik zei de gek. Binnen 15 minuten passeert de hele vogelwereld de revue, wie en wat zit waar en wat gaan we doen in het weekend. Vrijdag grapte ik tijdens het overleg dat hij, mijn zwager, zaterdag maar even in Delfzijl wat Pestvogels moest gaan zoeken terwijl ik in Drenthe naar een verdwaalde Roodstaart ging kijken. Zaterdag ging om 11 uur de telefoon en ik nam hem op met de vraag, waar moet ik wezen? Aan de andere kant van de lijn viel de vraag, waar moet je wezen voor wat? Nou ik dacht dat jij vandaag even wat Pestvogels voor mij zou gaan zoeken in Delfzijl? Owh is dat zo!! Ja volgens mij wel, of ben je daar nog niet mee begonnen? uhhh nee eigenlijk niet klonk de stem aan de andere kant van de lijn. Nou dan zou ik daar maar eens vlotjes mee beginnen als ik jouw was. De andere kant van de lijn kon er de humor wel van in zien en met een, ik zal mijn best doen eindigde het telefoon gesprek. Een half uur later ging de telefoon weer, je moet aan de Coehoornsingel zijn want daar zit een groepje van ruim 30 vogels! Het zal deels stom toeval zijn met een hoge voorspelbaarheid's factor, Delfzijl scoort altijd goed in influx jaren van Pestvogels, maar erg grappig is de hele actie wel. Bij aankomst in Delfzijl bleken er geen 30 maar 60 Pestvogels aanwezig te zijn langs de singel en de groep zou een dag later groeien naar bijna 80 vogels. Zondag stond ik wat aan te kloten met onze hond achter ons huis toen mijn oren gestreeld werden door het ozo herkenbaar geluid van roepende Pestvogels. Met een snelle blik pikte ik 7 overvliegende Pestvogels op en met deze waarneming voegde ik, na een lange stilte, eindelijk weer eens een nieuwe soort toe aan mijn al zo lange tuinlijst. Hou uw oren en ogen open als u buiten bent de komende tijd want de Pestvogel invasie is in volle gang.     
   

woensdag 14 november 2012

Dipper


Roodhalsgans  Hoeksmeer

Na het Kranen geweld in Duitsland sta je voor je het weet gewoon weer met beide voeten in de Groninger klei om de draad weer gewoon op te pakken. Net als in elk najaar duiken de wintergasten ook nu weer in grote aantallen bij bosjes, maar ook in het open veld natuurlijk, op. Een flink aantal Kramsvogels, Koperwieken, Ganzen en eenden lijken hun weg naar het Oldambt weer gevonden te hebben en doen zich tegoed aan de lokale versnaperingen. Aangezien ik de laatste maand veel tijd in het westen van het land doorbreng, wat is het gezellig druk daar mensen, lijkt mij voornemen om het jaarlijst record te breken her en der wat scheuren op te lopen. Zo wist ik de Waterspreeuw van Wittewierum glansrijk te missen en dat doet pijn, erg veel auwh zelfs. Graag had ik deze soort aan de lijst toe willen voegen maar daar dacht het beestje echt anders over want op zaterdag was de vogel gevlogen, wat een dipper van jewelste. Wel wist ik nog een Europese kanarie en de Pestvogel aan de lijst toe te voegen wat de stand op 261 brengt, nog 6 soorten, pfffh, te gaan dus. Gewoon door gaan met zoeken dus, iets wat trouwens de laatste weken 2 Bladkoningen, Meerdere Zeearenden, 4 Roodhalsganzen, 3 Pontische meeuwen en het eerste groepje van 500 Fraters opleverde.
  

Pontische meeuw  2e winter  Oterdum


Oosterse Zwarte roodstaart   Rolde

Geheel van een andere orde is de vondst van een Oosterse Zwarte roodstaart op een maïsakker nabij Rolde in Drenthe. Dit broertje van onze Zwarte roodstaart komt normaal gesproken voor te oosten van Turkije en dit is dus duidelijk een gevalletje van even het padje kwijt, iets wat de aanwezige vogelaars niet erg lijken te vinden want de vogel mag op veel bekijks rekenen. Het vogeltje lijkt zich niet bewust van zijn eigen zeldzaamheid want hij doet iets wat normaal de vogelaar hoort te doen, hij sluipt naar de camera's en de camera's niet naar hem, mafkees. Je vraagt je bij dit geval dan ook af wie wie nou eigenlijk lastig valt. Maar even alle gekheid op een stokje, of maisstengel, dit zijn dus wel de vogeltjes waar je het warm van krijgt op een regenachtige zaterdagmorgen omdat je weet dat het van erg ver komt en omdat het behoorlijk afwijkt van onze eigen Zwarte roodstaart. Ik draai er niet om heen, maar ik heb ook dit jaar als een klein kind weer zitten wachten op de dag dat hij weer zal komen. Nu heb ik het niet over die ranzige oude katholieke man met dat enge rode gewaad aan maar over mijn grote vriend Harry de Geelpootmeeuw, en zie hier onder, Harry is voor het zevende jaar op rij wederom weer back in town. 
 

zondag 11 november 2012

Diepholz


Er zijn voor de vogelaars onder ons van die dingen die je ooit eens gedaan of gezien moet hebben. Een bezoek aan Diepholz in Duitsland is een van die "most do things" die al een hele tijd op mijn verlanglijst stond maar elk jaar bleef het er bij omdat er telkens wel weer wat anders tussen kwam.  Toen het idee werd geopperd om ons jaarlijks zwanenvangers uitje plaats te laten vinden in het Kraanvogel paradijs Diepholz stemde ik volmondig toe, goed idee en ik ga mee. 
    

We hadden de laatste weekend van oktober uitgekozen om te gaan omdat in die periode het aantal Kraanvogels lekker hoog is. We hadden geen betere dag kunnen kiezen want het was, buiten de snijdende koude wind en de vorst om, heerlijk weer. Het had de nacht voor ons vertrek aardig gevroren en de twee uren durende rit op de Deutsche autobahn naar Diepholz werd gevuld met gladde bruggen, veel strooi zout, een bauhstelle van 20 kilometer lang (daar moet je in Nederland mee aankomen!!) , git zwarte koffie en een muziekje van Snowpatrol. Allemaal erg onderhoudend en vermakelijk dus. 
      

Net toen het er even op begon te lijken dat we door een iets te dikke Duitse trucker in de vangrail gedrukt zouden worden, waarvoor nog heel veel dank Heinz oder Gunter of zo iets, klonk vanuit de Tomtom, bestemmung bereikt. We waren aangekomen in het Kranen paradijs, een gebied die ik alleen maar kende van verhalen en waar ik maar moeilijk een beeld bij bedenken kon. Een van de groepsleden was kort voor ons bezoek al op verkenning geweest en wist exact waar het feestje voor ons zou gaan beginnen. Als we hier naar links afdraaien dan komen we zonder enige twijfel de eerste groepen vogels al wel tegen, klonk er uit de portofoons. Ik ben benieuwd, kom maar op met die hap. links af, auto in de berm, even een korte plas pauze en tadaaah daar hebben we de eerste groep van een Kraantje of 250 al te pakken!! , iets wat direct al erg veel indruk op mij gemaakt heeft want nooit eerder zag ik zoveel van deze grote vogels bij elkaar. Na deze groep bekeken te hebben doorkruisen wij het gebied die voornamelijk bestaat uit smalle slecht onderhouden landwegen met aan weerszijde erg veel maïsakkers en ruigte gebieden. Op bijna elk perceel lopen wel Kraanvogels te fourageren en overal waar je kijkt vliegen Kraanvogels rond alsof het Houtduiven zijn. Hier 180, daar 100 en om de hoek nog eens 400 en het houd maar niet op. 
    

Na een halve dag rondrijden in het gebied vraag ik me af, wat is nou de magie van het gebied rond Diepholz? Waarom hier wel en een paar kilometers verder op niet? Het antwoord op die vraag moet wel in de combinatie van veel voedsel en de nabij gelegen hoogveengebieden liggen want van de schoonheid van de regio en zijn bevolking hoeven de vogels het niet te hebben. Met name de bewoners, en zelfs oom agent, kwamen op ons over als een stelletje sjagerijnen want overal waar wij kwamen dook wel een pissig kijkende Duitser op. Of dit het gevolg is van eeuwen lange inteelt of dat het gewoon een lokaal trekje is zal altijd een vraag voor ons blijven, Erg "klant" onvriendelijk is het wel in elk geval en je gaat je er bijna ongewenst bij voelen.


Naast de vele honderden Kraanvogels bezochten wij ook nog de hoogveengebieden die systematisch naar god geholpen worden door onze oosterburen. Met grote happen tegelijk word de turf in de gebieden omgezet in potgrond voor huis, tuin en keuken gebruik. Menig natuurbeheerder in Nederland zou stijl achterover slaan bij het zien van de drooglegging en de verwoesting van de veengebieden die ooit een rijke diversiteit aan soorten moet hebben gekend maar nu een woestenij van Pijpestrootjes is geworden. Als je dan hoort dat het afgraven van het veen nog jaren door mag gaan dan zakt je de moed behoorlijk in de schoenen.
 


Ook zo iets wat ik een keer moet doen, zo,n mooi bord lenen van onze oosterburen voor aan de schutting.


Na een dag rond hangen in het gebied komt aan het einde van de middag de grand finale op de slaapplaats. Alle Kraanvogels die we eerder die dag op de akkers zagen fourageren komen in de schemering naar het hoogveen om samen de nacht door te brengen. Bij de uitkijktoren van het Geesmoor hadden veel vogelsinti's en andere zigeuners hun camper al gezellig bij de toren neer gezet, ik dacht werkelijk dat er iemand een camping was begonnen maar dat bleek niet het geval te zijn. De toren zelf puilde uit van de vogelaars die als een stel Haringen in een ton op de uitkijk stonden, het deed ons er aan het spel "de toren van Pisa"denken maar dan zonder de naar buiten vallende poppetjes (al zou het wel leuke foto's opleveren bedachten wij zo)
Wij kozen er voor om ons niet te laten pletten door een menigte Duitsers en parkeerden onze auto's langs de moordamm, iets wat overigens niet mag maar ach, we raakten al gewend aan de norse blikken van de locals en waagden het er maar op. De groepen Kraanvogels druppelden beetje bij beetje binnen en pas toen de hemel geel begon te kleuren door de onder gaande zon leek de pleuris uit te breken boven het moor en ik betrapte mij er zelf op dat ik met een brokje in mijn keel naar een buitengewoon schouwspel stond te kijken. De kleinere groepen maakten plaats voor zwermen van vele honderden vogels en er leek maar geen einde te komen aan de lange slierten Kraanvogels. Over het moor klonk een groot concert van roepende Kraanvogels welke afgewisseld werd door grote aantallen Rietganzen die net als de Kranen ook in het moor slapen. Om het feest nog wat meer smaak te geven kwam een Zeearend vrolijk over ons heen gevlogen wat het ohhh gehalte nog iets omhoog trok. Net voor alle voeten van de groepsleden bijna bevroren waren en de nacht bijna over het moor was gevallen hielden we het voor gezien, het was tijd om weer terug te gaan naar het Oldambt. Na jaren heb ik eindelijk een beeld bij de naam Diepholz en voor de mensen die dat nog niet hebben kan ik maar een ding zeggen, ga, kijk en verwonder u over een adembenemend schouwspel.

    

woensdag 17 oktober 2012

Berm


Kuifaalscholver  Juveniel  Eemshaven

Nu de herfst zich weer van zijn beste kant laat zien, met een verkeerde wind weliswaar, zijn de bermen van de smalle polder wegen de uitgelezen plek om je auto van kleur te laten veranderen. Met enige regelmaat hoor ik van mijn vrouw dat ik de auto wel even met een sopje af mag nemen maar tegen de klei van de Dollardpolders er is geen sop op gewassen. Bij elk bezoek aan de polders glijden de bandjes als een mes door de natte bermen om vervolgens weer terug te glibberen naar het, vaak net zo glibberige, wegdek. In deze tijd van het jaar moet elke bestuurder, bij het passeren van een tegenligger, het gas dus even loslaten . Over het algemeen gaat dat alles goed maar soms lijkt het er op dat wanneer de tegemoet komende auto groter is dan mijn Polo de bereidheid om aan de kant te gaan af neemt. Gek genoeg zijn het vaak de knakkers die in een PC hoofdstraat trekker door de polder rijden totaal geen zin hebben om ook maar een centimeter aan de kant te gaan. Van deze bakken zou je juist verwachten dat ze even lekker door de klei zouden willen baggeren maar niets is minder waar, de heilige koe word er vies van en dat mag blijkbaar niet, sukkels. Dit alles brengt mijn naar een natte herfstdag van een paar jaar geleden. Het was oktober en zoals gebruikelijk maakte ik die dag een rondje door de polders. In de Carel Coenraadpolder doemde aan de horizon een auto op die met een aardige snelheid mijn kant op kwam. In een mum van tijd stond de auto voor mijn neus en in tegenstelling tot mijn Polo had de bestuurder van de Audi A6 de gang er nog aardig in. Nu lijkt het er wel eens op dat er in de polders geen wetten gelden maar een wet is er ten alle tijden van kracht, jij niet aan de kant! dan ik ook niet. Met een tikje aan het stuur werd de Polo op het laatste moment de berm in gestuurd en dat was iets wat de bestuurder van de Audi niet lukte. Omdat de berm nat, en dus glad, was verdween de Audi met een nette snoekduik op de naastgelegen sompe natte akker. Met een eigen schuld dikke bult gevoel ging ik toch maar even kijken hoe het er met de tegenstander voorstond, je weet immers maar nooit. Een keer bij de auto aangekomen kwamen drie heren in net pak en een stropdas om over de, over hun lakschoenen knijpende, klei maar de kant van de weg gelopen, of iets wat daar op lijken moest. Je zou haast zeggen dat je het dit soort mannen gunt om kennis te maken met de Groninger klei maar ach u kent mij, dat doe ik niet. De bestuurder probeerde in het bijna onverstaanbaar hoog Hollands, die voorzien was van een dikke R, mij de schuld van het hele voorval in de schoenen te schuiven maar daar stapte hij na wat uitleg van de wet van de polder snel weer vanaf. En wat nu? doe hest een trekker neudeg mienjong, most mor eefkes bie dai boer doar vroagen ! Behulpzaam als ik ben wees ik naar een boerderij die slechts op een 400 meter van ons verwijderd was en merkte nog op dat het te voet best te doen was. Na wat discussie of  het nu een trekker of een tractor moest worden die ze nodig hadden nam ik met een beste mor weer manlu afscheid van de beteuterd kijkende stropdassen. Het moraal van dit verhaal mag u nu wel duidelijk zijn, herfst in de polder, gas terug. Na het lekkere weekend op Rottumerplaat van vorige week leek het er op dat ik het afgelopen weekend in een after party beland was want na het zien van een Zeearend, een Roodhalsgans, 3 Pontische meeuwen, een Beflijster, een Dwerggans en een Kuifaalscholver (de laatste twee waren nieuw voor de jaarlijst Gr) mag je wel van een klein feestje spreken, en voor de Facebook liefhebbers, het is weer niet bij mij thuis deze keer.



Ransuil  Wegbermen, ze blijven gevaarlijk.

donderdag 11 oktober 2012

De Jantjes, Rottumerplaat part 5


Ik heb het de laatste tijd druk gehad, zo druk dat het blog wat in het slob geraakt is. Om de drukte even te ontvluchten werd het wel weer tijd om de hemel van Groningen weer met een bezoekje te vereren. De weergoden bleken vrijdagmorgen niet aan onze zijde te staan want de regen kwam tijdens de overtocht met bakken uit de hemel, niet echt het weer waar je om zit te springen als je met een open Zodiacje over de Waddenzee gaat varen. Nadat de tijdelijke bewoners van Rottumeroog gedropt waren op het strand van het eiland, werd over een redelijk rustige Noordzee koers gezet naar Plaat. Of we het nu leuk vonden of niet, we moesten met ons goed gedrag, en Rottumerplaat in zicht, de Ms Harder verlaten om de laatste 400 meter tot aan het strand van Plaat met de Zodiac te overbruggen. Als een stel verzopen katten zetten we bepakt en bezakt voet op Plaat, of zoals we in Oldambt dan zouden zeggen, ik heb het er tot aan de zak deur. De regen hield de hele morgen aan, er was dus genoeg tijd om de natte prut te laten drogen en om het eiland vanuit de uitkijktoren, waar je wel lekker droog in kunt staan, te verkennen. Naast de regen begon de wind in de loop van de morgen ook nog eens aan te trekken naar een zuidwest 8, het was een gure bedoening op de eiland en het wachten was op betere tijden. Ondanks het weer leken de vogels er wel zin in te hebben. Met name de Jannen (Jan van Genten) vlogen lekker en binnen een paar uur stond de teller al op ruim 200 vogels, en dat is veel als je bedenkt dat we normaal gesproken na een bezoek aan Plaat met een paar handen vol van deze geweldige vogels thuis komt. Na regen komt natuurlijk altijd zonneschijn en in de middag klaarde het op en eindelijk konden we beginnen met iets waar we voor kwamen, de wadvogel telling. Zaterdag begon net als vrijdag met regen. Ons plan om vroeg in de ochtend naar de westpunt te lopen viel wederom in het water en na uren koffieleuten en over zee turen vanuit de toren werd het om 11 uur eindelijk droog. Met het stoppen van de regen kwam het hele eiland tot leven. Alle vogels in de bosjes  rond het huis werden actief en al gauw bleken er meerdere Beflijsters, honderd Koperwieken en vele tientallen Zanglijsters in de nacht op het eiland geland te zijn om de regen daar af te wachten. Ook 2 Bladkoningen lieten zich erg fraai zien en horen en begonnen de Keepen en piepers actief te worden.          


Bladkoning
Het werd tijd om de handel bij elkaar te pakken en koers te zetten naar de westpunt van het eiland om over zee te kijken. De wind was zaterdag west-noord west en dat kan in oktober leuke zeebeesten opleveren. De tocht van oost naar west voert langs bosjes, duinen en kwelders en de ondergrond is nagenoeg geheel begroeid of drassig wat het lopen bemoeilijkt. De vele bosjes leverden deze keer niet de gewenste leuke zangertjes op maar na het zien van een Vuurgoudhaantje, 4 Bokjes en een Grote pieper hoort u mij niet klagen. Een keer aangekomen bij de west, en kijkend over zee, waren het weer de Jannen die de boventoon voerden. In grote groepen kwamen de vogels langs het eiland gevlogen en nadat mijn tellertje 4 uur had staan ratelen stond er 570 in het schermpje, dit is niet alleen voor mij een nieuw dagrecord maar ook voor Plaat is dit aantal een nieuw record. Ik vraag me dan altijd af wat er op het tellertje had gestaan als je de hele dag op de west had gezeten? Naast de vele Jannen was de Noordzee die dag nog goed voor een Noordse en een Grauwe pijlstormvogel , meerdere Noordse stormvogels, een Vorkstaartmeeuw, een Roodkeelpieper over de telpost, een matig aantal Roodkeelduikers en de nodige Jagers. Dat smaakt altijd naar meer en wanneer de wind op zondag er nog een schepje bij op doet en naar NW draait en de zee in een grote golfslagbad veranderd dan krijg je ook meer, uhh Jannen dus. Ook nu vlogen in een paar uurtjes weer 316 Jampie's langs het eiland en hiermee kwam het totaal op een duizelingwekkend aantal van 1096 ex te staan, bizar veel voor Plaat. Ook een van de twee Bladkoningen was zondag nog aanwezig in de tuin van de woning, waar wederom weer een Grote pieper overvloog, en konden Vorkstaartmeeuw nr 2, 3 en 4 aan de lijst worden toegevoegd. U leest het al wel weer, het was weer een dolle boel in de hemel waar de soorten teller dit weekend op niet minder dan 106 bleef staan en bijna mijn oude Plaat record deed sneuvelen. En om toch maar even in het record sfeertje te blijven hangen, ja mensen het regende er bijna van, na dit bezoek aan Rottumerplaat begin ik aardig in de beurt te komen van het enige echte jaarlijst record (Boven en Jonker 2008) voor Groningen waar ik nu nog maar een paar vingers vanaf zit, we houden u op de hoogte. 


Een ongewoon welkom in de Eemshaven.
En dan komt er aan het einde natuurlijk nog een lijst van waargenomen soorten die het vermelden waard zijn, u hebt er niks aan maar het geeft wel weer een indruk waarom Plaat de hemel van Groningen is. Het is haast niet te doen in een ademteug maar vooruit daar komtie 4 Vorkstaartmeeuwen, 2 Grauwe pijlstormvogels, 2 Noordse pijlstormvogel, 2 Grote piepers, 2 Bladkoningen, 9 Noordse stormvogels, 1 Witbuikrotgans, 2 Alken, 2 Velduilen, 1 Roodkeelpieper, 4 Bokjes, 12 Beflijsters, 1 Rosse franjepoot, 3 Smellekens, 9 Grote jagers, 8 Kleine jagers, 2 Middelste jagers en last but not least 21 Roodkeelduikers. Als je met een lijst als deze bij terugkomst in de Eemshaven nog een, voor Groningse begrippen, erg ongewoon maar zeer vermakelijk ontvangst krijgt dan hebben we weer een weekend gehad waar we weer een tijd op kunnen teren.    

maandag 8 oktober 2012

Facebook


Aalscholver  

Groningen likt zijn wonden nadat een nietsontziende massa gekken, achterlijken en rand debielen een poging heeft gedaan om een van onze dorpen tegen de vlakte te werken. Vroeger hadden we voor de sloop van een dorp nog een inspraakavond voor bewoners maar dat slaan we tegenwoordig helemaal over. Nog nooit was het, dankzij dat geweldige Facebook, zo gemakkelijk om een kudde Vikingen op de been te krijgen voor een ouderwetse plundertocht in de lage landen en de jeugd lijkt er van te smullen. Een site, een moment van onoplettendheid en een dorp die in puin ligt, lang leve die sociaal  media. Nu kan ik mij vergissen maar volgens mij is er maanden geleden al iemand geweest die op Facebook, of andere bagger site, vermeld heeft dat er in de Breebaart een feestje was. Ik ben jaren lang gewend geweest aan een lege schuilhut in de Breebaart polder maar de laatste maanden moet zelfs ik een nummertje trekken om naar binnen te mogen. Met lede ogen moet ik aanzien dat er vrumd volk op "mijn" plekje zitten en dat ik ergens achter in het, inmiddels veel te kleine hokje, mij in alle bochten moet wringen om ook maar een vogeltje in beeld te krijgen. Regelmatig staat de hele parkeerplaats bij de hut bommetje vol met auto's en dan laat ik de polo maar gewoon lekker door rollen naar het volgende adres, het zal u niet verbazen dat ik u niet aan de neus ga hangen waar dat is. De drukte in de polder neemt bij tijden Lauwersmeer achtige vormen aan en de tijd dat je eenzaam en alleen uren in de hut kon zitten lijkt ver achter ons te liggen. Waar is het feestje!! nou daar is een feestje, blijkbaar. Ook de Zeehonden schutting op de dijk, die nu inmiddels (gelukkig zou ik bijna zeggen, maar dat doe ik niet) alweer in de winterstalling staat, is ook een ware hotspot geworden en deze "voorziening" , die op een verlengstuk van dat Zeehonden circus in Pieterburen begint te lijken, trok de laatste maanden complete volksstammen aan. Het wachten is op ander weer, van dat weer waarop de meeste mensen denken, nu maar even geen bezoek aan de Breebaart want dan kan ik misschien weer eens een keer in alle rust op "mijn" plekje plaats nemen.           


                         Roze spreeuw  Juveniel  Eemshaven

Het klink misschien wat down allemaal maar soms is "mijn" Breebaart niet meer de oude Breebaart polder waar ik al 25 jaar kom, de massa heeft het gebied ontdekt en de lol is er, waneer je er weer eens over de koppen kunt lopen, soms behoorlijk af.
En dan is er nog de jaarlijst Groningen. Nu de meeste zomergasten het land alweer verlaten hebben, of daar mee bezig zijn, is de dikke meuk aan soorten al wel weer aan de lijst toegevoegd. Traditie getrouw staan de herfstmaanden in het teken van het nog bij elkaar harken van de leukere najaarssoorten en is het nu nog wachten op een lekkere najaarsstorm voor de nodige zeesoorten. De teller voor dit jaar in Groningen staat nu op 250 soorten met als laatste aanwinsten een Roze spreeuw, een Grauwe franjepoot, een Kleinste jager en een Bladkoning, niet bepaald de minste soorten dus. Wel iets minder van kaliber maar altijd leuk waren de roepende Kwartelkoning over ons huis, de tweede Roodpootvalk voor dit jaar nabij Smeerling, 286 (nieuw record??) Lepelaars in de Breebaart polder en 2 hele grote roofvogels die een jong een gans aan het opvoeren waren ergens in het Oldambt, maar daar later vast nog meer over.

maandag 27 augustus 2012

Kite


Kraanvogel       de Tjamme Beerta

Ik ben om, of beter gezegd, ik ben om geluld door de rest van het huishouden. Na een jaar van "ahhhh... toe nou toch pap" is de kogel door de kerk, we hebben een nieuwe bewoner in huis. Net toen ik dacht dat het ene kleine kind haar weg in de grote Wereld al een beetje gevonden had huppeld het volgende kleine kind vrolijk rond in onze huiskamer. Het opvoeden van een nieuwe kleuter kan dus weer opnieuw beginnen en daarmee dus ook een nieuwe uitdaging. Omdat mijn huisarts mij te dik vond, ik moest dat mens vanaf het eerste moment al niet met haar BMI tabel en haar achterlijk gezwam over het feit dat ik maar beter een paar wijntjes kon drinken na het avondeten, hebben wij gekozen voor een ras waarbij wij zelf ook iets meer lichaamsbeweging zouden krijgen, een Border Collie. Nu is dit mijn eerste hond dus ik zal nog wel regelmatig dingen tegen gaan komen waar ik het bestaan nog niet van wist. Maar ik denk maar zo, als je een puberende dochter in bedwang weet te houden dan moet dat met een jonge hond ook wel lukken, toch?


Kite

Klaarblijkelijk is het nieuwe TV seizoen weer begonnen want de meest kansloze programma's passeren de revue in hoog tempo. Na het tot in de droeve uitgemolken "help mijn man" format is het weer tijd voor de " ik kan echt niet dansen" en "we zingen maar weer wat" shows op de TV. Ik kan het mis hebben maar volgens mij zijn de meeste Nederlanders wel klaar met de debiele talenten shows en de verarming van het programma aanbod op de televisie. Menig bekende Nederlander heeft zich al voor een karretje laten spannen in een Apenpak en net als je dacht dat ze op waren trekken de programmamakers weer een nieuw blik met D artiesten, u kent ze wel die artiesten die zelf de Prive en Story bellen met een lul verhaal om niet in de vergetelheid te geraken, open. Nu is er weer een producent die heeft bedacht dat het leuk is om BN'ers van een duikplank te laten struikelen, dat is amusement van de bovenste springplank moeten ze gedacht hebben. Patty Brard in een badpak, dat is in mijn ogen geen amusement meer maar een pure kwelling van de kijker. Ik ben vlak voor het zappen even onder de bank gekropen want je laat toch geen bejaarde vrouw met nep tieten en net iets te veel zwembandjes, een is toch genoeg bij het zwemmen?,van een hoge duikplank springen? Dit kan echt niet meer mensen en dieper dan het zwembad diep is kunnen we niet meer zinken. De vraag is wanneer dit alles ophoud en wanneer er weer normale programma's met inhoud op ons beeldscherm verschijnen, God mag het zeggen. Mocht de vijver met format ideeën onverhoopt toch leeg raken dan heb ik nog wel een paar smakeloze ideeën. Wat te denken van "help mijn vrouw doet het liever met de buurman" , "Wie verbouwd mijn schoonmoeder" of "Hollands next porn model" Erg smakeloos, maar deze shows zorgen gegarandeerd voor zeer hoge kijkcijfers ( en iedereen maar zeggen dat ze het programma niet gezien hebben)  Waar zijn Jacobse en van Es oder Derrick und Harry (hol shon mal den wagen) als je ze echt nodig hebt !!


Zwarte ooievaar  Sellingen  

Het goud op de akkers van het Oldambt heeft plaats gemaakt voor het grijs van de klei, de herfst staat voor de deur. De najaarstrek is enige weken geleden al begonnen en dat is merkbaar aan de enorme aantallen vogels in de regio. Naast de vele Algemene soorten waren er ook de afgelopen weken weer de nodige leuke soorten te bewonderen in Het Oldambt. Zo bleek de Lachstern in de eerste weken van augustus in een ongewoon hoog aantal (het kunnen mij trouwens nooit genoeg zijn, wat een gave beesten.) aanwezig te zijn in den oost en staat mijn Breedbekken teller in de Breebaart dit jaar inmiddels al weer op 20!! Een Kraanvogel was een tijdje aanwezig in de Tjamme en de, in het Oldambt zeldzame, Reuzenstern was aanwezig in de nieuwe waterberging, wat een lekker gebiedje mensen, ten zuiden van Nieuweschans. Twee Kwartelkoningen riepen overdag hun strot lam bij Beerta en mijn 6e Zwarte ooievaar voor dit jaar kopte ik binnen nabij Sellingen. De roofvogels werden vertegenwoordigd door meerdere Wespendieven, een Rode wouw en een Visarend.  Van een andere roofvogel heb ik letterlijk en figuurlijk vette hoofdpijn gehad. Tijdens een van de ronde's langs de zeedijk merkte ik drie mensen op die aan het wandelen waren op de Punt van Reide. In dit soort van gevallen doe ik vaak een poging om de mensen uit te leggen dat het wandelen in het gebied voor veel verstoring zorgt en dat het niet toegestaan is om het gebied te betreden. Ik was amper van de dijk weggelopen toen alle vogels die langs de zuidrand van de punt aanwezig waren de lucht in gingen. Even dacht ik dat ik de storende factor was maar een bruine stip in mijn linker ooghoek bleek de boosdoener. Het was even schrikken toen ik door mijn kijker keek want de roofvogel bleek een Aquila arend te zijn. De vogel vloog bijna over mijn kop en gezien de kenmerken zou het om een Schreeuwarend of een Bastaardarend moeten gaan. Nu is het in dit soort van gevallen erg noodzakelijk dat je foto's hebt van de vogel in kwestie, het gaat immers om een zeldzaamheid, maar mijn 500 mm lag lekker te slapen op de bijrijdersstoel. Na de vogel bekeken te hebben met de kijker trok ik glijdend door de schapen shit, met nieuwe klompen aan, een sprint over de dijk, op zich is dat al een hele klus. Een keer bij de auto aangekomen bleek de vogel al behoorlijk afgegleden te zijn naar het zuiden en de Polo werd in de Mc Laren stand gezet in een poging om de vogel nog weer in te halen maar dat lukte mij niet. Binnen een maand wist ik het voor elkaar te krijgen om twee grote roofvogels, De Vale Gier Van de Joh Kerkhovenpolder en deze Arend dus, zonder een foto uit het oog te verliezen, sufferd. Achterna heb ik medelijden met het paaltje welke ik naar de paaltjes hemel getrapt heb maar soms moet je even de frustratie van je af trappen. Voel ik daar nog een ideetje voor een showprogramma omhoog komen?