zondag 25 januari 2015
Blauw in het laatste licht.
Hoewel een groot deel van Nederland zaterdag uit zijn bol ging in de sneeuw moest bij mij de rem er s'morgens even op. Voor zaterdag stond de IJsvogel op het programma maar de locatie waar de vogel zit was op zijn minst sneeuwvrij te noemen en er zat niets anders op dan even wachten tot de dooi zijn werk zou gaan doen om mij vrij baan te geven. Ik heb het hier al eens eerder laten vallen, bij sneeuw heb je alleen wat in de Dollard polders te zoeken als je van je auto af wil, of beter gezegd, een uitglijer is zo gemaakt en met een sloot vlak langs de smalle wegen is er weinig plek om te stunten. Na de middag werd code oranje vrij snel code groen en na het nemen van een paar kleine witte obstakels kwam ik aan bij de plek waar de IJsvogel zich ophoud. Na anderhalf uur wachten was Superman nog steeds niet bij zijn stekje te zien en ik besloot om eerst de inwendige mens maar eens te voorzien van kibbeling en koffie.
IJsvogel Vrouwtje Oldambt ( Common Kingfisher )
Nu het buikje weer gevuld was besloot ik om er nog maar een poging tegenaan te gooien, veel tijd was er niet meer want de zon was alweer aan het ondergaan. Volgens de voorspellingen gaat het in de komende week weer dooien en de kans om de vogel dichtbij te krijgen zou daardoor waarschijnlijk alleen maar kleiner worden. Nu zit de IJsvogel nog bij een wak en dat is dus precies koren op de molen voor iemand die Superman op de plaat wil hebben. Een keer aangekomen op de plek bleef het wederom stil en net toen het moment van vertrek bij mij aangebroken was kwam de blauwe flits aangevlogen. Een van de meest kleurrijke vogels van Nederland lande pal voor mijn neus en het plaatjes schieten kon beginnen.
Even een braakbal weg werken.
Het vogeltje zat constant in het wak naar vis te zoeken en was nauwelijks van zijn stuk te brengen. Waar ik met de beste wil van de Wereld geen vis zag zwemmen in het slootje lukte het de IJsvogel keer op keer om een visje op te sporen. Bij elke duik in het water was het bingo en om wat ruimte te maken voor een nieuwe vangst braakte de vogel een braakbal vol schubben en graten omhoog en spuugde deze uit. Dat IJsvogels dit doen was mij bekend maar ik had dit nooit live zien gebeuren. In een fractie van seconden ontdeed de vogel zich van het bolletje afval en het is dan ook meer geluk dan wijsheid dat er juist op dat moment op het knopje van de camera werd gedrukt.
Tot aan het laatste daglicht bleef ik bij de onverstoorbare IJsvogel staan en zelfs in het laatste licht ving de vogel nog vis. Op een gegeven moment hielt de vogel het voor gezien en het leukste, en blauwste, vogeltje van Nederland verdween luid roepend in de duisternis. IJsvogels, gelukkig weer redelijk algemeen maar ik kan er nooit geen genoeg van krijgen.
maandag 19 januari 2015
Roze spreeuw.
Roze Spreeuw Eerste winterkleed Kollum. ( Rosy Starling )
De Roze spreeuw van Kollum stond al een paar weken op de planning maar door het aanhoudende baggerweer kwam het er maar niet van. Een beetje vogelen is leuk maar wanneer je er kletsnat en koud bij word dan is de lol er snel af en wachten op betere tijden is dan het geen wat het meest voor de hand ligt. Ook deze keer kwam er na regen zonneschijn en na dagen vol duisternis, wind en regen is het wel even wennen als de zon de hele dag in je ogen schijnt. Het weer zat dus mee, nu de spreeuw nog. De vogel is al weken aanwezig in het dorp dat ik alleen maar van naam kende en net als zo vaak, wanneer ik op pad ga, liet ik me ook nu weer verassen waar ik terecht zou komen. Naast de vele natuurgebieden ben ik in de loop der jaren al op de meest bizarre plekken beland om een leuke soort te twitchen en de industrieterreinen, campings, bungalow parken, homo ontmoetingsplekken (met of zonder rubbertjes en tissues) en de vele woonwijken zijn amper meer te tellen. Aan die lijst werd nu dus het dorp Kollum toegevoegd, het dorp dat naast de heerlijke kaas ook garant staat voor vele meters troosteloze houten schuttingen die van elke tuin een onneembare vesting maakt voor hen die een Roze spreeuw zoeken.
Een schuttingbuurt, een ramp voor vogelaars.
Bij aankomst was de vogel in geen velden of wegen te bekennen maar als een duveltje in, of uit, een schuttinghouten doosje zat de vogel plots weer nabij zijn vaste stekje, een potje pindakaas.. Na een korte greep uit het pindakaaspotje vloog de vogel weer terug naar de daken om vervolgens weer de tuinen in te duiken. Dit herhaalde de spreeuw telkens weer en het vogeltje was, als hij de tuinen invloog, alleen nog door de kieren van de schuttingen waarneembaar. De bewoners van kievitstraat laten het allemaal maar over zich heen komen en lijken er geen moeite mee te hebben dat de camera's en telescopen de hele dag op hun woonkamers gericht staan. Een enkele bewoner mengt zich zelfs tussen de aanwezige vogelaars om te zeggen dat hij het allemaal prachtig vind dat er zoveel mensen naar de vogel komen kijken maar kijkt toch wat bedenkelijk als ik hem vertel dat we zeker niet voor die geweldige schuttingen naar Kollum komen. Roze spreeuwen in Nederland, het blijft een aparte verschijning, zeker wanneer ze in januari uit een pindakaaspotje zitten te snoepen. Mijn eerste Roze spreeuw zag ik jaren geleden in een dorp vlak bij Kollum en na deze vogel volgden er meerdere. In een enkel geval ging het om volwassen vogels maar vaker om een juveniel, een jonge vogel ruiend naar zijn eerste zomerkleed had ik, tot zaterdag, nog nooit eerder gezien. Met name in de vleugels, de staart en aan de onderstaartdekveren heeft de vogel al veren geruid en stukje bij beetje maken de juveniele veren plaats voor een nieuw verenkleed. Het was even wachten voor ik naar deze vogel kon maar het wachten werd rijkelijk beloond.
donderdag 8 januari 2015
Rustig uiteinde.
Ten eerste wil ik u allen een goed 2015 wensen, maak er wat leuks van mensen. U zat natuurlijk al een tijdje te wachten tot er weer een nieuwe post voorbij zou komen op dit blog maar u weet hoe het hier werkt, niets te zien is niets te melden. Daar komt ook nog eens bij dat het er even niet uit wil komen de laatste weken, het grijze en grauwe lijkt mij in zijn macht te hebben. Al weken lang is het troostprijs vogelen in het Oldambt en de Ruigpootbuizerden, Zeearenden, Fraters, IJsvogels en Slechtvalken voeren wederom weer eens een dodelijk saaie winterse boventoon. Het vinden van iets noemenswaardigs was in de laatste weken van het vorige jaar dan ook een behoorlijke zware klus. Als je na veel zoeken vervolgens een IJseend in een polderslootje ziet zwemmen dan is dat wel even schrikken want een IJseend was niet echt een soort die op het winterse verlanglijstje stond. De harde aanlandige wind bracht dus niet alleen klotenweer maar ook mijn derde IJseend in dertig jaar naar het Oldambt. Een IJseend tussen de Wilde en Krakeenden in een poldersloot, het is een beetje vreemd maar wel een goede soort om 2014 mee aftesluiten.
Zeearend Oldambt Adult in het laatste daglicht. ( White- tailed Eagle )
Zoals gezegd, het is wat aankleuteren in den oost de laatste weken en de vruchteloze kilometers zijn op twee handen nauwelijks meer te tellen. Ik heb me zelfs door de andere gezinsleden laten verleiden om mee te gaan naar de blauw gele Zweedse meubelreus en dat is iets wat alleen maar gebeurd als er in het veld bar weinig te doen is. Het enige vermaak lijkt in deze tijd van schaarste uit het haventje van Termunterzijl en de Blauwe stad te komen. De Pontische meeuwen lijken het haventje in 2014 echt gevonden te hebben en ook in de laatste weken van het vorige jaar zorgden de meeuwen nog voor leuke momenten. In de Blauwe stad wisten een Roodhalsfuut en een vrouwtje Zwarte zeeënd vlak voor de jaarwisseling mijn humeur nog wat op te pimpen en vooral die laatste is een erg leuke soort voor in het binnenland.
In de afgelopen weken had ik mijn zinnen gezet op het vinden van Middelste bonte spechten in het Midwolderbos. Vorig jaar zag ik al een mibo in dit bos maar het werd niet echt duidelijk om hoeveel vogels het nu eigenlijk ging. Inmiddels heb ik al aardig wat uurtjes in de vogels gestopt maar het bleef angstvallig stil in het mooiste bos van het Oldambt. In de eerste week van het nieuwe jaar wierp dat zoeken dan eindelijk zijn vruchten af door eindelijk een zwijgzame vogel te vinden. De specht liet zich twee keer kort zien maar verdween vlot weer uit beeld. Het begin lijkt er dus te zijn maar we gaan gewoon stug verder met zoeken, zeker nu de spechten iets actiever lijken te worden. Gewoon doorgaan en de beloning zal de uwe zijn.
Pontische meeuw Eerste winterkleed Termunterzijl. (Caspian Gull )
donderdag 27 november 2014
Grote zillie's
Foto: Mórocz Attila
Grote zilverreiger Rood E81 Op het nest (mei 2012) Homorúd Hongarije.
( Great Egret Red E81 on the nest in Hungary)
20 jaar geleden moesten we voor een Grote zilverreiger nog een behoorlijk blokje om maar tegenwoordig zie je de soort het jaar rond. De Grote zilvers hebben in Nederland in een paar jaar tijd grote sprongen gemaakt en ook het Oldambt is in die trent niet achter gebleven. Het is in tien jaar tijd een soort geworden waar je amper nog warm of koud van word en remmen, laat staan stoppen, voor een Grote zillie doe ik al jaren niet meer. Overdag zie je op de landerijen meerdere Grote zillie's op muizen en mollen jagen maar dit is slechts een klein deel van de vogels die aanwezig zijn in de regio. In Nederland worden in de wintermaanden de slaapplaatsen van deze soort geteld en inmiddels is het aantal vogels die de slaapplaatsen bezoeken gestegen naar meer dan 4500 exemplaren, het hoogste aantal ooit geteld in Nederland. Ook in het Oldambt is de slaapplaats in de afgelopen jaren behoorlijk uit zijn voegen geknald en bij mijn laatste bezoek aan de Oldambster slaapplaats telde ik niet minder dan 128 vogels, je mag dus spreken van een goed gevulde slaapkamer. Naar de herkomst van de Grote zilverreigers was het altijd wat gissen. De meeste geringde zillie's die in Nederland werden waargenomen kwamen uit Polen en vorig jaar lukte het mij om een van deze geringde vogels, met een gele ring, af te lezen. In mijn vorige post op dit blog liet ik al even vallen dat ik een zillie had waargenomen met een oranje kleurring ( E84) en een mailtje naar Letland was genoeg om uit te vinden dat de vogel op 03-06-14 in Kanieri, Letland was geringd. Dit was pas de tweede keer dat een Letse vogel in Nederland was waargenomen en de ringer was, geheel begrijpelijk, erg blij met de aflezing. Zaterdag deed ik weer eens een rondje door de polders van noord oost Groningen en ik was benieuwd of de Letse vogel nog aanwezig zou zijn. Bij elke Grote zilverreiger stopte ik even om te kijken of het E84 was. In de Oostwolmerpolder was het bingo, met de kijker zag ik dat een van de vogels op het grasland geringd was en vlug werd de scoop op de vogel gericht. In plaats van een oranje ring met een zwarte inscriptie droeg deze vogel een rode ring met de witte inscriptie E81. In tegenstelling tot de oranje ring, die ik na een uur zweten pas af kon lezen, werd deze ring binnen een paar seconden afgelezen. Dat de codes op de ringen, E84 en E81, zo dicht bij elkaar liggen lijkt in deze puur toeval maar het brengt je wel even aan het wankelen. Rood E81 is een vogel uit Hongarije en werd op 21 mei 2012 in Homorúd, Baranya, Hongarije als jong geringd en heeft 1162 kilometer gevlogen om in het Oldambt terecht te komen. Het gissen naar de herkomst van de Grote zilvers is na het aflezen van een vogel uit Polen, Letland en Hongarije nu, volgens mij, deels beantwoord, "onze" Zillie's komen van ver, erg ver. En zo zie je maar weer dat je ook bij "gewone"soorten eens wat vaker op de rem moet trappen om onbeantwoorde vragen beantwoord te krijgen.
Grote zilverreiger Oostwold. Bewijsplaatje van een in Hongarije geringde vogel.
. ( Great Egret ) Recordshot from the Hungarian bird (E81) in the Oldambt region.
zondag 16 november 2014
Calidus of zo.
Slechtvalk Juveniel Dollard. ( Peregrin Falcon, a nice calidus look a like )
Een koe is een koe, een paard een paard en een schaap een schaap, maar wanneer is een Slechtvalk nu eigenlijk een Toendra Slechtvalk? Al een paar weken is een opvallende grote Slechtvalk aanwezig in de Dollard polders die kenmerken van deze ondersoort ( calidus ) vertoond. Met name de koptekening, en de lange vleugels, van de vogel wijken behoorlijk af van wat ik gewend ben van juveniele Slechtvalken en de vogel heeft in de vlucht veel weg van een Giervalk. normaal gesproken is de kopkap van een Slechtvalk aaneengesloten en helemaal donker maar bij deze vogel is daar geen sprake van. De valk heeft een kleinere baardstreep dan een "gewone" Slechtvalk en een lichte oogstreep, de kruin is cremekleurig. Het is dus echt een vogel om even voor in de boekenkast te duiken en voor dat je het weet zit je met de roofvogelbijbel van Forsman bij de keukentafel. In de Forsman staat te lezen dat, Juvenile Calidus are whiter below than peregrinus, with a prominent pale supercilium, a partly pale (fore) crown, a narrower moustache, and a wide and white cheek-patch. Head-pattern of juvenile calidus often bears more resemblance to juvenile Lanner or Saker than to juveniles of normal dark peregrinus, but the moustache is broader and darker, often being the most prominent feature in the head while the eye-line may be rather diffuse.
Als je de tekst van Forsman leest dan lijkt de vogel van de Dollard op een aantal punten te scoren. Lekker kort door de bocht genomen zou je er op een zondagmiddag dus zo een calidus van kunnen kleien. De vraag blijft dan echter wel, in hoevere kan een gewone Slechtvalk op een Toendra Slechtvalk lijken en is de ondersoort in Nederland überhaubt wel op naam te brengen aan de hand van een veldwaarneming?? In een ander boek staat het antwoord op deze vragen. Het vermeld, The problem, however, is that nominate peregrinus may also produce juveniles that closely resemble the calidus race, so the positive inentification of such birds is fraught with difficulty, met andere woorden, juveniele peregrinus Slechtvalken kunnen soms verassend veel op een calidus lijken. Tja, na het lezen van dit alles ben je dus eigenlijk direct weer klaar en terug bij af. Toch is het wel goed om eens wat tijd in dit soort vogels te stoppen, al was het alleen maar om er zeker van te zijn dat alles weer in het juiste hokje geplaatst word. Een koe blijft dus gewoon een koe en zal in dit geval dus geen schaap worden.
Pontische meeuw Oterdum. (Caspian Gull )
woensdag 29 oktober 2014
Herfst tinten.
Ransuil Oldambt. ( Long-eared Owl )
Na een paar weken elders gevogeld te hebben werd het hoog tijd om de Dollard weer eens in te duiken. Oke, mijn bezoek aan het Lauwersmeer van vorige week leverde mij een erg leuke Blonde ruiter als zelfontdekker op en ook de twee Gestreepte strandlopers waren erg vermakelijk om naar te kijken maar u weet het, home is where the hart is. Het bezoek aan de Lauwers stond in het teken van een dagje uit voor de vrijwilligers van de zwanenwerkgroep maar strande wederom in de, tot vogelhut omgebouwde gereedschapskist van de Ezumakeeg. Net als bij mijn laatste bezoek aan de Keeg puilde ook deze keer het hokje weer tot aan de nok toe uit en om mij zelf te beschermen tegen onderhuidse weekheid koos ik er voor om deze keer geen stap over de drempel van het hokje te zetten, iets wat mij overigens erg goed bevallen is moet ik zeggen. Met deze drukte nog in het achterhoofd werd het dus tijd om de rust van oost Groningen maar weer eens op te zoeken. De storm van de vorige week ging in zijn geheel aan mijn neus voorbij maar had voor mij nog wat restjes achter gelaten in de vorm van een Middelste jager die huis hielt rond de haven van Termunterzijl. Het was voor dit najaar alweer mijn tweede Middelste jager in de Eems en dat is uitzonderlijk te noemen voor een soort die best zeldzaam is in deze hoek van Groningen.
De kwelders liggen er weer lekker oktobers bij, de herfstkleuren overheersen eindelijk en voor mij zijn de kwelders nu op hun mooist. De rode, gele en bruine tinten vormen samen met de wind en de donkere luchten eindelijk het perfecte herfstplaatje en doen de hoge tempraturen van de laatste weken vergeten. Op elke paal is wel een roofvogel te vinden en met name de Slechtvalken sprongen er met minimaal 6 exemplaren behoorlijk uit. De eerste Fraters hadden net als de vele tientallen Oeverpiepers hun winterkwartier ook weer gevonden terwijl een late Lepelaar, in tegenstelling tot zijn soortgenoten, geen haast lijkt te hebben om naar Afrika te vertrekken. De Zeearenden zitten onderuit gezakt uit te buiken terwijl een jonge Havik vlak naast ze zijn prooi aan het slopen is. In geen velden of wegen zijn er mensen te bekennen langs de rand van de Dollard en het lijkt er op dat ik de enige ben die op deze dag de kleurenpracht en de geluiden in zich op mag nemen, ik ben in mien element, op mien stee.
Middelste jager Juveniel Eems. ( Pomarine Skua )
Pontische meeuw Oterdum. ( Caspian Gull )
In de Reiderwolder polder loopt in een groep Grote zilverreigers een vogel met een oranje ring, met veel moeite weet ik de ring ( E84 ) af te lezen. De vogel lijkt uit Letland te komen maar net als bij de Zwarte ooievaar, de Kokmeeuw uit Kroatïe en de Pontische meeuw uit het oosten van Duitsland zal ook dit wel weer lang wachten worden op antwoord van de ringer. De Kuifduiker van de Blauwe stad is ook dit najaar, voor het 6e jaar op rij, weer terug op zijn vaste stek en een vrouwtje Toppereend siert een groep Kuifeenden op in het zelfde gebied. De IJsvogels duiken dit najaar, na een paar slechte jaren, op de meest vreemde plekken op in het Oldambt en het lijkt er op dat de soort eindelijk weer wat in de lift zit. Herfst in het Oldambt is genieten, met volle teugen.
zondag 19 oktober 2014
De fall ( Rottumerplaat part 8 )
Rottumerplaat.
Zeearend. Eerste winterkleed ( White tailed Eagel.)
Een lekkere binnenkomer is het zeker, zo'n Zeearend op de eerste de beste zandbank van het mooiste eiland van Groningen. Als een ware gastheer verwelkomt de vogel ons tijdens het naderen van het eiland, die door hen, die tot de uitverkorenen behoren, ook wel de hemel van Groningen word genoemd. U snapt nu al wel dat ik vorige week wederom weer op Rottumerplaat mijn dagen moest slijten en dat dat geen straf is zo in het midden van de maand oktober dat spreekt voor zich. Zoals gezegd, het weekend begon met een eerste winterkleed Zeearend die zich erg mooi liet zien toen hij langs de boot vloog, dat mijn 500 mm lens op dat moment nog lekker lag te slapen onder in het ruim van het schip kan men als een erg grote jammer moment beschouwen maar het mocht de pret zeker niet drukken. Toen de vogel verderop tussen de zeehonden lande, over leuke plaatjes gesproken?, hadden we allemaal het vermoeden dat we de vogel wel vaker zouden zien in het voor ons liggende weekend maar niets was minder waar.
Vuurgoudhaan ( Common Firecrest.)
Direct na aankomst op het eiland werd begonnen met de hoogwatertelling en gezien het hoge tij was dat geen verkeerde gok. De grote zwermen steltlopers, meeuwen en eenden kwamen door het hoge water dicht bij het eiland en waren zo vrij gemakkelijk te tellen. Tijdens de telling nemen we ook de zangvogels in de vele bosjes langs de stuifdijk mee en ook deze waren goed gevuld met zangertjes als Zwartkoppen, Roodborsten, Heggemussen, Tjiffen, Winterkoningen en Goudhaantjes. En met zulke goed gevulde bosjes kan het dus gebeuren dat je vanuit je ooghoek een vliegend zangvogeltje oppikt en vervolgens aan je telmaatje vraagt, he, wat komt hier aan? tiehuwie, ahh een Bladkoning, dat was de eerste krent van dit weekend. De tweede krent tijdens de telling was een Grauwe franjepoot die rond tolde in de baai, iets wat verderop in de baai zijn broetje, de Rosse franjepoot, overigens ook deed maar deze vogel wisten wij glansrijk te missen. U leest het al wel, overal vogels te kust en te keur op het eiland, iets wat de Slechtvalken en de Smellekens zichtbaar aanstond. Voor deze snelle rovers is het eiland en de omliggende zandplaten zo midden oktober een grote grabbelton met prijsgarantie. Een wandeling van 12 kilometer door de ruigte en het zand maakt hongerig en moe en als je een optelsom van de dag maakt, en je doet daar nog wat berenburger bij, dan kan het haast niet anders dan dat je, een maal op bed liggend, als een blok beton in slaap valt.
Wakker worden op een onbewoond eiland is anders wakker worden dan in je eigen huis. Ondanks dat ik zaterdags een vrije dag heb moet ik vanalles. Ik moet naar de bakker of moet elders een boodschap doen, ik moet, bijna dwangmatig, een rondje door de polder maken en zelfs het eten van een bakje kibbeling is meer moeten dan mogen. Wakker worden op Rottumerplaat is eigenlijk wakker worden zoals het hoord. Lekker rustig om en door het huisje rondscharrelen met een bak koffie in je ene hand en een kijker in de andere. De Waterrallen in de tuin van het huisje schreeuwen de longen uit hun lijf als ik hardop goedemorgen tegen ze zeg en op een meter voor mijn neus is een Vuurgoudhaan, net als ik, bezig met zijn ontbijt. Met gemak kan ik een kwartier naar de kleine druktemakers kijken als ze hun eerste ronde van de dag door de tuin maken. Hier op het eiland hoef ik niet naar de bakker of een andere winkel en van moeten hebben we hier nog nooit gehoord. Geen drukte of flauwe kul maar gewoon ongedwongen genieten van de koffie, een peukje en van de dingen die het moment je bied. Een voor een ontwaken de tijdelijke bewoners van Plaat uit hun slaap met elk een eigen ochtendritueel, de ene met thee en de andere met een bak koffie en een plak brood. Na dat iedereen klaar is met zijn ritueel blijft het huisje voor de rest van de dag leeg achter want een beetje chillen is natuurlijk wel lekker maar er moet ook aan de weekendlijst gewerkt worden.
Rotganzen. ( Brant Goose.)
Elke bewoner vuld zijn dag zelf in, de ene maakt in zijn eentje een grote ronde over het eiland en de andere maakt een klein rondje en gaat daarna op de toren trektellen. Zelfs kies ik altijd voor de "alles er uit halen wat er in zit"strategie, of met andere woorden, shop till you drop. Het hele weekend kwam de wind uit het zuiden en de Noordzee bleef dan ook angstaanjagend leeg. Oke, het mannetje IJseend en een Middelste jager waren een leuke bijvangst maar alle pijlen waren met een wind uit deze richting gericht op de bosjes. Dagelijks werden de bosjes met uiterste precisie uitgekamt maar harder dan een paar Bladkoningen werden de soorten niet. Ook de kwelders werden dagelijks bezocht en dat was goed voor meerdere Bokjes, Grote piepers en IJsgorzen. Elke avond werd het weer voor de volgende dag besproken en alle aanwezigen hoopten op een verandering van het weer. Een buienfront kan grote invloed op trekkende vogels hebben en het meest gunstige voor ons zou een front vanuit het zuiden zijn om een fall te veroorzaken. Een fall vind plaats als vogels plots met slecht weer te maken krijgen tijdens de trek, de vogels worden eigenlijk gedwongen om lager te vliegen of om te landen op het eerste stukje land dat ze tegenkomen. Oke heren, u wilt dus een fall?? dan kan je hem krijgen ook. Maandag morgen vloog het bij het aanbreken van de dag al als een tiet en het geen waar we op hoopten vond live voor onze ogen plaats, een ware fall. Het huisje van Plaat staat aan de meest oosterlijke kant van het eiland en de tuin was door een neerslagfront een opslagplaats geworden van trekkende vogels. De hele Noordzee moet in het begin van de nacht vol gezeten hebben met vogels want de aantallen die bij ons stranden waren enorm. Na 4 uur tellen vanaf de toren stond alleen de teller van de Koperwieken al op 7500 vogels maar ook de Zanglijster deed met 510 exemplaren goed mee. Tussen al het geweld van de Lijsters werden ook nog eens 15 Beflijster gevonden en dat is best veel. Onder de toren maakten de kleinere zangers zich klaar voor de laatste sprong naar het vasteland en met enige regelmaat verdwenen ze als kleine stipjes boven de Waddenzee. De tuin bleef nooit lang leeg, steeds weer werd de tuin opnieuw gevuld met Goudhaantjes, Vuurgoudhaantjes, Tjiffen en enkele Bladkoningen. Ik heb al veel opmerkelijke dingen gezien op het gebied van vogels maar deze dag zal nog wel even blijven hangen.
Een weekend hard werken leverd naast veel mooie momenten en leuke soorten ook nog iets op waar we echt onze best voor gedaan hebben, een nieuw weekendrecord. Voor zover wij weten is het nog nooit eerder een telploeg gelukt om 112 soorten bij elkaar te harken in een weekend. Een echte klapper zat er niet tussen maar soorten als Velduil, Pontische meeuw, Jan van Gent en Grote zeeënd zijn altijd leuk om te zien. Ook leuk om te zien op Rottumerplaat, en stukken zeldzamer op het eiland dan een Bladkoning, Grote pieper of een IJseend was een Waterhoen die door de struiken bij het huisje scharrelde, zo gewoontje en toch erg zeldzaam, iets wat wel past bij dat geweldige eiland.
IJseend. Mannetje. ( Long-tailed Duck.)
Abonneren op:
Posts (Atom)