donderdag 29 oktober 2015

Dagje Schier.


Bonte Tapuit.   Schiermonnikoog.                                                       Pied Wheatear.

Op dit blog is de stap van Rottumerplaat naar het buureiland Schiermonnikoog erg klein en zo gemaakt. En wederom stond ik weer op een Waddeneiland, een eiland die wij als gezin na de vele bezoeken al van haver tot gort kennen maar die nooit een seconde verveeld. Toch was het inmiddels alweer wat jaartjes geleden dat we als compleet gezin op het eiland waren geweest dus het moest er maar weer eens van komen. In een verre verleden verbleven we vaak voor een appel en een ei een lang weekend op het eiland maar de laatste jaren schiet dat er door werk en andere verplichtingen vaak even bij in, de twee jonge mensen van toen zijn drie jonge mensen geworden die ook aan een dag genoeg hebben om de boel op stelten te zetten. Doe er nog een Border Collie bij om het tempo wat hoog te houden en het feest kan beginnen.


Roodhalsgans.  Red-breasted Goose. 5 birds where present on the island Schiermonnikoog.


De overtocht naar het eiland verliep net als anders gesmeerd en na een korte worsteling met de zadel van de huurfiets, of zoals we thuis altijd zeggen, de hoerfiets, konden we beginnen aan de tocht naar de eerste high light voor die dag, de Bonte Tapuit. De zeldzame Tapuit werd enkele dagen voor ons bezoek aan Schier nabij de jachthaven ontdekt en ik moest dus nog even een paar dagen op mijn nagels bijten of de vogel het wel tot zaterdag vol zou houden. De vogel zou een mooie bonus zijn want het dagje Schier was deze keer al weken van te voren gepland en van een impuls twitch was dus totaal geen sprake. Tijdens de overtocht was een blik op mijn telefoon genoeg om er achter te komen dat de vogel nog op het eiland aanwezig was en de vogel zat dus nagenoeg al in de spreekwoordelijke knip. Met dat gevoel in mijn donder stapte ik van de boot af en ik betrapte me er zelf op dat er weer van die oude twitcher perikelen bij mij omhoog kwamen die ik eigenlijk niet meer wil voelen. Zo ging het aanmeren van de veerboot mij veel te traag, treuzelden de mensen rond mij te veel bij het verlaten van de boot en de fietsverhuurder deed volgens zijn werk te langzaam. Het zijn dingen die zorgen voor stress perikelen die alleen twitchers die op springen staan herkennen en die er voor zorgen dat je enorm opgefokt raakt. Na drie keer met m'n ogen geknipperd te hebben vroeg ik me af of ik wel zin had in die nutteloze waanzin en het antwoord op die vraag was een grote NEE. Nee ik had geen zin om als een stuiterbal over het eiland te vliegen want het moest bovenal een gezellig dagje uit blijven. Na even tot tien geteld te hebben stapte ik op mijn hoerfiets en met gepaste snelheid werd koers gezet naar de jachthaven, de plek waar de Bonte Tapuit rond huppelde.


Noordse Kauw.                                                              Western Jackdaw ssp monedula.

Op grote afstand was al te zien waar de Bonte Tapuit waarschijnlijk zat want enkele collega vogelaars, die even niet tot tien geteld hadden, stonden al op een kluitje bij elkaar langs de dijk. Nog een keer werden de beenspieren aangesproken en jawel hoor, daar zat hij dan, de Bonte Tapuit. De vogel was door de drukte op het fietspad, en een opdringerige Groninger fotograaf waarvan we hier de naam maar even niet vermelden, wat vliegerig maar liet zich ondanks dat best fraai bekijken. Toch leek het er op dat de vogel de drukte niet kon waarderen en we besloten om het later op de middag nog eens te proberen in de hoop dat het dan rustiger zou zijn. Nu de dikste druk van de ketel was werd het tijd om een andere leuke soort binnen te koppen, de Roodhalsgans. De Roodhalzen, 5 in totaal, zijn al een tijd aanwezig op het eiland en het koste weinig moeite om de vogels in beeld te krijgen, sterker nog, ik hoefde op de plek van de Bonte Tapuit alleen maar de dijk op te lopen en in de Banckspolder te kijken om ze te vinden. De Roodhalsgans is een soort die ik in de Dollard ook met enige regelmaat tegenkom maar vaak zie ik ze dan op grotere afstand en deze vogels waren voor mij dan ook een buitenkansje die ik met beide handen aan moest pakken.


Nu deze vogels ook in de pocket zaten melde vader de vogelaar aan de rest van zijn roedel dat hij klaar was en dat we over konden gaan tot het geen waarvoor we eigenlijk voor waren gekomen, lekker rustig kuieren over het eiland. Na een kleine ronde door het dorp zochten we het strand op en stiekem gleed mijn kijker met enige regelmaat langs mijn ogen voor een blik over zee. Naast enkele Roodkeelduikers leverde dit nog een door de branding vliegende juveniele Jan van Gent op, een soort die naar mijn idee elk bezoek aan een Waddeneiland compleet maakt.


One day after hour visit to the dutch island Schiermonnikoog this well showing Pied Wheatear was killed by a raptor. Lucky me !!!!

Zoals gezegd, we zouden later op de dag weer terug gaan naar de Bonte Tapuit en na een rondje Westerplas, die deze keer 7 erg bewegelijke Witkopstaartmezen voor ons in petto had, gingen we terug naar de jachthaven. Waar ik op hoopte bleek werkelijkheid want op een paar andere vogelaars na, die overigens maar vol bleven houden dat het geen Bonte Tapuit was maar dat het om een gewone Tapuit ging, de koekwauzen, waren wij de enige mensen bij de vogel. Na een paar vieze smerige tikken onder de gordel dropen de non believers af en wij bleven rustig staan wachten op wat de vogel zou gaan doen.Na een paar schijnbewegingen van de vogel ging hij uiteindelijk op een paar meter voor onze neus op een grote steen zitten en dat was net waar ik op had gehoopt. De Tapuit pakte even zijn fotomoment en poseerde of het een lieve lust was en pas toen er een paar wandelaars aan kwamen lopen was het feestje weer afgelopen. Met de woorden, beter dan dit gaat het vandaag niet meer worden werd de camera weer in de rugzak gestopt en konden we in alle rust richting de veerhaven fietsen om onze hoerfietsen weer in te leveren.  


Ons dagje Schier zat er helaas al weer op maar het verhaal van de Bonte Tapuit kreeg nog een raar staartje. Zondag lag ik, uitgeblust van alle inspanningen van de dag daarvoor, op de bank toen er een app'je binnen kwam waarin te lezen stond dat ik nog net op tijd naar de Bonte Tapuit van Schiermonnikoog was geweest. Omdat ik in standje lui op de bank lag viel het kwartje niet direct maar ik kreeg wel een vaag vermoeden welke kant het verhaal op zou gaan. Met een druk op de RBA App op mijn telefoon werd mijn vermoeden bevestigt, de Bont Tapuit van Schiermonnikoog was in 10 stukken terug gevonden langs de waddendijk en was blijkbaar ten prooi gevallen aan een roofvogel. De vogel op de foto is dus dood, op zaterdag nog springlevend en "gelukkig" voor mij op zondag vermoord, want het zal je maar gebeuren......


Jan van Gent.   Juveniel.                                                               Northern Gannet.

vrijdag 16 oktober 2015

Bikkels, ( Rottumerplaat part 9 )


Vuurgoudhaan.                                                                               Common  Firecrest.

Je weegt maar vijf gram, past in een luciferdoosje en als de herfst voor de deur staat begin je net als veel andere vogels aan je tocht naar het zuiden om daar te overwinteren. Een keer aangekomen bij de zuidkust van Noorwegen moet je een keuze maken, of links aanhouden en via het Kattegat naar Denemarken vliegen of rechtsaf slaan de open zee op, de onzekerheid tegemoet vliegen. Na een lange zware tocht over zee, met of zonder tussenstop op een schip of platform, komt er eindelijk land in zicht en na een laatste sprintje plof je neer op de eerste de beste boomtak die je tegenkomt. Dit is het verhaal van duizenden Goudhaantjes en Vuurgoudhaantjes die de oversteek over open water, in tegenstelling tot veel andere soortgenoten, wel overleven en die uitgeput voet aan wal zetten op een van onze Waddeneilanden. Bij het eerste daglicht beginnen de hummeltjes als een malle te eten om weer wat op krachten te komen van de barre tocht en in alle drukte is een foutje dan snel gemaakt. We zitten aan het ontbijt als er een kleine doffe tik hoorbaar is en elke vogelaar die regelmatig op Rottumerplaat komt weet dan wel weer hoe laat het is, een Goudhaan heeft een poging gedaan om door een raam heen te vliegen, iets wat overigens nog nooit een gelukt is. Het ontbijt blijft na het horen van de doffe tik even voor wat het is en de tijdelijke bewoners van het eiland lopen dan in optocht naar buiten om de schade op te nemen. En jawel, zoals verwacht ligt er onder het raam een klein wezentje helemaal van de Wereld te zijn maar er zit gelukkig nog leven in. Na vijf minuten in een grote mensenhand gezeten te hebben word alles weer wat helderder in de ogen van de Goudhaan en alsof er niets gebeurt is vliegt het vogeltje even later weer de tuin in om zijn vriendjes op te zoeken. Weer een die het wel gered heeft want het zal maar gebeuren, eerst over volle zee naar Nederland vliegen en daar vervolgens terpletter spatten tegen een raam. vijf gram en via open zee naar het zuiden vliegen, volgens ons ben je dan een echte bikkel.


Goudhaan.                                                                                  Goldcrest.


Rottumerplaat.  The Dutch uninhabited island Rottumerplaat, 4 day's long home for me and my 3 birding mate's.

Uit het eerste stukje tekst kon u al wel op maken waar ik vorige week mijn weekend heb doorgebracht, juist, op Rottumerplaat. Voor vier dagen gingen we even weer terug naar de basis, de afzondering en de eindeloze stilte die als een dikke deken over het eiland ligt. De oversteek over de woelige baren was voor ons ongetwijfeld een stuk aangenamer als die van de Goudhanen, die drinken immers geen sloot koffie leeg onderweg en ze doen zich ook al niet te goed aan allerlei zoetigheid. De overtocht was zonder twijfel een van de meest rustige die ik ooit gehad heb, niks geen ruige zee, koffie met zeewater aanmengen of kotscode oranje maar gewoon een ontspannen vaartocht naar de hemel van Groningen. Door de oosten wind was er op een Roodkeelduiker en een Paarse strandloper, die een tijdje aan boord zat en de stempel ship assist kreeg, na geen ene ruk te doen op zee maar de stemming zat er ondanks dat toch al aardig in onder de crew die deze keer bestond uit vier twitchers die elkaar al jaren kennen en die samen zijn opgegroeid in de Groninger twitchers scene. De vier mannen weten onderhand wel waar Abraham de mosterd moet halen en ook deze keer waren ze vastberaden om elke centimeter van Rottumerplaat over de kop te trekken om het grote goud er uit te peuteren. Nadat er voet aan land was gezet werd direct begonnen met het uitspitten van de tuin rond de behuizing en dat er veel vogels op het eiland zaten werd ons al snel duidelijk.  



Paarse Strandloper.                                                                      Purple Sandpiper.

We stonden te popelen om op pad te gaan en na dat onze slaapvertrekken waren ingericht werd er begonnen met het geen waar we voor kwamen, birding to the max. De verwachtingen waren natuurlijk ook deze keer weer hoog gespannen, maar wat wil je ook, het is oktober, het weer is goed en de zangvogeltrek is in volle gang, de kans dat er iets leuks op het eiland zat was dus erg groot en dat werd direct al duidelijk toen een Bladkoning een paar keer riep nabij de woning. Elk bosje langs de stuifdijk werd van oost naar west millimeter voor millimeter uitgekamd door acht oplettende ogen en je moest als vogel wel van erg goede huize komen om ongezien van het toneel te verdwijnen. Ook het luchtruim boven het eiland werd nauwlettend in de gaten gehouden maar meer dan een paar IJsgorzen, een Jan van Gent, enkele Smellekens en Slechtvalken leverde dat niet op. De goed gevulde bosjes waren goed voor tal van soorten maar de eerste goede soort van het weekend werd pas op de meest westelijke punt van het eiland gevonden. In een van de laatste Abelen langs de stuifdijk werd een Tjiftjaf gevonden die, gezien het koude voorkomen, erg aan een Siberische Tjiftjaf deed denken. Nadat alle kenmerken voor deze soort op een rij waren gezet was de eind conclusie dan ook dat het inderdaad om deze soort ging. De Siberische Tjiftjaf is een schaarse doortrekker in Nederland die tot voor kort nog als ondersoort van de Tjiftjaf werd beschouwd maar die tegenwoordig als soort word gezien.
De vogel liet zich op de eerste dag erg fraai bekijken en was goed te benaderen, iets wat twee dagen
later niet meer het geval was toen de vogel veel beweeglijker was. Op de eerste dag werd het geluid, gekscherend het piepkuiken geluid genoemd, niet gehoord maar dat werd later in het weekend ruimschoots goedgemaakt en soms riep de vogel aan een stuk door. Dit was niet mijn eerste "Sibtjif" maar wel de eerste die ik zo goed kon bekijken en daarom was het dan ook een erg leerzame vogel. Na een korte blik over een lege Noordzee werd langzaam koers gezet naar ons onderkomen en eerlijk is eerlijk, dat vele lopen over ruig terrein hakte er ook deze keer weer flink in. Voorzien van meerdere "kleine pijntjes" plofte de oudere garde onderuit in een stoel en bij het opstaan werd we er pijnlijk aan herinnerd dat we allang geen 18 meer zijn.


Siberische Tjiftjaf.                                                                      Siberian Chiffchaff.


Op de eerste dag had het lichaam dus wat blikschade opgelopen maar een goede nachtrust, en een allermachtigst lekker slaapdrankje van ene firma Jouwstra uit Friesland, kan wonderen doen. Normaal gesproken ben ik altijd als eerste uit bed, maar tijdens dit bezoek aan Rottumerplaat nam ik het er even lekker van qua slaap en gek genoeg lukte het mij zelfs een keer om, tot grote verbazing van de andere eilanders, als laatste uit bed te komen. Na een vlug ontbijt maakten we ons op voor een nieuwe dag vogels kijken en tellen op Rottumerplaat. Voor die zaterdag stond de hoogwatertelling op het programma maar door de oosten wind was er van hoogwater nauwelijks sprake en erg veel steltlopers bleven dan ook ver van het eiland op de zandplaten zitten. Alsof dat nog niet genoeg was deed het warme weer ook nog eens een duit in het zakje door voor een fijne luchttrilling te zorgen, hoeveel geluk kan je hebben op een dag. Omdat het pas laat in de middag hoogwater was hadden we nog tijd genoeg om alle bosjes op het eiland voor de tweede keer binnenstebuiten te keren. Volgens een min of meer vaste procedure, twee vogelaars kijken vanaf het duin bovenin de bosjes en twee van onderen, werd een nieuwe poging ondernomen om wat leuks uit de bosjes te trekken. In tegenstelling tot de vrijdag zaten er aanzienlijk minder zangvogels langs de stuifdijk maar het aantal piepers lag die dag wel veel hoger. Overal op het eiland waren groepjes Gras en Oeverpiepers aanwezig en dankzij de oplettende oren van een van de mannen konden we een Roodkeelpieper aan het weekendlijst toevoegen. Na een bezoek aan de nog aanwezig zijnde Siberische Tjiftjaf gooiden we wederom weer een korte blik over een strakke, en bovenal, lege Noordzee die nog wel een paar fraaie Jannen (Jan van Genten) voor ons in de aanbieding had. Na een korte pauze werd begonnen met de telling die gepaard ging met een andere telling, die van talloze muggenbulten. Voor zover ik mij kan herinneren ben ik in al die jaren dat ik op de eilanden kom nooit eerder geprikt door een vliegend voorwerp maar deze keer werd dat gemis ruimschoots ingehaald. Het was alsof de prikkende klojo's weken lang op een tak hadden zitten wachten tot dat er welriekende mensenvlees, ja na een paar dagen niet douchen ruik je een beetje van tussen de plooien, voorbij zou komen om zich daar vervolgens massaal op te storten. Met name op plekken waar weinig wind waaide kwamen de kleine, geel lijkende, f.ck beesten op het zwetend vlees af met als gevolg dat ik na vier dagen voorzien was van 24 jeukbulten, iets waar ik nog dagen lang na thuiskomst plezier van heb gehad. Naast de wat minder sympathieke stekende insecten waren er, mede door het mooie weer, ook nog redelijk wat dagvlinders actief op het eiland en in totaal werden 6 soorten dagvlinders, waaronder een aantal erg fraaie Heivlinders, waargenomen. Maar de leukste insect van het weekend was toch wel de in Nederland zeldzame Moshommel. De Moshommel is een soort die met name op de Waddeneiland voorkomt en de beide Rottum's zijn dan ook de enige plek in Groningen waar deze soort met enige regelmaat gezien word.        


Waarom naar Borkum als we zelf ook een strand hebben?

Nadat we de telling bijna afgerond hadden kwamen we wederom half dood terug bij de behuizing en weer leek het er op dat de spieren een beste pak slaag hadden gehad. Met een laatste kracht inspanning werd de uitkijktoren beklommen om het laatste deel van de telling te doen maar het comfortabele zitten op een stoel was maar van korte duur omdat er in de tuin nabij de woning een Blako werd gevonden . Met spierpijn tot aan mijn oren verliet ik de toren en na 25 keer mijn verkrampte benen te hebben verzet had ik de Bladkoning in mijn kijker. Het was de kleine Siberiër gelukt om door de honderd procent controle langs de stuifdijk heen te glippen maar liep uiteindelijk in de tuin toch nog tegen de lamp, iets wat met een hoge concentratie vogelaars op weinig vierkante meters begrijpelijk is.  


Bladkoning.                                                             Yellow- browed Warbler.

De volgende morgen was de Bladkoning niet meer aanwezig in de tuin en het aantal Goudhanen lag ook beduidend lager. Veel vogels leken het eiland in de nacht te hebben verlaten en voor mij was dat een reden om het ook maar wat rustig aan te doen. De andere eilanders stonden alweer op springen en terwijl ik nog maar een bak koffie pakte stonden zij alweer in de startblokken om opnieuw de bosjes langs de stuifdijk over de kop te trekken. Na twee dagen vogelen stond de soortenteller nog maar op 86 soorten en dat vonden we allemaal wel wat weinig voor de tijd van het jaar. Honderd soorten zou je normaal gesproken met gemak moeten kunnen halen maar dan was er nog wel werk aan de winkel. Zoals gezegd waren de andere mannen al aan de sjouw gegaan en ik volgde ze op enige afstand in standje langzaam. Na een paar honderd meter gelopen te hebben viel mijn oor op een geluid dat ik direct herkende als de roep van een Grote Pieper. De vogel vloog pal over mijn hoofd in de richting van de andere mannen maar deze kon ik niet tijdig waarschuwen omdat mijn telefoon geen bereik had, iets wat soms een zegen is bleek nu dus een grote handicap. Op dit soort momenten is er altijd nog de portofoon maar deze was s'morgens in een andere jaszak gegleden en zo kon het dus gebeuren dat de andere eilanders de vogel glansrijk misten. Ondanks dat werden er toch nog aardig wat nieuwe soorten aan de weekendlijst toegevoegd en beetje bij beetje kwam soort nummer honderd binnen bereik.


Birding to the max. Bosjes trappen tot dat je er bij neer valt. (van de spierpijn)

Na wederom een ontzettende goede nachtrust was het inmiddels alweer maandag geworden en omdat het laat hoogwater zou zijn die dag, en we dus nog lang niet van het eiland konden worden gehaald, hadden we nog tijd genoeg om, na het schoonmaken van de woning, de dag vol te maken met, je verwacht het niet, vogels kijken. Ik zelf koos er voor om de hele morgen op de toren te gaan zitten om de benen wat te sparen en om nog wat trek mee te pikken. Vanaf de toren overzie je het hele eiland en alle zandplaten die daar rondom liggen en in alle rust kon ik alles wat er op en rond het eiland gebeurde volgen. Met name de Kepen en Koperwieken vlogen lekker die ochtend maar ook een late Oeverzwaluw en Boomleeuwerik waren een goede aanwinst voor de weekendlijst. Een Kleine jager, die nabij een viskotter de aanwezige meeuwen het leven zuur maakte, deed ook nog een duit in het zakje en werd gek genoeg tot beste zeevogel van het weekend verkozen. Deze kon dus ook weer aan de weekendlijst worden toegevoegd en na vier dagen intensief vogelen bleek dat we het helemaal niet zo gek hadden gedaan met ons vieren. Het weekendrecord van het eiland staat op 111 soorten en daar bleven wij slecht vijf soorten van verwijderd, niet slecht dus. Helemaal weer opgeladen, en uitgeslapen, namen we in de middag weer afscheid van het eiland om terug te keren naar de waanzin en de hectiek van de echte Wereld. En wederom dankten we God op onze blote knieën dat we voor even een mochten zijn met een van de mooiste plekjes in de Waddenzee, Rottumerplaat. Net als anders krijgt u nu een lijst van de leukere soorten voorgeschoteld, niet dat u er iets aan hebt maar tradities moet je in stand houden. komtie, 2 Bladkoningen, 4 Beflijsters, 6 Jan van Genten, een Pontische meeuw, 10 Roodkeelduikers, 1 Kleine Jager, 2 Bokjes, een Grote pieper, 1 Bruinvis, 1 Siberische Tjiftjaf, 1 Roodkeelpieper en redelijk wat IJsgorzen, ik bedoel maar.


Graspieper.  Net als de Goudhaan ook een raamslachtoffer.    Meadow Pipit.

maandag 27 juli 2015

Ze zijn er weer, de Lachsterns.


Lachstern  Kruiselwerk Alteveer.                                                              Gull-billed Tern.

Het is de derde week van juli en we kunnen de klok er onderhand wel op bijzetten, de Lachsterns zijn weer terug in oost Groningen. Net als in de voorgaande jaren hebben de vogels ook dit jaar het zandgat Kruiselwerk nabij Alteveer en het Heeresveld nabij Nieuwe Pekela weer gevonden en na de eerste op dinsdag volgden de rest vrij snel. Inmiddels zijn er alweer 17 Lachsterns aanwezig en dat is een groot deel van de, in het Duitse waddengebied broedende, NW Europese populatie. Het blijft mij keer op keer verbazen hoe het mogelijk is dat de Lachsterns nu juist deze hoek van Groningen kiezen om op te vetten zo vlak voor hun reis naar het zuiden. Ik zou 100 en 1 andere plekken kunnen bedenken die geschikt zijn voor de sterns maar jaar op jaar kiezen ze telkens weer voor de sprinkhaan rijke sloten van de Groningse Veenkoloniën. Door gunstige omstandigheden op een van de twee zandgaten lukte het mij om deze week niet minder dan 9 geringde Lachsterns af te lezen, iets wat eerder nooit lukte omdat de vogel in voorgaande jaren domweg te ver weg zaten. Onderhand zijn de Lachsterns,naast de Breedbekstrandlopers en de Grauwe Kiekendieven, vaste prik vogels geworden in oost Grunn en daar mogen we best een beetje trots op zijn.


Gestreepte Strandloper. Onnerpolder. Pectoral Sandpiper, record shot from a very well showing bird.

Een andere leuke soort van deze week was de Gestreepte Strandloper van de Onnerpolder. Eerst twijfelde ik nog even maar uiteindelijk besloot ik om toch maar die kant op te rijden voor een kort bezoek, want een jaarlijst zonder een "Streep"is als bloemkool zonder een papje, kaal en boven alles erg smakeloos. Het was met deze "dwaalgast" weer eens een appeltje eitje verhaal want bij aankomst zat de vogel al netjes op mij te wachten. De vogel liet zich tijdens mijn aanwezigheid prima bekijken en was alleen door een jagende Slechtvalk van zijn stuk te brengen. Inmiddels is het een bekend verhaal wanneer je naar de Onnerpolder gaat, je komt voor een bepaalde soort naar het gebied maar gaat met een volle boodschappentas de deur weer uit. Naast de Gestreepte Strandloper bleek het gebied ook nog een Zeearend, een Steltkluut, 3 Witvleugelsterns, een IJsvogel, een Witwangstern en twee uit het niets opduikende, en luid roepende, Lachsterns in de aanbieding te hebben, en dat is best aardig voor een kort bezoek en een reden te meer om er de komende weken wat vaker te gaan shoppen.





woensdag 22 juli 2015

Een self found Terek.


Roodsterblauwborst.  Blijham.                          Red-spotted Bleuthroat , ssp svecica.

U weet inmiddels hoe het hier werkt op dit blog, als er geen ruk te doen is in het veld dan word er hier een periode van radiostilte ingelast. Dat de radiostilte deze keer veel langer geduurd heeft dan anders zegt erg veel over de afgelopen weken en maanden die achter ons liggen want nooit eerder beleefde ik een voorjaar dat zo teleurstelde als die van 2015 en het woord kansloos lijkt in deze dan ook terecht op zijn plaats. Door een trage start leek alles in de natuur dit jaar een behoorlijk achterstand op te lopen en het herstel leek trager dan ooit te verlopen. Ik heb steeds het gevoel dat ik iets gemist heb en dat er, zonder het gemerkt te hebben, een seizoen langs me heen geglipt is en dat het plots zomer is geworden. Het is een beetje het gevoel van een winterslaap houden in een lente die maar geen lente wilde worden. Hoe hard ik ook mijn best deed, het wilde maar niet lukken om er iets uit te trekken in het Oldambt en het was dus wachten op betere tijden, maar daar straks meer over. Met de vogels was het dus komkommer en kwel de laatste weken en met de dagvlinders was, en is, het al niet veel beter gesteld. Het enige lichtpunt op het gebied van de dagvlinders was dat ik dit jaar wel op het juiste moment op de juiste plaats was om de zeer zeldzame Veenbesblauwtjes te bewonderen, iets wat vorig jaar compleet mislukte overigens, en daar was ik, op zijn zachtst gezegd, erg blij mee.


Veenbesblauwtje  Noord Nederland.          Cranberry Blue.

Het was dus zaak om te pakken wat er te pakken viel in de afgelopen maanden en weken en als er in de Onnerpolder dan een paar Kleinst Waterhoenders opduiken dan is er geen tijd om bij de pakken neer te zitten, hoofd omhoog en gaan dus. Het Kleinst Waterhoen is inmiddels een jaarlijkse gast in Groningen maar ondanks dat kan de soort nog altijd op veel bezoekers rekenen. Als de Kleinst Waterhoenders van de Onnerpolder dan ook nog eens iets doen wat Kleinst Waterhoenders normaal gesproken niet vaak doen, zich erg fraai laten zien, dan weten we wel weer hoe laat het is. Veel vogelaars, en pix parasieten ( ik zou ze graag in een adem met de vogelaars noemen maar blijf dat vooralsnog weigeren), grepen deze kans dan ook met beide handen aan en het gevolg was dat het hek alweer vrij snel van, of beter gezegd op, de dam was want de smalle weg die leid naar de locatie van de vogels moest noodgedwongen worden afgesloten omdat een kudde losgeslagen heilige koeien de boel versperde. Erg spijtig natuurlijk dat het zo moet maar soms moeten er keuzes worden gemaakt, of die nou wel of niet in de smaak vallen is dan even een heel ander verhaal. Zelf was ik al ver voor de meut, en het steeds maar irritanter wordende pixeltuig, aan naar de Onnerpolder gereden en van een wegblokkade en bedenkelijk gedrag van telelenssmurfen was toen gelukkig nog geen sprake. Bij aankomst op de plek van de Kleinst Waterhoenders had ik de al aanwezige vogelaars nog maar amper begroet toen ik uit het niets, kijk, daar vliegtie !! uit mijn strot perste. In een flitsende beweging propte ik mijn camera voor mijn oog en ik drukte vier keer af. Het resultaat was dat ik een erg vage foto van een vliegende Kleinst Waterhoen had gemaakt maar dat mag de pret niet drukken want een Kleinst Waterhoen zien is 1, een zien vliegen is 2 en daar vervolgens een baggerplaat van maken zal dan automatisch wel 3 zijn, denk ik? Hoe dan ook, ik vond het wel een hilarische ding dong, daar zijn we weer moment. 


Kleinst Waterhoen  Onnerpolder.                                      Baillon's Crake.
         
Een andere vogel die in de afgelopen weken op veel bezoekers kon rekenen was de Roodsterblauwborst van Blijham. De vogel werd gevonden op een plek waar normaal gesproken vrijwel nooit een vogelaar komt en gezien de omgeving is dat ook niet echt verwonderlijk. De Roodsterblauwborst is het zeldzame broertje van onze huis, tuin en keuken Witsterblauwborst en veel vogelaars, uit alle hoeken van het hele land, hadden er blijkbaar graag een autorit van vele kilometers voor over om deze ondersoort te zien, iets wat ook maar weer aangeeft hoe zeldzaam ze zijn in Nederland. Na een vogel in de Veenkoloniën in 1999, die zich overigens maar moeilijk liet zien, was dit voor mij ook pas mijn tweede "goede" roodster in 30 jaar en deze vogel was dus erg welkom maar leek op gezette tijden de druk kwebbelende vogelaars, en aanverwante randproducten, te mijden en kon soms lang uit beeld blijven. Pas als de rust weer terug keerde langs de randen van het Koolzaadveld kwam de vogel weer mooi dichtbij zitten en dan was ook goed te zien dat de rode vlek in de blauwe borst er uit knalde. Inmiddels ben ik 6 keer bij de Roodsterblauwborst op bezoek geweest en het is dan ook echt een vogeltje waar ik maar amper genoeg van kan krijgen.



Terekruiter.  Polder Breebaart, Dollard.   Terek Sandpiper, a nice self found bird in my local patch.

Ik gaf het hier boven al aan, qua vogels was het even wachten op betere tijden. Nu de najaarstrek, en mijn vakantie, alweer begonnen zijn werd het tijd om het Oldambt voor een keer even te laten voor wat het is. Aangezien de steltlopers alweer behoorlijk on the move zijn besloot ik om er een dagje Lauwersmeer tegenaan te gooien. U weet inmiddels dat ik een enorme hekel aan massa toerisme heb en daarom ging mijn wekker zaterdag net als op een doordeweekse dag gewoon om 5 uur in de morgen af. In alle vroegte werd onder het genot van veel koffie koers gezet naar de Lauwers en ik hoopte daar geen sterveling aan te treffen. Een keer aangekomen in het Lauwersmeergebied werd mijn hoop de waarheid, alle toeristen lagen nog lekker op een oor en het enige wat regeerde in het gebied was de rust en stilte. Begeleid door een groepje Baardmannetjes liep ik naar de hut van het Jaap Deensgat waar het stampvol zat met steltlopers, ganzen en eenden. De overvloed waar ik al een tijdje op zat te wachten was hier rijkelijk voor handen en het zoeken kon beginnen. Tussen de honderden Kemphanen en Zwarte ruiters vond ik na enige tijd de eerste leuke soort van de dag, een fraaie Poelruiter. Samen met een zingende Snor was dit een leuke binnenkomer en na nog een grote groep van 40 Casarca's te hebben bekeken ging de tocht verder richting Achter de Zwarten. Volgens de overleving lagen er vroeger, ter hoogte van Achter de Zwarten, in de Lauwerzee zwarte tonnen langs de vaargeul die de scheepvaart maar beter niet konden negeren, als men dat wel deed dan kwam men "Achter de Zwarten" en dan waren de spreekwoordelijke rapen gaar. Ondanks dat ik zaterdag aan de verkeerde kant van de zwarte tonnen stond bleef mij de rampspoed gelukkig bespaart, sterker nog, het gebied leverde mij twee IJsvogels, een Reuzenstern en een zomerkleed Breedbekstrandloper op, wat nou rampspoed? Op een van de campings nabij Lauwersoog zag ik de eerste pleepapier wandelaars al rond wandelen en dat was dus een teken dat het snel drukker zou worden in het gebied qua toeristen, snelheid was dus geboden en na een kop koffie en een heerlijke zoute haring in de haven van Lauwersoog, en een bezoek aan het eerste broedgeval van de Kleine Zilverreiger voor het Lauwersmeer gebied ooit, reed ik in een streep door naar de Ezumakeeg. Tot mijn verbazing was er bij aankomst in de hele Ezumakeeg geen vogelaar te bekennen en dat mag voor een zaterdag best opmerkelijk worden genoemd. Vaak is het een kwestie van inhaken en aanschuiven in de Keeg maar deze keer had ik zelfs de door mij zo gehate omgebouwde, en als kijkhut ingerichte, fietsenschuurtje helemaal voor mij alleen. Net als aan de Groninger kant was ook de Ezumakeeg zuid goed gevuld met steltlopers maar de eerste goede, nou ja betere, of anders gezegd, leuke soort was geen steltloper maar een adulte Zeearend die een kort rondje over het gebied vloog en zo voor enige paniek zorgde onder de aanwezige vogels. Na het zuidelijk deel van de Ezumakeeg leeg gevogeld te hebben was het noordelijk deel aan de buurt en ook hier kon ik mij vermaken met erg veel steltlopers maar de luchttrilling begon mij onderhand behoorlijk parten te spelen. Het werd steeds moeilijker om de ver weg zittende kleinere steltlopers op naam te brengen maar een deels nog in zomerkleed zijnde Grauwe Franjepoot bleef niet onopgemerkt en deze Frapo, jargon voor, was een erg leuke afsluiter voor een bezoek aan een erg rustig, maar zeer vermakelijk, Lauwersmeergebied.


Door mijn vroege vertrek van huis was ik rond de middag al klaar in de Lauwers en met een slakkengangetje reed ik via de kruipdoor sluipdoor wegen van het Hogeland weer terug naar den oost. Ik had nog tijd genoeg over maar twijfelde nog even of ik nu wel of niet naar de Dollard moest gaan maar de Polo leek als vanzelf toch die kant op te rijden. En wederom stond ik weer voor de tig honderdste keer op de trap die leid naar de beste vogelplek van oost Groningen, en mijn local patch, de Breebaart polder. Een blik over de dijk leerde mij dat het hier ook dikke mik was qua steltlopers en voor de zoveelste keer nam ik weer intrek in de mij overbekende schuilhut. De eerste vlotte scan met de telescoop leverde in eerste instantie niet veel meer dan een Kleine Strandloper op, leuk maar in de Lauwers had ik die morgen al 150 "kleintjes"gezien dus deze liet ik even links liggen. Het werd pas echt interessant toen mijn oog tijdens de tweede ronde op een slapende vogel met een grijze rug viel die ook nog eens voorzien was van een donkere streep op de bovenste schouderveren. Omdat de vogel met zijn rug naar mij toe stond, en ook nog eens bleef slapen kon ik nog geen andere kenmerken zien maar gezien de grote van de steltloper begon ik toch stiekem al aan een Terekruiter te denken. De hele tijd waren mijn ogen op de vogel gericht en na verloop van tijd begonnen de puzzelstukjes steeds meer op hun plek te vallen. Telkens als de vogel wakker werd werden er weer nieuwe kenmerken, zoals licht oranje poten en de opgewipte snavel, gezien en de eind conclusie was dan ook dat ik echt een Terekruiter had gevonden in mijn eigen local patch. Onderhand is dit al de vijfde Terekruiter voor de Breebaart maar nooit eerder had ik het geluk om er zelf een te vinden en na jaren van zoeken is het voor mij dan eindelijk dikke vette bingo met deze soort. Na de vogel op de app geknald te hebben ging ik vrolijk verder met zoeken tussen de duizenden Bonte strandlopers en dit was goed voor mijn tweede Breedbekstrandloper van de dag. Alles bij elkaar opgeteld was het dus een erg vruchtbare steltloper dag en een goed begin van het ornithologische najaar.  En zo zie je maar weer, ook al gaat het soms wat moeizaam, je moet nooit te snel je rug naar je eigen local patch keren.






donderdag 4 juni 2015

Iets anders met vleugels.


Het Oldambt is doorgaans een rustige en vredige regio die overheerst word door stilte. Maar eens in de twee jaar met Pinksteren breekt de pleuris uit in het luchtruim boven het Oldambt, dan is het tijd voor de Oostwold Airshow. Dit jaar werd het evenement voor het eerst in zijn geschiedenis op de beide pinksterdagen gehouden en als je het mij vraagt dan is dit een schot in de roos. Twee dagen lang staat het dorp in het teken van vliegen en vliegtuigen en de Oostwold Airshow is een van de grootste terugkerende evenementen in de regio die dit jaar op 20.000 betalende bezoekers kon rekenen. Natuurlijk was ik ook weer van de partij en de verrekijker en de telescoop werden geheel volgens traditie voor een keer een weekend in de Wilgen gehangen, even iets anders met vleugel, iets wat je amandelen laat trillen.


Spitfire Mk IX  3W17  De enige luchtwaardige Nederlandse Spit.

   
Gewapend met alleen mijn camera betrad ik het vliegveld, dat bij ons pal om de hoek ligt, en het viel mij direct op dat ik niet de enige was met een telelens. Schouder aan schouder stonden de fotografen met hun teletoeters langs de afzetting en stuk voor stuk waren ze op jacht naar dat ene, het perfecte plaatje. Het zal u niet verbazen dat ik vanuit mijn eigen Wereldje wel wat gewend ben op het gebied van massaal optiek geweld maar de Wereld van de vliegtuigspotters kan er ook wat van. In veel opzichten lijken de beide Werelden, die van de vogelaars en de vliegtuigspotters, veel overeenkomsten te hebben maar is dat ook zo? Zijn ze net zo gek als wij of hebben we te maken met een heel ander slag volk? Nu ik er toch tussen stond kon het kijken en vergelijken beginnen.



De OFMC  P-51 D Mustang Ferocious Frankie en de TFC  TF- 51 D 'Miss Velma'

Net als bij de vogelaars reizen de vliegtuigspotters ook stad en land af om leuke en nieuwe soorten te zien en vaak duiken de beste soorten op grote afstand van huis op. Vliegtuigspotters hebben het voordeel dat de plekken waar de vliegende objecten neerstrijkt vaak van te voren al bekend zijn, vogelaars moeten vaak maar wachten wat de dag weer te bieden heeft. Vliegtuigspotters hebben het voordeel dat hun vliegend object vrijwel altijd voor hun neus langs vliegt, vogelaars moeten altijd maar afwachten of ze de vogel überhaupt wel te zien krijgen. Vliegtuigen zijn groter dan vogel, je pikt ze dus sneller op. Vogelaars daar in tegen staan soms uren in een bosje te loeren in de hoop dat ze ook maar iets van een vogel zien. De voedselkeuze van beide hobbyisten komt aardig overeen, beide zijn opportunisten en scoren vaak rond of nabij hun vliegend object met enige regelmaat vet voedsel. Mensen die vliegtuigen fotograferen kunnen worden verdeeld in twee groepen, erg fanatieke en minder fanatieke mensen. Mensen die vogels fotograferen zijn te verdelen in meer groepen dan bij de spotters en wel in nauwelijks fanatieke, gematigd fanatieken en pixparasieten. Die laatste groep heeft geen verstand van vogels maar gaat alleen voor het plaatje. Een erg vervelende eigenschap van de pixer is dat hij met enige regelmaat opdringerig is naar zijn object en dat hij niet schroomt om net een stapje te ver te gaan. Dit laatste kenmerk komt niet voor in de Wereld van de vliegtuigspotters en dat siert deze groep mensen. Vliegtuigspotters tapen niet, ze spelen geen geluid van een Mustang P-51 D af om een Mustang P-51 D naar beneden te lokken. Binnen de Wereld van de vogelaars is het tapen in veel gevallen not done maar met enige regelmaat gebeurd dit wel, met alle gevolgen van dien. Veel vliegtuigspotters die fotograferen maken gebruik van een keukentrapje om boven de rest van het publiek uit te steken, andere mensen zien dan geen ene fuck en de verleiding om even een duwtje tegen het trapje te geven is voor veel mensen dan ook erg groot. Vogelaars, in welke vorm dan ook, hebben nooit een trap bij zich maar zijn vaak wel bereid om opdringerige fotografen een trap te geven.        


TFC Spitfire Mk Vb EP120


OFMC Spitfire Mk IXb MH434 en de Mustang P-51 D Ferocious Frankie.

Dit alles in ogenschouw nemend moet ik concluderen dat de Wereld van de vliegtuigspotters wel degelijk een hele andere is dan de mijne. De spotters hebben ten opzichte van de vogelaars veel voordelen, ze kunnen bijna alles vanuit een stoel, of keukentrap, volgen en het geen waarvoor ze komen komt ze vaak zo in hun snavel gevlogen. De Wereld van de spotters lijkt overigens wel iets verdraagzamer te zijn dan die van de vogelaars maar in veel opzichten is enige spanning ver te zoeken omdat ze vaak van te voren al weet wat er op zo'n vliegshow voorbij komt. Ik heb me twee dagen lang echt geen vreemde eend in de bite gevoeld maar dat kom misschien ook wel omdat ik niet al te gedetailleerd met de spotters in gesprek ben gegaan, had ik dat wel gedaan dan was ik genadeloos door de mand gevallen en dan was ik zeker ontmaskert. Vliegtuigspotter spelen is, zo eens in de twee jaar, best leuk maar om er nou heel Europa voor door te reizen?, nehhhhh. Net als na de eerdere edities van de Oostwold Airshow werden ook deze keer bij thuiskomst de kijker en telescoop weer uit de Wilg getrokken om het gewone leven weer op te pakken, ijzeren onderdelen werden weer veren en de propellers weer snavels, zoals het misschien wel hoort.    


NA T-6 Harvard


Hangar 11 Hawker Hurricane Mk IIB



Mustang P-51 D "Damn Yankee"


En dan weer terug naar het geen waar ik voor kwam, de vliegshow. Ik heb het hier op dit blog al wel eens eerder laten vallen dat ik verliefd ben op de Mustang P-51 D. Na mijn eerste ontmoeting met dit vliegtuig was het direct klaar, deze beauty heeft voor mij alles wat een vliegtuig moet hebben. De looks zijn om van te smullen, de snelheid doet elke Ferrari verbleken en van het geluid dat dit toestel voortbrengt zou je bijna spontaan een groeiend lichaamsdeel krijgen. Ik heb het nog nooit bij mezelf gezien maar ik vermoed dat mijn beide mondhoeken tot aan mijn oren rijken wanneer er een 70 jaar oude 12 cilinder Rolls Royce Merlin tot leven komt en er zijn maar weinig dingen in het leven die dat voor elkaar krijgen. Tijdens deze editie van de Oostwold airshow lukte het de organisatie om een geweldige, en indrukwekkende, vloot aan warbirds naar oost Groningen te krijgen en het zal nog wel heel wat jaren duren voor dat dit weer te zien zal zijn in Nederland. Naast 3 Spitfire's, een Corsair en een Hawker hurricane waren de Mustang's, met drie exemplaren, ook weer goed vertegenwoordigt. Een van de drie Mustang's is de "Damn Yankee"en dit is een van de twee Mustang's die Nederland rijk is. De Yankee is mijn huis, tuin en keuken Mustang want deze P-51 D woont in Oostwold en ik kan in de zomer dus met enige regelmaat van dit geweldig toestel genieten, hoeveel geluk kan je hebben. De andere twee, Miss Velma en Ferocious Frankie, waren nooit eerder in Oostwold geweest en ook al waren ze dat wel geweest, het genieten zal er nooit minder om worden. Al met al heb ik samen met vele duizenden mensen twee dagen genoten van een strakke vliegshow. Als afsluiter geef ik u, om misverstanden en ongemakken te voorkomen, deze nog maar even mee, vogelaars kijken naar vogels en spotters naar vliegtuigen, het is maar even dat je het weet.  


TFC Goodyear Corsair FG-1D


TFC Mustang TF-51 D 'Miss Velma'


dinsdag 26 mei 2015

Kleine vlieg.


Kleine Vliegenvanger  Schoonloo, Drenthe.           Red-breasted Flycatcher.

Hij stond al een tijd hoog op mijn verlanglijst en nu zat hij dan eindelijk binnen handbereik, een adult mannetje Kleine Vliegenvanger. Al de Kleine Vliegenvangers die ik tot nu toe gezien had waren eerste winter vogels, allen erg mooi maar met een volwassen mannetje krijg je toch net wat meer waar voor je geld. Natuurlijk had ik al veel eerder naar een mannetje kunnen gaan maar ver rijden voor een Kleine vliegenvanger doe ik niet, als de mosterd niet naar Abraham komt dan ..., inderdaad. De vogel van Schoonloo, Drenthe viel ruim binnen de marge van aanrijtijd dus de keuze om wel of niet te gaan was dan ook niet erg moeilijk, gaan dus. Ik had me niet echt in de locatie verdiept en tot overmaat van ramp had ik ook nog eens geen bereik met mijn telefoon en totaal verstookt van internet liep ik het zandpad op die op de kaart stukken korter leek dan dat hij in werkelijkheid was. Na al een behoorlijk stuk gelopen te hebben hoorde ik een vogeltje zingen en een ding was zeker, deze zang had ik nog nooit eerder in mijn leven gehoord. Iets in mijn rechter hersenkwab fluisterde mij in dat ik naar een Kleine vlieg stond te luisteren maar vermelde er nog wel bij dat ik het vogeltje bij het geluid moest gaan zoeken. Het geluid kwam recht boven mij uit de bomen en met een blik omhoog had ik hem dan eindelijk te pakken, een mannetje Kleine Vliegenvanger. De vogel was behoorlijk bewegelijk en zat tijdens mijn verblijf of hoog in de bomen of ver van het pad en dat was jammer. Een zingend mannetje Kleine Vliegenvanger, het is als Doutzen in bikini en aardbeien op een vanillevlaai, erg fraai om naar te kijken maar buiten dat erg smakelijk.    


vrijdag 22 mei 2015

TOH 2015.


En jawel hoor daar was hij weer, de TOH (Top of Holland ) vogeldag. Lang is er door veel vogelaars weer naar deze editie uitgekeken en de verwachtingen waren, net als in de voorgaande jaren, dan ook weer hoog gespannen. Dit jaar waren meer dan 150 vogelaars, verdeeld over meerdere teams, uit heel Nederland weer naar de TOH gekomen om een gooi te doen naar de hoofdprijs, een nieuwe telescoop. De TOH vogeldag begint binnen vogelend Nederland een evenement met naam te worden die bol staat van zekerheden. Naast een Breedbekstrandloper, een soort die eigenlijk geen punten meer verdiend volgens ons team, is slecht weer ook zo'n zekerheid. Ook dit jaar wisten we die traditie van regen, harde wind en diepvries kou weer levend te houden en een TOH dag met mooi weer lijkt dan ook zeldzamer dan welke dwaalgast dan ook.


Amerikaanse Goudplevier  Polder Breebaart Dollard, de vogel liet de grijze onder vleugel even mooi zien.     American Golden Plover, the price winning bird on the Top of Holland birding day.


Vorig jaar werd als antwoord op de vele teams uit het westen des lands het team "de Breedbekken" in het leven geroepen en het team ging ook dit jaar weer, in dezelfde samenstelling als in 2014, op pad om een greep te doen naar de beste soort van de dag en de eeuwige roem. Het team bestaat uit 4 mannen met oost Groninger roots en stuk voor stuk lopen ze al heel wat jaren mee in de business. Alle 4 de mannen beschikken ook nog eens over een gezonde dosis extreme flauwe humor en het zal u dan ook niet verbazen dat deze editie van de TOH weer behoorlijk wat hilarische momenten heeft gekend. Samen gepakt in een Opel Corsa gingen de Breedbekken om 7.00 uur in de morgen op pad om oost Groningen om te ploegen en over de kop te trekken.


In de aanloop naar de TOH dag werd besloten om te beginnen in de Eemshaven maar die strategie werd vlotjes gewijzigd toen ons een meer dan vage claim ten ore kwam dat de Steppe Kiekendief van de Dollard polders weer teruggekeerd was. Niets is natuurlijk onmogelijk maar de locatie van vorig jaar word al weken lang door enkele mensen in de gaten gehouden en een ding is zeker, de vogel is in de laatste weken door ons zeker niet gezien. Ondanks de vaagheid van de claim werd toch besloten om eerst de Dollard polders in te duiken om het een en ander te checken en de uitkomst was, geheel volgens verwachting, negatief. Wel werden hier de eerste Blauwe en Grauwe Kiekendieven waargenomen en er zouden zaterdag nog velen volgen. Naast de Kiekendieven waren de polders nog goed voor enkele Noordse Kwikstaarten en daar bleef het ook wel bij. Bij Nieuw statenzijl beleefde ons team zijn eerste, en ook direct zijn laatste, kans om een paar punten bij elkaar te harken toen een slank ogende Kiekendief over de kwelder richting Duitsland vloog. Bruine en blauwe konden vrij vlot worden uitgesloten en er bleven dus nog twee opties over, Grauwe of Steppekiekendief. De vogel werd door twee van de teamleden opgepikt maar de kiek vloog redelijk snel, en hoog, naar Duitsland. Alleen gewapend met een kijker werd hard een poging gedaan om de vogel op naam te brengen maar dit bleek zonder telescoop niet te doen. De waargenomen kenmerken waren te mager om er een zekere Steppekiek van te maken al deed het daar bij vlagen wel aan denken. In een poging om de kiek alsnog terug te vinden liepen we nog een stuk Duitsland in maar de vogel was in geen velden of wegen meer te bekennen. Dit zijn dus de momenten die even pijn doen en meer dan een kiek spec zal dit beest voor ons dus nooit worden. Ook dit jaar had ik mij weer opgeworpen als de man van de verbindingsdienst en mijn voornaamste taak op zo'n dag is om de WhatsApp en Email berichten op waarde in te schatten. Na veel gaapberichten, van schaarse vogels die al weken of maanden aanwezig zijn, kwam er eindelijk een soort voorbij die, en dichtbij zat, en erg leuk was, de Witvleugelstern. De vogel vloog al foeragerend boven het Oldambtmeer maar was door de harde, en koude, wind soms lastig te volgen. Het weer was zonder twijfel de grootste stoorfactor op deze zaterdag en het zorgde er soms voor dat het team in een lichte depressie belande. Er zijn veel manieren om een inzinking wat te verlichten maar het team leek toch het meest baat te hebben bij het eten van ongezonde etenswaren. De kofferbak van de Corsa was voor een keer ingericht als een mobiele Jumbo die ook nog eens voorzien was van een zeer verrassend assortiment. Menig keer verdween een hand van een teamlid in de kofferbak en telkens werd er weer een nieuw product tevoorschijn getoverd. Koekjes, snoepjes, chips, metworst, brood, een gezinspak Twixen, frisdrank, en bier, het weer werd er niet beter van maar het smaakte prima.    


Noordse Kwikstaart. Mannetje  Dollard.       Grey-headed Wagtail , Motacilla flava thunbergi.

Blieptudeleduh, en weer kwam er een Appje binnen en wederom verscheen er een soort in beeld waar wij als team wel oren naar hadden, de Breedbekstrandloper (s). De vogels werden buitendijks in de westhoek van de Dollard gevonden door het team die ons ook al aan de Witvleugelstern hielp en het begon er een beetje op te lijken dat we aanhangers waren geworden. ( Aanhangen of Aanhangers, Vogelaar (s) die zelf te beroerd is/zijn om leuke soorten te zoeken en/of in gebreke blijft (ven) bij de determinatie van schaarse of zeldzame soorten en daarom zijn collega vogelaars gaat schaduwen in de hoop aan te kunnen sluiten) Een blik op de getijden App was genoeg om er achter te komen dat er wat haast bij deze vogels zat. Het was afgaand tij en bij aankomst op de vermelde plek waren de eerste slikplaten al weer in beeld, iets wat erg snel kan gaan. Op het wad waren duizenden steltlopers aanwezig en even hadden we er een zwaar hoofd in om de Breedbekstrandlopers terug te vinden, iets wat ongegrond bleek want de vogels werden verrassend snel door ons teruggevonden. De grote groepen steltlopers vlogen meerdere keren op en op een gegeven moment zaten de groepen te ver van de dijk om er nog koek van te bakken. In de korte tijd dat we op de dijk stonden werden zeker 2 Breedbekstrandlopers door ons gezien, door de bewegingen van de steltlopers was een derde vogel niet op zeker te zetten maar met twee waren we meer dan tevreden. Tijdens de TOH dag van 2014 had Willem de coördinatie over het moment van warm eten en dat is de twee oudste leden van het team vorig jaar bijna fataal geworden, de eerste verschijnselen van uithongering waren al te bespeuren en om te voorkomen dat het nogmaals uit de klauwen zou lopen werd Willem op een geheel ondemocratische manier door de oudjes uit deze functie gezet. Op de kruising naar de Breebaart polder en de kibbeling toko moest een keuze worden gemaakt, of eerst recht door om te eten of toch rechts afslaan de Breebaart polder in. Er werd besloten om eerst de inwendige mens te verwennen met kibbeling maar achteraf gezien was dit misschien wel de verkeerde keuze. Op het moment dat we het servetje langs onze mondhoeken trokken pingelde mijn telefoon voor de zoveelste keer maar deze keer was het bericht dat ik las in veel opzichten stukken beter dan alle vorigen. Op het scherm stond te lezen, Amerikaanse Goudplevier tp in de, krijg nou de pleuris, polder Breebaart. Tja, dan krab je je zelf nog eens achter je oren en zet koers naar de Breebaart die gelukkig maar op slechts drie minuten rijden van de kibbeling toko ligt. Als je de vogel een keer in beeld hebt dan verdwijnt het idee dat hij van ons had kunnen zijn als sneeuw voor de zon en je feliciteert het team, die ons ook al aan de Witvleugel en de Breedbekstrandlopers hielp, met hun vondst. Na de vogel uitgebreid bekeken te hebben werd het tijd om onze weg weer te vervolgen, op naar het haventje van Termunterzijl om nog wat meeuwen te doen. Er waren maar weinig grote meeuwen aanwezig in de buitenhaven maar na wat zoekwerk wisten we er toch nog twee Pontische meeuwen en een adulte Geelpootmeeuw uit te trekken en dat is best opmerkelijk zo midden in mei. Het liep inmiddels al tegen zessen en er was nog een gebied die we voor de sluiting van de vogeldag zeker nog wilden bezoeken, Tetjehorn. Tetjehorn is in het verleden al eens goed geweest voor een aantal goede soorten maar op deze dag kwamen we hier niet verder dan 2 Roerdompen en een Snor, die overigens maar heel kort zijn snavel even open trok. Om 19.00 uur kwam er een einde aan de TOH vogeldag 2015 en na 12 uren vogelen kwamen we tot de conclusie dat het ondanks het waardeloze weer toch best een aardige dag was. Het lukte team de Breedbekken wederom niet om wat punten te scoren maar daar lagen de teamleden niet echt wakker van, het gaat om de lol en het meedoen mensen, winnen is leuk maar het blijft bijzaak.


Pontische Meeuw. 1e zomer Termunterzijl.                                Caspian Gull.