dinsdag 8 maart 2016

Indien aanvaard.


Amerikaanse Tafeleend   Zuidhorn.                                       Redhead.

Het ornithologisch jaar is nog maar amper begonnen en wederom dook er alweer een potentiĆ«le nieuwe soort voor Nederland op, de Amerikaanse Tafeleend. Na de Nachtegaal van Hoogwoud was het nu de beurt aan een eend, een Amerikaanse eend, een eend van een soort die geacht word zelfstandig naar Europa te kunnen vliegen maar die dat in het verleden, in tegenstelling tot andere Yankee eenden, nog maar slechts vier keer eerder had gedaan. In vergelijking tot de Roodkeelnachtegaal werd deze eendvogel maar matig bezocht en de reden daarvoor laat zich raden, een eend als deze licht vaak net iets zwaarder op de maag en roept bij veel twitchers toch wat vraagtekens op. Ook ik stond niet direct op de tafels te dansen toen het nieuws naar buiten kwam en dat komt puur omdat ik, net als veel andere vogelaar, qua "zeldzame"eenden vaak wat in de conservatieve hoek zit. Soorten als Siberische Taling, Bronskopeend en Kokardezaagbek staan, ondanks een paar aanvaarde gevallen, nog steeds niet op mijn NL lijst en dat komt puur omdat ik er geen lekker gevoel bij heb, de soorten zeggen me weinig en ze bezorgen mij echt geen seconde jeuk. Op zich is het natuurlijk best mogelijk dat de genoemde soorten op eigen kracht Nederland kunnen bereiken maar als mijn gevoel mij zegt dat het niks is dan is de wil om er achteraan te gaan er vaak ook niet. Toch lijkt de Amerikaanse Tafeleend van Zuidhorn op een aantal punten best aardig te scoren, zo is hij niet voorzien van ringen of andere toeters en bellen die op een herkomst uit gevangenschap kunnen wijzen en van enige tamheid lijkt ook geen sprake. De soort word nauwelijks in gevangenschap gehouden maar word wel in staat geacht grote afstanden af te kunnen leggen. Het enige wat deze eend tegen zich lijkt te hebben is dat de vogel een paar staartveren mist en dat hij lichte schade heeft aan een paar handpentoppen in de rechter vleugel, iets wat best verklaarbaar zou kunnen zijn maar een gave vogel zou in deze wat mij betreft toch net iets beter uit de verf komen. Dit alles in overweging nemend moet ik dus een keuze maken, ben ik een believer of een non believer, blijf ik bij deze dwaalgast in de conservatieve hoek hangen of ga ik over stag. De foto's zeggen eigenlijk al genoeg want als je er niet in gelooft dan moet je er ook niet heen gaan, al zegt mijn gevoel me bij vlagen wel dat ik misschien toch wel aan de verkeerde kant van de streep sta. Indien aanvaard +1 dus.    


Redhead.                       If accepted, the first for the Netherlands.  

Nu de eerste tekenen van de op handen zijnde lente zich aandienen lijkt de winter alweer bijna verleden tijd. De dagen worden gelukkig alweer langer en aan de stroom van erg leuke soorten lijkt nog steeds geen einde te komen. Na een paar fraaie wintersoorten opgerold te hebben leek er plotseling uit een ander vaatje getapt te worden, die van de ongebruikelijke overwinteraars. De zachte Nederlandse winters lijken er voor te zorgen dat steeds meer vogels het nog langer vertikken om naar het zuiden te trekken en steeds vaker kom je dan ook soorten tegen die eigenlijk helemaal niet passen bij de Hollandse winters. Lepelaars in december, wolken Kluten in januari en een Dwerggors en Steppe Kiekendief in februari, kan het nog gekker? Bij de laatste twee genoemde soorten werd mijn geduld, en mijn vermogen tot zelf beheersing, overigens behoorlijk op de proef gesteld. Zo werd de Dwerggors tijdens mijn aanwezigheid herhaaldelijk door een pixparasiet weggepest en ik heb dan ook een paar keer even tot tien moeten tellen om niet uit mijn pantoffels te schieten. Telkens als ik de Dwerggors net in beeld had liep het stuk terreur weer een paar stappen naar voren waardoor het vogeltje weer de wieken nam, ik piste dus telkens net naast de pot. Voor een keer is dat jammer, na drie keer word het al wat irritanter en na zes keer mag je wat mij betreft heel diep in het veen wegzakken. Waar is de blikseminslag als je hem nodig hebt zal ik maar zeggen. Na lang wachten kreeg in de zeldzame gors alsnog goed te zien maar de ergernis was er wederom weer niet minder om.


Casarca.      Blauwe stad.                                                                      Ruddy Shelduck.

Bij de Steppe Kiekendief, welke overigens de eerste overwinterend Steppe Kiek voor Nederland ooit is, was het ook een kwestie van een lange adem. Ik dacht, als ik nou eens vroeg in de morgen naar De Onlanden ga dan zal het vast niet lang duren voor dat ik de kiek in beeld heb, fout gedacht dus. Dat vroeg gaan lukte wel maar dat tweede deel van het verhaal pakte even heel anders uit. Meer dan drie uur lang heb ik met afgestorven handen, voeten en eieren in de vrieskou staan wachten maar al wat er kwam, geen Steppe Kiek. Het was maar goed dat ik zo nu en dan wat aanspraak van andere vogelaars had want anders was het wel een heel erg saaie morgen geworden daar in het Drentse land van Pitrus en Riet. Uren lang stonden we met meerdere mensen in het gebied te posten en om de vijf minuten scande ik met de scoop het hele gebied af maar de Kiek bleef onvindbaar. Het was inmiddels bijna twaalf uur geworden en ik begon er zo langzamerhand schoon genoeg van te krijgen. Ik was tot aan mijn botten toe verkleumd en mijn vingers leken inmiddels meer op Ola ijsjes dan op menselijk vleeswaren. Rillend van de kou scande ik nog maar een keer het gebied af en eindelijk was het dan bingo, ik had de Steppe Kiekendief in beeld maar de vogel vloog op grote afstand en was soms lastig te volgen. De Kiek vertikte het om dichterbij te komen en verdween, tot overmaat van ramp, na een paar minuten alweer uit mijn kijker. Meer dan drie uur lang had ik staan wachten op een Steppe Kiek die achteraf gezien op alle fronten totaal geen zin had om mee te werken, wat een grote koude rukzooi was dat zeg.
            

Witoogeend  Bourtange.    Ferruginous Duck. A German reintroduction bird.

Het mag wel duidelijk zijn dat die hobby van mij de laatste paar weken, ondanks de leuke soorten, bol staat van de bijsmaken. De ene keer moet ik stelling nemen bij een eend en de andere keer moet ik het wangedrag van een fotograaf of een Kiekendief slikken. Even had ik nog de hoop dat ik snel uit het nare bijsmaak circuit kon vluchten maar de volgende kandidaat met een smaakje liet niet lang op zich wachten. Witoogeenden worden maar zelden gezien in Groningen en de vogel van Bourtange leek mij dan ook een prima gelegenheid om maar weer eens een Witoogje te doen. Nu is de Witoogeend wel een soort die soms een beetje in een schemer gebied verkeerd want net als bij de eerder genoemde Bronskopeend, Siberische Taling en Kokardezaagbek wil er nog wel eens een Witoogeend uit een kooitje glippen. Toch worden er met enige regelmaat "goede" Witoogeenden gezien in Nederland maar de Bourtange vogel is dat zeker niet, sterker nog, fouter dan deze gaan ze en kunnen ze bijna niet worden. De vogel draagt aan haar rechterpoot een gele kleurring (code NN ) en na wat speurwerk op het internet bleek het om een Duitse vogel uit een herintroductie project te gaan. De Duitsers kweken in meerdere dierentuinen, ik bedoel maar, Witoogeenden om ze vervolgens op het Steinhuder meer nabij Wunstorf, Nedersaksen weer los te laten. Men hoopt dat de vogels daar, of in de nabije omgeving, tot broeden komen en voor nageslacht gaan zorgen en een ergere vorm van faunavervalsing is er volgens mij niet denkbaar. Inmiddels zijn er tussen 2012 en 2015 niet minder dan 350 vogels uitgezet en ik vermoed dat we daar in Nederland nog jaren lang plezier aan zullen beleven. Foute eenden en eenden waar je in moet geloven, fotografen die je het leven zuur maken en roofvogels waar je het voor de verandering niet warm maar erg koud van krijgt, wat een heerlijke hobby heb ik toch.

zondag 31 januari 2016

En doorgaan.


IJsduiker.  Leekstermeer.                                                 Great Northern Loon.

Als u denkt dat ik na het zien van de Roodkeelnachtegaal in een groot zwart gat ben gedonderd omdat het hoogst haalbare verzilverd is dan hebt u het mis. Het is zonder enige twijfel het fijnste bosje veren dat ik sinds jaren heb gezien maar het zien van de holy grail is zeker geen reden om de kijker in de wilgen te hangen, sterker nog, we gaan gewoon door.    


Paarse Strandloper.                                                                            Purple Sandpiper

Na de beide Burgemeesters en de erg smakelijke Nachtegaal was het wederom weer raak met een erg leuke soort, een soort die ik maar mondjesmaat zie en waar ik maar al te graag een paar kilometer voor om rij, de IJsduiker. In de loop der jaren heb ik al aardig wat IJsduikers bij elkaar gescharreld maar nooit eerder zag ik er een in het binnenland. De vogel van het Leekstermeer was dan ook een leuke mogelijkheid om dat even recht te zetten. De weersverwachtingen voor die zaterdag zagen er niet echt geweldig uit maar deze keer boeide mij dat niet echt want tijdens het zien van een IJsduikers horen je nou een keer koude klauwen en een druppel snot aan je neus te hebben, al was het alleen maar om het totaalplaatje compleet te maken. Na aankomst bij het Leekstermeer had ik niet eens een kijker nodig om te zien waar het bakbeest zwom. De duiker zwom een behoorlijk stuk uit de kant maar de contouren logen er niet om. De aanwezige Grote Zaagbekken en Wilde Eenden vielen totaal in het niets bij de IJsduiker en pas toen de vogel naast een Aalscholver zwom was echt duidelijk te zien hoe groot deze jongens nu werkelijk zijn. De duiker was de hele tijd druk aan het foerageren en verplaatste zich onder water over grote afstand en was soms kort even zoek. Na enige tijd wachten kwam de vogel iets dichterbij en kon ik een bruikbaar recordshot van de vogel maken.        


Buizerd.                                                                                         Common Buzzard

Omdat ik s'middags nog een overleg in het Lauwersmeer had moest ik de IJsduiker laten voor wat het was. Dat de vogel niet dichter naar de kant zou komen was wel duidelijk maar ondanks dat was het toch even weer genieten van een geweldige vogel. En dan het Lauwersmeer. We moesten het zakelijke en het plezierige maar eens met elkaar combineren dacht ik zo. Nadat we de zakelijke kant afgerond hadden dook ik de haven van Lauwersoog in om een soort op te zoeken die ik in het Oldambt vrijwel nooit zie, de Paarse Strandloper. De Paarse Strandloper is een soort die zich in de wintermaanden vrijwel altijd tussen de Steenlopers ophoud en als je een paarse wilt zien dan moet je, hoe gek het ook klinkt, altijd eerst een groep Steenlopers opzoeken. In de haven van Lauwersoog zitten altijd wel Steenlopers en ook deze keer was het dus een koud kunstje om de eerste groep te vinden. Deze keer had ik het geluk dat er een flinke verhoging in het water zat waardoor de Steenlopers pal naast mijn auto zaten. En blik was genoeg om de eerste van in totaal 5 Paarse Strandlopers tussen de Steenlopers uit te pikken en een ding was zeker, deze keer zaten ze wel erg dichtbij. De vogels zaten geruime tijd veelal slapend naast mijn auto maar namen de wieken toen ze door drie collega vogelaars bruut uit hun slaap werden verstoort. De vogels vlogen op en kwamen niet meer terug maar ik had waar ik voor gekomen was, de Paarse Strandloper.  


Paarse Strandloper.                                                                     Purple Sandpiper

En als we dan toch in de haven van Lauwersoog zijn dan pikken we de al weken aanwezig zijnde Roodhalsfuut ook maar direct mee. In tegenstelling tot de Paarse Strandlopers liet deze vogel zich maar moeilijk vinden. Bij mijn vorige Roodhalsfuut in Lauwersoog ging het ook al niet van een leien dakje en ook deze keer was het weer drama. Tig keren reed ik een rondje door de haven om vervolgens de vogel onder een stijger terug te vinden, de loeder. Roodhalsfuten in Lauwersoog, het blijft voor mij een lastig verhaal maar smaakmakers zijn het zeker. Zo maar een zaterdag in januari en thuis komen met een Zeearend, een IJsduiker, 5 Paarse Strandlopers en een lastige Roodhalsfuut, het kon minder mensen, stukken minder.


Roodhalsfuut.  1e winterkleed                                                 Red-necked Grebe.

zondag 17 januari 2016

Roodkeelnachtegaal.


Roodkeelnachtegaal.                  The first Siberian Rubythroat for the Netherlands.

Je ziet het wel vaker voorbij komen op Facebook, een foto van een vogel met daarboven de tekst, wie weet welk vogeltje dit is? Op vrijdag verscheen er wederom zo'n bericht op Facebook van een mevrouw uit Hoogwoud, ze had een vogeltje gefotografeerd in de tuin van haar zoon en een ding was zeker, na het indrukken van de enter knop op haar computer had ze niet kunnen vermoeden dat er een dag later vele honderden zwaar bewapende vogelaars naar Hoogwoud zouden trekken om de vogel in kwestie te bekijken.  


Na het verschijnen van de foto op Facebook stond direct heel Nederland vogelland op scherp want als dit allemaal zou kloppen dan zaten we met elkaar naar een foto van de eerste Roodkeelnachtegaal voor Nederland te kijken. Menig Whats app groepje in het land moet net als de Grunn groep uit zijn veters gesprongen zijn en hoewel de exacte plek nog niet bekend was werd een ding wel duidelijk, er waren erg veel mensen die deze vogel wilden zien. De twitch politie zette alles op alles om de juiste locatie te achterhalen en na een speurtocht in de vriendenkring op de vrouw haar Facebookpagina bleven er nog maar twee mogelijke namen van haar zoon over en dus ook twee locaties waar de vogel zou kunnen zitten. Het zou dus een kwestie van tijd zijn voor de juiste tuin gevonden werd en zo geschiede.


Nu bekend was waar de vogel zat zou de buurt in een mum van tijd worden overspoeld met honderden vogelaars die allen maar een ding voor ogen hadden, de Roodkeelnachtegaal zien. Dat dit de nodige irritaties onder de bewoners met zich mee zou brengen laat zich raden. Niemand zit immers te wachten op honderden nieuwsgierige vogelaars die constant over de schuttingen hangen en die bij elke beweging van de vogel als een kudde blinde koeien door de wijk rennen. Daarom werd er naar een maatregel gegrepen die we in Nederland maar zelden zien, het was mogelijk om, tegen betaling van 5 euro pp, de vogel vanuit een woonkamer te zien. Op deze manier was de toeloop te controleren en alle vogelaars hadden nu allemaal dezelfde kansen om de vogel mooi te bekijken zonder de overige bewoners van de wijk lastig te vallen.  


Nico in gesprek met een verslaggever van het NOS journaal.  

Voor mij was een ding zeker, deze mega dwaalgast wilde ik beslist zien en na wat bellen en app'en besloten ik om samen met Nico en Dietrich af te reizen naar het Noord Hollandse Hoogwoud. We spraken af bij het Van der Valk hotel in zuidbroek maar om daar te komen was nog een heel ander verhaal. In de voorliggende nacht had het flink gesneeuwd in oost Groningen en binnen enkele uren was er zeker 10 centimeter sneeuw gevallen. Met een slakkengangetje van 40 kilometer per uur reed ik over een compleet witte A7 in de richting van Zuidbroek om daar bij de andere mannen in te stappen. Veel later dan afgesproken arriveerden mijn reisgenoten bij het hotel, ze hadden onderweg ook veel last van de sneeuw gehad en waren met gepaste snelheid over de wegen gekropen. Pas nadat we de stad Groningen gepasseerd waren werd het beter op de weg en kon het gas er op en werd er, op een kleine pisstop na, in een lijn koers gezet naar de plek des onheil, Hoogwoud. Bij aankomst vingen we vrijwel direct een glimp van de vogel op maar voor ons was dat te mager, we wilden meer zien van de vogel en we besloten om, net als al die andere honderden vogelaars, aan te sluiten in de wachtrij die voor de voordeur van Beukenlaan 17 stond.  


About 600 twitchers were able to see the Siberian Rubythroat in a backyard, from the livingroom.

Na een poosje wachten betraden we, na de 5 euro afgetikt te hebben, de woning en een ding was duidelijk, de vele honderden modderige schoenen hadden zichtbaar hun sporen nagelaten op het lichte laminaat. In de woonkamer waren de stoelen, tafels en banken verwijderd om de twitchers wat meer ruimte te geven en de vensterbank was helemaal leeg gehaald. De groep voor ons moest al vrij vlot na het zien van de vogel alweer plek maken voor de volgende tien twitchers en voor ik het wist stond ik voor het raam te wachten op de heilige graal, het eeuwige onbereikbare en de juweel op de lijst van elke vogelaar, de Roodkeelnachtegaal. Na een paar minuten wachten glipte het vogeltje eindelijk door de schutting en het kijken en het maken van foto's kon beginnen. Door het tegenlicht en de spiegeling in het achterraam was dit een lastige klus maar aangezien iedereen in hetzelfde schuitje zat namen de meeste aanwezigen snel genoegen met wat ze aan plaatjes hadden. De vogel verdween vrij vlot weer tussen de schutting en geheel tegen de afspraken in kreeg mijn lichting nog een nieuwe poging cadeau van de mensen die toezicht hielden, waarvoor nog erg veel dank. Ook tijdens de tweede ronde liet de vogel zich weer formidabel bekijken maar hielt het na een paar minuten wederom weer voor gezien. Onze tijd zat er op en binnen een paar minuten stroomde de kamer weer vol met een nieuwe lichting vogelaars en wij verlieten, nadat we de gastvrouw bedankt hadden, voldaan weer de woning. Na een twitch als deze verkeer je voor de rest van de dag in een roes vol ongeloof en waarheden maar de Roodkeelnachtegaal zit in de knip, een dikke vette +1.  Nog even voor de duidelijkheid, je plaatst op vrijdag een foto op Facebook van een voor jouw onbekende vogel en vervolgens heb je na twee dagen 600 man over de vloer gehad !! Als er nu nog mensen zijn die beweren dat sociale media je leven, en je huis, niet overhoop kan gooien dan weet ik het ook niet meer. Een druk op de enter knop mensen, een keer drukken.  


zondag 10 januari 2016

Beide Burgemeesters.



Grote Burgemeester  Wildervank.             Glaucous Gull.

Elke hobby heeft zijn voordelen maar tegelijkertijd ook weer zo zijn nadelen. Neem nou die hobby van mij, Geen dag is het zelfde, altijd buiten en telkens weer zijn er andere, vaak leuke, dingen te zien. De keerzijde van de medaille is dan weer dat je altijd afhankelijk bent van het weer en dat dat van de een op de andere dag om kan slaan in Nederland is in de afgelopen week wel duidelijk geworden. Na de warmste kerst sinds eeuwen sloeg het weer in een keer om en werden we in noord Nederland getrakteerd op winters weer dat het hele dagelijks leven in ons plattelands dorpje voor een week helemaal plat legde. Een dikke laag ijzel zorgde er voor dat de postbode en krantenbezorger thuis bleven, het openbaar vervoer, voor zover aanwezig, stil lag en dat de buurtsuper lege schappen begon te vertonen.    


For the first time ever in the region, two Arctic Gull species on one day!!


Kleine Burgemeester Stadskanaal.  Record shot.             Iceland Gull.

Om eerlijk te zijn had ik mij mijn laatste week van de vakantie wel een beetje anders voorgesteld. Zo had ik nog een dagje Westerwolde op het programma staan en ook was het de bedoeling om nog wat tijd bij een paar IJsvogels door te brengen maar code rood gooide nogal wat roet in het eten. Nu word er wel eens lacherig gedaan over code geel, oranje of rood maar deze keer was het echt foute boel in den oost en wel op pad gaan zou gelijk hebben gestaan aan zwemmen tussen Witte haaien, je kan het een tijdje volhouden maar je weet haast wel zeker dat het vroeg of laat mis gaat. Hoe graag ik het ook zou willen, het veld in gaan met deze weersomstandigheden was geen optie en het enige wat dan nog reste was thuis bij de kachel blijven zitten en wachten op betere tijden.


Geelpootmeeuw. 2e kj                                                              Yellow- Legged Gull.


Our daughter ice skating on black ice.

En net als anders kwam er ook deze keer na koude regen weer zonneschijn en konden we weer aan de bak met een soort die ronduit zeldzaam is in de binnenlanden van Groningen, de Grote Burgemeester. De vogel werd gevonden nabij een vuildepot in Wildervank en liet zich erg fraai bekijken op het depot en op de omliggende landerijen. De eerste "lekkere"soort voor het nieuwe jaar was binnen en voor een aftrap met een Grote Burry (jargon voor) zou ik elk jaar wel willen tekenen, wat een toffe beesten. Zondag reed ik nogmaals naar Wildervank om de Burry met een bezoek te vereren. Ik reed amper op de N33 toen er op mijn telefoon te lezen stond dat er een Kleine Burgemeester was gevonden nabij Stadskanaal. Krijg nou wat, na een Grote Burry nu ook nog een Kleine Burry er overheen, pffh. Na de nodige telefoontjes over de locatie werd de koers gewijzigd van Wildervank naar Stadskanaal. Bij aankomst was het direct harken en de tweede burgemeester van het weekend kon net als de eerste zonder moeite worden bijgeschreven. De Kleine Burry zat behoorlijk ver van de weg maar dat mocht de pret niet drukken, hebben is hebben toch!! Nu hing er een historisch momentje in de lucht, ik kon op een dag, in de provincie, beide soorten burgemeesters zien, iets wat volgens de aanwezige vogelaars nooit eerder mogelijk was geweest en dat komt puur omdat beide soorten zeldzaam zijn. Na de Kleine Burry van Stadskanaal te hebben bekeken werd weer koers gezet naar die andere Burry, die van Wildervank. Ook deze vogel was nog aanwezig en zo kon er geschiedenis worden geschreven in oost Groningen. Wat een heerlijke start van het nieuwe jaar mensen.    



dinsdag 22 december 2015

Gehaktmolens.


Pontische Meeuw. ( Casper de huis, tuin en keuken Pont )  Caspian Gull.

Jawel hoor, het is de mensheid weer gelukt om een stukje van "mijn territorium" te bevuilen met meerdere onooglijke bouwsels. Deze keer viel mijn meeuwen hotspot, de pier van Oterdum, ten prooi aan een stukje horizon vervuiling van de bovenste plank, en geloof me, we zullen er nog jaren plezier van hebben. De ooit zo rustige pier word nu naast de gebruikelijke zondagsrijders, u weet wel van die slakken die op zondag voor Jan lul hun tank leeg rijden, dus ook overspoeld door het monotone schijtgeluid van ronddraaiende wieken.      



Zilvermeeuw.                                      Herring Gull.


Geelpootmeeuw.   Oterdum.   Yellow-legged Gull.

Nagenoeg het gehele jaar was de pier voor de bouw van de reuze gehaktmolens voor Jan en alleman afgesloten en mede dankzij een Duitse bewaker, je verzint het niet, is het helaas niemand gelukt om een van de bouwsels te jatten of te saboteren. Bij elke schijnbeweging die ik op of nabij de pier maakte werd ik scherp in de gaten gehouden door de oosterbuur, die overigens het gezag van een zak uien uitstraalde en die in de zomermaanden een penetrante zweetlucht in zijn kielzog met zich mee nam. Na maanden van wachten was het dan eindelijk zover, de pier ging weer open maar een van de schakels, misschien wel de belangrijkste en zeker de lekkerste, in de Oterdum driehoek liet nog even verstek gaan, snackkar de Smulsmurf. Even dacht ik dat de Smulsmurf in de Eems was gepleurd en het loodje had gelegd maar de Smurf leef gelukkig nog, al houd het niet over als je de eigenaar van de snackkar moet geloven. Nu de Oterdum cirkel weer rond lijkt te zijn maak ik me weer op voor wederom een winter meeuwen kijken en aflezen langs de Eems, iets wat tot nu toe best leuke meeuwen en aflezingen opleverde.


Pontische Meeuwen. 1e winter ( boven) en een 2e winter ( onder)



Geelpootmeeuw.  Oterdum.    Yellow-legged Gull.

     Nu kan je wel denken, gaan we weer met die meeuwen, maar bij gebrek aan beter, of anders gezegd,  door een overvloed aan veel van het gebruikelijke wintermeuk, moet je keuzes maken. Of je rijd een hele dag rondjes door de polders en komt thuis met een paar Ruigpootbuizerden, IJsvogels, Blauwe Kiekendieven, Fraters en wat Zeearenden of je blijft in het weekend even iets langer dan normaal lekker in een semi winterslaap op bed liggen en pikt op gezette tijden zo her en der wat meeuwen mee. Het zal u niet verbazen dat ik tijdens de vervelende donkere dagen rond de kerst voor optie nummer twee kies, al onze medewerkers zijn dus even niet bereikbaar tot aan het nieuwe jaar.     



Pontische Meeuw.  4e kj Oterdum.   Caspian Gull.



zondag 15 november 2015

Ral.


Waterral  Dollard.                                                             Water Rail.

Een lopende hond vangt altijd wel wat in zijn mond. Na een dag afzien op en rond Rottumeroog had ik heerlijk geslapen maar had weinig rust in mijn kont. Dit kwam niet omdat ik nog naweeƫn had van de boottocht maar omdat ik wist dat er, net als de dag ervoor, een tij met flinke verhoging aan kwam. Een springtij in de Dollard staat altijd gerand voor leuke soorten en dat komt omdat de meeste vogels dan de zeedijk opzoeken om daar te overtijen, je krijgt alles dus op een presenteerblaadje opgediend. Een kleine blik achter de dijk bij Termunterzijl was voor mij genoeg om te zien hoe het er buitendijks voor stond en de voortekenen waren gunstig. Al ver voor dat het water zijn hoogste punt had bereikt waren de strekdammen al niet meer te zien en voor mij was dat genoeg info om richting de Dollard te rijden.


This Water Rail was found trapped in a cattle grid.

Bij aankomst waren de kwelders al nagenoeg ondergelopen en alleen de hogere kleiruggen waren nog zichtbaar. Het eerste wat opviel waren de grote groepen Kluten die aanwezig waren op de ondergelopen kwelders. Na de vogels geteld te hebben stond mijn tellertje op 4200 Kluten en dat is landelijk gezien een hoog aantal. Ook het aantal roofvogels was behoorlijk hoog. Langs de dijk waren naast de vele Buizerden ook nog twee Ruigpootbuizerds, een Havik. meerdere Blauwe Kiekendieven, een Slechtvalk en twee Smellekens aanwezig en de vogels deden zich allemaal te goed aan de voor het opkomend water vluchtende muizen en vogels. En dan is er nog de Velduil. Ik geef er geen garantie op af maar tijdens een springtij in de Dollard is de kans om er een, of meerdere, tegen te komen wel erg groot. Ook de Velduilen zoeken voor het wassende water een veilig heenkomen en zo kan het dus gebeuren dat er 18 knal gele ogen je vanaf een kleirichel in de gaten houden. 9 Velduilen op een rij, het is zeker niet mijn grootste groep ooit maar indrukwekkend is het zeker.

                                                 

Na mijn ronde langs de dijk te hebben afgerond reed ik weer terug in westelijke richten en halverwege de rit werd ik gewenkt door een wandelende vrouw. Nu weet je nooit wat er aan de hand is dus ik stopte. Er bleek een Egel onder in een veerooster te zitten en zonder hulp zou het beestje het zeker niet overleven. Nu zitten er in veel van de vakken in de betonnen roosters wel uitloopplankjes maar juist in het vak waar de Egel in zat ontbrak deze. Dan maar een plankje uit een ander vak pakken en deze bij de Egel terug plaatsen. Toen ik het plankje uit het rooster pakte bleek er nog een verassing in de veerooster te zitten. Een Waterral was net als de Egel onderin het rooster beland en nu moesten we dus twee dieren uit hun benarde positie bevrijden. Omdat mijn armen niet door het rooster pasten nam de vrouw het vangen van de Waterral voor haar rekening. De vogel liet zich moeiteloos vangen en na een paar handfoto's van de vogel werd deze weer los gelaten. De ral vloog gek genoeg niet direct weg maar nam alle tijd om de omgeving even te verkennen, iets waar ik maar even dankbaar gebruik van heb gemaakt want zo vaak zie je een Waterral niet zo mooi vrij rondlopen. Het Egeltje is op eigen kracht weer via het plankje uit het rooster gekropen want na een latere controle bleek het rooster leeg te zijn, Egel blij, Waterral blij en AndrƩ blij, met een erg leuke nieuwe handsoort. En ja, een lopende hond zal altijd tegen leuke dingen aan blijven lopen.


Rottum west 9.


Mijn blog begint zo onderhand meer op een Waddeneilandhopblog te lijken want ook deze keer schotel ik u weer een bericht voor over een bezoek aan een Waddeneiland. Na een bezoek aan Rottumerplaat en Schiermonnikoog zette ik deze keer mijn hakken in het zand van Rottumeroog. Net als voor elk ander bezoek hield ik ook nu de hele week het weer al in de gaten en de vooruitzichten waren voor Rottumeroog niet zorgwekkend maar echt florissant zag het er ook niet uit. In de morgen zou het een beetje regen, in de middag zou het droog en zonnig zijn maar in de avond zou de westenwind aantrekken tot stormachtig. Van dat laatste zouden we geen last hebben want dan zouden we immers allang weer aan de vaste wal staan. Bij vertrek uit de Eemshaven waaide het al stevig boven de Waddenzee en de beloofde regen liet ook niet lang op zich wachten. In de luwte van de stuurhut werd onder het genot van koffie over zee gekeken en naast twee langs zwemmende Bruinvissen leverde dit nog een adulte Kleine Burgemeester op die de gemoederen nog even wat bezig zou houden. Gelukkig bleef het bij een paar buien en des te dichter dat we bij Rottumeroog kwamen des te blauwer werden de luchten. Door de ruige branding was het niet mogelijk om via de Noordzee zijde aan land te gaan dus werden we bij een rustige stuk aan de Waddenzee kant aan land gezet en vrijwel direct werd er begonnen met het geen waarvoor we kwamen, de wadvogeltelling. De harde wind maakte het bijna onmogelijk om de telescoop stil te houden en het tellen was dan ook een pittige klus. Van alle kanten werden we door het fijne zand gezandstraald en even ergens rustig op een duin zitten was er dan ook niet bij. Al zigzaggend doorkruisten we het eiland om alle aanwezige vogels zo goed mogelijk te tellen en na een dik uur lopen kwamen we aan bij de bushalte, de enige plek op het eiland waar je uit de wind kan staan. Vanaf deze plek hadden we vrij zicht over een ruige Noordzee en aangezien er toch nog geen beweging in de Harder zat besloten we om nog maar wat over zee te kijken in de hoop om nog een paar leuke zeevogels te scoren.    


Een ruigere zee in november is altijd wel goed voor wat gekkigheid en hoewel de aantallen zeevogels zo later in het najaar vaak laag ligt is de kwaliteit over het algemeen wel beter. De Jannen vlogen net als de Roodkeelduikers best lekker op die vrijdag en van beide soorten hebben we zo'n 20 exemplaren langs het eiland zien komen. Een andere soort die het lekker deed was de IJseend want van deze schaarse soort vlogen niet minder dan 4 exemplaren door onze telescoop beelden, iets wat anno 2015 best veel is. Een snelle blik over het duin leerde ons dat er nog steeds geen beweging in de Ms Harder zat en na een korte wandeling aan de Waddenzee kant van het eiland liepen we weer terug naar de bushalte om er nog een rondje turen over de Noordzee aan vast te plakken. Na enige tijd viel mijn oog op drie Alk/Zeekoet achtige vogels die in de richting van het eiland vlogen. De vogels oogden erg propperig en gedrongen en waren minder langgerekt dan een Alk of een Zeekoet en de ondervleugels waren vies wit. Toen de vogels dichterbij kwamen bleken ze ook nog eens een donker ononderbroken borstbandje te hebben. De ANWB gids binnen in mijn hoofd was allang op de bladzijde van de Alken familie terecht gekomen en al vrij vlot gingen de belletjes rinkelen, we stonden naar drie Papegaaiduikers te kijken. Drie Papduikers (jargon voor) bij elkaar in Groninger wateren, hoe zeldzaam wil je het hebben. Maar weinig Groninger vogelaars hebben deze soort op hun provincie lijst staan en als ze hem al hebben dan ging het vaak om een eenling. Zelf was het mij in de dertig jaar dat ik in Groningen naar vogels kijk nog nooit gelukt om de soort op mijn provincie lijst te krijgen dus persoonlijk was ik erg blij met deze Papduikers. Na een matige telling, want dat was het, bleek de Noordzee voor ons dus nog een paar leuke soorten in petto te hebben.

 
Ondanks dat het wel lekker vloog boven de grote plas moesten we toch langzamerhand zien dat we weer richting de oost punt van het eiland kwamen, hier werden we immers weer opgepikt en aangezien de voorspellingen niet erg best waren, en het tij afgaand was, leek het ons het beste om maar op tijd bij de opstap plek te zijn. we liepen over het Noordzeestrand naar het oosten en toen we op een derde van de wandeling waren klonk er gebrabbel uit onze marifoon. Hier de Harder voor Rottumeroog, Harder Rottumeroog over. In de meeste gevallen word tijdens een gesprek tussen eiland en schip kort de opstap plek besproken maar deze keer kwam er een bericht van de andere kant die ik nog nooit eerder had gehoord. Het schip was vast gelopen op het wad en kon, ook toen er nog water onder zat, niet meer los komen. Op dat moment word er dus even een hele andere langspeelplaat afgedraaid en de standaard scenario's verdwijnen ergens onder in de kast. We maakten rechts ommekeer en op aanwijzing van de schipper werden we naar een zandplaat geloodst waar we veilig in de bijboot konden stappen. De wandeling verliep moeizaam en bestond in zijn geheel uit het lopen door plofzand, bij elke stap die ik zette zakten mijn lieslaarzen 10 tot 15 centimeter weg in het natte zand. Ook de harde westen wind stond nu recht op onze snavels en na vele honderden meters lopen begon de pijp toch aardig leeg te raken. In een rustig tempo bereikten we de rand van de zandplaat waar de bijboot al lag te wachten en we maakten ons op voor de tweede stap om bij de, onder Rottumerplaats liggende, Harder te komen. Het kleine rubberbootje baande zich een weg over de soms pittige golven van de Waddenzee en met enige regelmaat werden onze gezichten getrakteerd op een flinke plens zout water. Pas toen we in de luwte van Plaat kwamen konden we echt wat snelheid maken en kon er ook een punt worden gezet achter dit hoofdstuk van de reis. Onze natte jassen en lieslaarzen hingen nog maar amper aan de kapstok toen de eerste dikke bui over het schip trok en een ding was zeker, we waren net op tijd binnen. Er zat niets anders op dan te wachten tot er weer genoeg water onder het schip kwam zodat we weer konden varen maar dat ging nog uren duren. Tot die tijd moesten we de tijd doden met slap geouwehoer en het leeg eten van een grote pan snert, iets wat aan mij wel vertrouwd is overigens. Inmiddels was de avond al ingevallen en in een mum van tijd was het echt donker geworden rond het schip. Op de achtergrond was een stem te horen vanuit de boordradio, und jetzt der akteuller wetter und wind vorhersage fur Borkum und Rottum, Borkum west 8 Rottum west 9. Een ding was zeker, de terugreis ging een pittige worden. Na uren van wachten kwam er voorzichtig weer wat beweging in het schip maar ondanks dat stond er nog niet genoeg water om het gevaarte van zijn plek te krijgen. De harde westen wind werkte op dit punt wel in ons voordeel want het water kwam snel op en eerder dan verwacht konden de motoren worden gestart om de neus in de juiste richting te krijgen. Met behulp van de zoeklichten werd met een slakkengangetje het Schild, de geul tussen Oog en Plaat, bereikt en dat was ook de plek waar de wasmachine in de centrifuge stand kwam te staan. Van alle kanten werd het schip belaagd door de golven van de Noordzee en het zou nog een uurtje in deze stand blijven staan. Gelukkig heb ik zelf geen last van zeeziekte maar andere opvarenden lieten de s'middags genuttigde snert uiteindelijk wel in de wc pot glijden. In dit soort gevallen is het maar goed dat je zelf alleen maar je kop schommelende koffie leeg hoeft te drinken en dat er anderen zijn die het roer in handen hebben. op de momenten waarop wij dachten dat we naar de ratsmodee zouden gaan klonk er vanuit de voorkant van de stuurhut nog gelach en woorden als, mooi he dit? of, ahh kom op jongens het valt nog wel mee toch?  Ja hoor, het valt reuze mee allemaal, de snert en de bolletjes met kaas klotst wel als een malle door mijn darmen maar verder gaat alles lekker, niks aan het handje. Nadat we in de monding van de Eems waren beland kwamen we in iets rustiger water terecht. Met de wind en het tij in de rug voeren we met een hoge snelheid in de richting van de Eemshaven en voorzichtig aan kon de eerste deur weer open worden gezet, iets wat voor frisse lucht zorgde in de stuurhut en de zure lucht van kots snel liet verdwijnen. Vele uren later dan gepland legden we aan in de Eemshaven en weer waren we een paar gedenkwaardige momenten rijker waar nog lang over gepraat gaat worden. Ik stak om half elf de sleutel in het slot van de voordeur en bij binnenkomst hoorde ik direct van de situatie in Parijs. Wat wij hadden beleeft die avond viel totaal in het niets bij de gruwelijkheden in Parijs maar geef nooit toe mensen, Niet aan de elementen of aan de waanideeĆ«n van gekken, geef nooit toe, nu niet en nooit niet.