woensdag 25 mei 2016

Het komt aal wel goud.


Pontische Meeuw. Onder een 2e kj boven een 3e kj.      Caspian Gulls.

Tussen de laatste letter van het laatste bericht en de eerste letter van dit bericht zat een lange periode van stilte. Soms lukt het mij, door niet toedoende zaken, gewoon niet om ook maar een letter op het scherm te zetten en dat komt puur omdat mijn kop er dan niet naar staat of omdat ik er domweg geen zin in heb. Met enige regelmaat schiet er dan door mijn kop dat mijn blog weer eens aan de buurt is maar zoals zo vaak in een mensenleven leven word je soms de rust om er even voor te gaan zitten niet gegund. Maar vooruit, we pakken de draad maar gewoon weer op bij hetgeen waar we gebleven waren, het vroege voorjaar en de lente.
  

Beflijster. Mannetje Eemshaven.                                                    Ring Ouzel.

Het einde van de maand maart werd voor mij nog een beetje gered door het mannetje Kleine Topper van Den Oever. Het was weer eens een "nu we er toch zijn" gevalletje want voor een Kleine Topper rij ik normaal gesproken niet naar Den Oever op en neer. Op doorreis naar den oost wipte ik dus even snel van de snelweg af om de eend binnen te harken, iets wat overigens verbluffend snel lukte. Tijdens een eerder bezoek aan Noord Holland dit jaar, ja die dag met die fijne Nachtegaal, wisten we deze vogel nog glansrijk te missen maar deze keer was het stukken eenvoudiger om de zwemvlies in beeld te krijgen. De Kleine Topper was dan wel geen nieuw soort voor mij maar mijn laatste was inmiddels alweer aardig wat jaartjes geleden, 14 om precies te zijn, en het werd wel weer eens tijd voor een Kleine Topper waar geen laagje stof op lag. In de eerste helft van april was het nog een kwestie van nawinteren in het Oldambt. Het aantal wintergasten liep op zijn laatste benen terwijl de eerste zomergasten alweer voor de deur stonden om het voorjaar in te luiden. Het is altijd zo'n periode waarin het Oldambt weer wat meer kleur krijgt en waarin ik niet kan wachten op wat er allemaal weer op mijn pad komt. De vogelkalender in mijn hoofd draaide alweer overuren maar ik moest geduld hebben, iets wat ik overigens niet heb wanneer de dagen weer langer worden. Menig keer kwam ik teleurgesteld thuis omdat het naar mijn idee niet te doen was in het veld maar vergat dan dat ik die dag wel een Roodhalsgans, een Velduil of een Rode Wouw had gezien, soorten waar veel mensen nog altijd een blokje voor omrijden leken mij niet veel meer te doen en dat is erg, heel erg. Te gehaast leefde ik naar de lente toe, steeds bang dat het niks zou worden en dat alles zo bij me langs zou glippen. Mijn vrouw is in deze dan altijd de rustgevende factor want nadat zij de woorden, het komt aal weer goud mien jong, heeft uitgesproken komt het vaak ook aal wel weer goud en begint de lente voor mij vanzelf op rolletjes te lopen.       


Hop.  Digiscoop plaatje.                                Eurasian Hoopoe.

In de laatste week van april zet de ommekeer echt voet aan wal en leek het echt allemaal goed te komen toen een Steltkluut opdook in de polder Breebaart. Een Steltkluut in de Dollard regio, dat was lang geleden maar in een jaar met meer Steltkluten dan ooit te voren in de provincie was het misschien niet echt een verrassing. Toch deed ik echt mijn best om deze vogel te zien want het zou pas mijn tweede zijn in mijn local patch en daarmee een echte zeldzaamheid voor het gebied. Een andere leuke soort was een vroege Morinelplevier die zich op enige afstand liet bekijken in de Reiderwolderpolder en ook deze soort behoord nog altijd tot de meer zeldzamere steltlopers in de regio. Het voorjaar had inmiddels echt zijn draai gevonden, het Koolzaad begon geel te kleuren en de Wintertarwe begon als paddenstoelen uit de grond te schieten. Het duurde niet lang voor de volgende echt leuke soorten zich aandienden en deze keer waren het een Poelruiter en een Hop die een duit in het zakje deden en die voor vermaak zorgden. Toch was er een grote boze donkere wolk te bespeuren boven het uitgestrekte en vlakke Oldambtster land want mijn Nikon camera had na jaren van trouwe dienst besloten dat het wel leuk was geweest, hij was er klaar mee, hielt er mee op en was onherstelbaar overleden. Het is net of de duvel er mee speelt, net nu het leuk begon te worden in het veld kwam ik zonder camera te zitten en werd daardoor deels vleugellam. Nu kan ik de halve Wereld wel bij elkaar vloeken maar dat lost niks op maar een woord van ergernis werd wel even uitgesproken, een die overigens begon met een K en eindigde met een T, inderdaad K.T!! en dat dan 10 keer achter elkaar. Ik moet voor een nieuwe camera dus flink in de buidel tasten, de oude sok omkeren en mijn vrouw, ondersteund met de woorden, het komt aal wel goud wicht, maar eens lief aankijken. Tot die tijd moet ik me maar even redden met een telescoop en een pocketcamera, gewoon weer back to basic en terug naar het digiscoop gepruts dus. De wind is en blijft een bepalende factor in het leven van een vogelaar. Een dag in het veld kan er mee vallen of opstaan maar bij een harde wind uit het zuid oosten beginnen veel heren van het gilde toch wel wat jeuk te krijgen op bepaalde plekken. Het levert altijd wel wat gekkigheid op en ook ik pikte er deze keer een aardig graantje van mee want met 5 Zwarte en 2 Rode Wouwen, een Visarend en 2 Zwarte Ooievaars hoort u mij even niet meer klagen. Een soort waar ik ook weinig over te klagen heb in mijn regio is de Breedbekstrandloper. Mijn eerste Breedbekken (2) voor 2016 waren, net als gewoonlijk zou ik haast zeggen, weer aanwezig in de Dollard en met deze twee vogels passeerde ik de magische 150 exemplaren grens voor deze soort in mijn local patch en dat is volgens mij bijna koffie met gebak waardig.


Finally on my Dutch list, the Eurasian Stone-curlew.

En dan is het zo maar weer 10 mei, het is een warme zonnige dag en op het scherm van mijn telefoon lees ik iets waar heel vogelend Groningen al meer dan honderd jaar op zat te wachten, er was een Griel gevonden binnen de provincie grenzen. De harde kern van Groningen kregen eindelijk de kans om deze vreemde snuiter toe te voegen aan hun provincie lijst en veel mensen lieten dan ook hun dagelijkse dingen even voor wat het was en reisden af naar de Eemshaven om deze lang verwachte zeldzaamheid op te rollen. Ik zelf had al veel Grielen aan mijn neus voorbij laten gaan in Nederland en dat komt omdat ik altijd een actieve Grielen weigeraar ben geweest. Ik heb altijd vol gehouden dat er ooit wel een Griel ergens in Groningen op zou duiken en voila, daar was hij dan. Omdat Grielen over het algemeen maar kort op een plek aanwezig zijn besloot ik om deze keer maar geen risico's te nemen, deze moest en zal ik hebben want afwachten kan bij deze soort gewoon dodelijk zijn, gewoon direct gaan dus. Na 30 jaren geduldig wachten stond ik dan eindelijk oog in oog met een Griel en ik kan er eigenlijk maar een ding over zeggen, wat een mooie vogel is dat mensen. Ik zeg Griel, een dikke vette +1.


Ooievaar.  Onnerpolder. Als jong geringd in Artis Amsterdam.       White Stork.           

En dan was er nog de TOH vogeldag, de dag waar ik me al een tijdje op had verheugd maar die net even weer anders liep dan verwacht. Over het weer op deze dag kan ik kort zijn want net als bij alle andere edities was het ook deze keer weer huilen met de wintermuts op en onderhand lijkt het slechte weer niet meer weg te denken op deze dag. Team de Breedbekken stond ook bij deze editie weer op de deelnemerslijst en niets kon ons als team er nog van weerhouden om er weer eens flink tegenaan te gaan, althans dat was de bedoeling maar na de vondst van een Grote Kanoet op Texel besloten mijn teamgenoten om de Top Off Holland dag te laten voor wat het was en pakten de boot naar Texel. Ik had geen zin in een dagje Texel en bleef als enig teamlid achter op de vaste wal, tja iemand moet de hut bewaakt zal ik maar zeggen. Ik besloot om het Oldambt niet te verlaten en bleef de hele dag rond de Dollard hangen en maakte zo af en toe een uitstapje richting de polder's en die strategie bleek redelijk goed uit te pakken. Het tij zou pas aan het einde van de middag hoog zijn dus ik had alle tijd om de kwelders af te speuren en dat leverde mij naast een eerste zomer Slechtvalk ook nog een Roodhalsgans en een sub adulte Zeearend op en dat was toch maar even weer mooi meegenomen. Ook het wad zat barstens vol met steltloper maar de afstand waarop de vogels zaten was nog te groot om daar al soep van te kunnen koken. Door middel van de WhatsApp werd ik de hele dag op de hoogte gehouden wat er zoal te zien was in de TOH en een bericht trok direct mijn aandacht, 10 Morinel Plevieren waren aanwezig ten oosten van Beerta, en ik u maar vertellen dat deze soort zeldzaam is in het Oldambt. Bij aankomst op de aangegeven plek bleken de vogels nog steeds aanwezig te zijn en zoals zo vaak bij Morinellen waren ook deze vogels totaal niet schuw. Al foeragerend kwamen de vogels steeds dichter naar de aanwezige vogelaars gelopen en op een gegeven moment waren ze nog slechts enkele meters van de auto's verwijderd. Een dag later bleken de vogels nog steeds aanwezig te zijn maar in plaats van 10 zaten er nu 11 en ik weet haast wel zeker dat er nooit eerder zo'n grote groep Morinellen is gezien in het Oldambt. Met deze soort in de knip was mijn dag al meer dan geslaagd maar ik was nog niet klaar, i had a train to catch, en wel eentje die buitendijks binnen kwam rollen en die er voor zorgde dat de wolken steltloper recht voor mijn neus terecht kwamen. Na nog een bezoek aan de Breebaart parkeerde ik mijn achterwerk op de zeedijk en ik bleek qua wind en tij juist gegokt te hebben want geheel volgens planning kwamen zo'n 1000 Zilverplevieren, 1500 Kanoeten, 8000+ Rosse Grutto's en vele duizenden Bonte Strandlopers recht voor mijn neus te zitten. Het zoeken tussen de biomassa kon dus beginnen en al vrij snel vond ik de eerste Breedbekstrandloper voor die middag en nummer 2, 3 en 4 lieten ook niet lang op zich wachten, het feest was dus weer compleet. De Breedbekken leverden mij 1 punt op voor de competitie en met een al eerder gevonden vrouwtje Roodpootvalk, goed voor twee punten, stond de teller nu dus op drie punten. Aan het einde van de dag bleken die drie punten niet genoeg om aanspraak te maken op welke prijs dan ook maar dat boeit niet, het was, ondanks het afhaken van mijn mede teamgenoten weer een vermakelijke dag.


Roodhalsgans.  Dollard kwelders.                     Red-breasted Goose.

Je zou haast zeggen dat de koek, die gevuld is met schaarse en zeldzame soorten, wel eens een keer op moest zijn maar maar de bodem van de koektrommel bleek nog lang niet in zicht. Voor de zaterdagmorgen stond wederom weer een rondje Dollard in de planning maar die planning werd door een whatsApp bericht direct weer overboord gegooid. De op vrijdag ontdekte Woestijnplevier bleek nog steeds aanwezig te zijn op de Groninger noordkust en zonder ook maar een seconde te twijfelen reed ik richting het meest noordelijkste stuk vaste land van Nederland. Een keer aangekomen op de plek des onheil, en met de deurklink nog in de hand, kwam er wederom weer een app'je binnen op mijn telefoon en geloof het of niet maar in het Drentse Annen was een Griel gevonden. Zo zie je in dertig jaar niet een en zo krijg je de kans om binnen het tijdsbestek van twee weken een tweede Griel te zien, het moet niet gekker worden. Nu ligt Annen vlak over de grens met Groningen dus qua afstand was dat prima te doen maar eerst moest die plevier er nog aan geloven. De Woestijnplevier liet zich vanaf de zeedijk redelijk goed bekijken en ondanks dat dit alweer mijn vierde Woestijnplevier voor Nederland was blijven het echt een soort die altijd wel de moeite van het bezoeken waard is. Na een kwartier naar de plevier gekeken te hebben begon de Griel toch wat te jeuken en na wat telefoontjes met mensen die al in Annen waren werd de Polo met gierende bandjes die kant opgestuurd. Na een paar keer met de ogen geknipperd te hebben stond ik voor de tweede keer in zeer korte tijd weer oog in oog met een Griel, het is te bizar voor woorden mensen. Tijdens mijn aanwezigheid was de Griel niet vooruit te branden en de vogel bleef zeker een half uur lang roerloos in een ploegspoor liggen te niksen. Meer dan z'n kop en rug heb ik er niet aan gezien maar dat mocht de pret niet drukken. En na de zaterdag komt de zondag en voor die dag stond een excursie in de polder Breebaart op de agenda. Ik zou een groep mensen meenemen de polder in en ik besloot om ruim voor aanvang alvast even een klein rondje polder te doen om even voor te lopen maar veel gekkigheid leverde dat niet op. Na de excursie dook ik nog maar weer eens de hut in om de invallende stelten te checken en met name de Tureluurs en de Zilverplevieren waren goed vertegenwoordigd maar de klap op de vuurpijl was toch wel een Terekruiter die tussen de andere stelten zijn kostje bij elkaar scharrelde. Een paar dagen eerder was er ook al een Terekruiter gezien in de Breebaart en ik ga er maar vanuit dat het in dit geval om dezelfde vogel gaat. In een weekend harkte ik een Woestijnplevier, een Griel en een Terekruiter binnen, ik heb mindere weekenden gekend mensen, veel minder. En zo zie je maar weer dat mijn vrouw het ook deze keer weer bij het rechte eind had, het komt aal wel weer goud mien jong, het komt aal goud.   


Zwartkopmeeuw. Blauwe stad.                                                  Mediterranean Gull.