donderdag 29 oktober 2015

Dagje Schier.


Bonte Tapuit.   Schiermonnikoog.                                                       Pied Wheatear.

Op dit blog is de stap van Rottumerplaat naar het buureiland Schiermonnikoog erg klein en zo gemaakt. En wederom stond ik weer op een Waddeneiland, een eiland die wij als gezin na de vele bezoeken al van haver tot gort kennen maar die nooit een seconde verveeld. Toch was het inmiddels alweer wat jaartjes geleden dat we als compleet gezin op het eiland waren geweest dus het moest er maar weer eens van komen. In een verre verleden verbleven we vaak voor een appel en een ei een lang weekend op het eiland maar de laatste jaren schiet dat er door werk en andere verplichtingen vaak even bij in, de twee jonge mensen van toen zijn drie jonge mensen geworden die ook aan een dag genoeg hebben om de boel op stelten te zetten. Doe er nog een Border Collie bij om het tempo wat hoog te houden en het feest kan beginnen.


Roodhalsgans.  Red-breasted Goose. 5 birds where present on the island Schiermonnikoog.


De overtocht naar het eiland verliep net als anders gesmeerd en na een korte worsteling met de zadel van de huurfiets, of zoals we thuis altijd zeggen, de hoerfiets, konden we beginnen aan de tocht naar de eerste high light voor die dag, de Bonte Tapuit. De zeldzame Tapuit werd enkele dagen voor ons bezoek aan Schier nabij de jachthaven ontdekt en ik moest dus nog even een paar dagen op mijn nagels bijten of de vogel het wel tot zaterdag vol zou houden. De vogel zou een mooie bonus zijn want het dagje Schier was deze keer al weken van te voren gepland en van een impuls twitch was dus totaal geen sprake. Tijdens de overtocht was een blik op mijn telefoon genoeg om er achter te komen dat de vogel nog op het eiland aanwezig was en de vogel zat dus nagenoeg al in de spreekwoordelijke knip. Met dat gevoel in mijn donder stapte ik van de boot af en ik betrapte me er zelf op dat er weer van die oude twitcher perikelen bij mij omhoog kwamen die ik eigenlijk niet meer wil voelen. Zo ging het aanmeren van de veerboot mij veel te traag, treuzelden de mensen rond mij te veel bij het verlaten van de boot en de fietsverhuurder deed volgens zijn werk te langzaam. Het zijn dingen die zorgen voor stress perikelen die alleen twitchers die op springen staan herkennen en die er voor zorgen dat je enorm opgefokt raakt. Na drie keer met m'n ogen geknipperd te hebben vroeg ik me af of ik wel zin had in die nutteloze waanzin en het antwoord op die vraag was een grote NEE. Nee ik had geen zin om als een stuiterbal over het eiland te vliegen want het moest bovenal een gezellig dagje uit blijven. Na even tot tien geteld te hebben stapte ik op mijn hoerfiets en met gepaste snelheid werd koers gezet naar de jachthaven, de plek waar de Bonte Tapuit rond huppelde.


Noordse Kauw.                                                              Western Jackdaw ssp monedula.

Op grote afstand was al te zien waar de Bonte Tapuit waarschijnlijk zat want enkele collega vogelaars, die even niet tot tien geteld hadden, stonden al op een kluitje bij elkaar langs de dijk. Nog een keer werden de beenspieren aangesproken en jawel hoor, daar zat hij dan, de Bonte Tapuit. De vogel was door de drukte op het fietspad, en een opdringerige Groninger fotograaf waarvan we hier de naam maar even niet vermelden, wat vliegerig maar liet zich ondanks dat best fraai bekijken. Toch leek het er op dat de vogel de drukte niet kon waarderen en we besloten om het later op de middag nog eens te proberen in de hoop dat het dan rustiger zou zijn. Nu de dikste druk van de ketel was werd het tijd om een andere leuke soort binnen te koppen, de Roodhalsgans. De Roodhalzen, 5 in totaal, zijn al een tijd aanwezig op het eiland en het koste weinig moeite om de vogels in beeld te krijgen, sterker nog, ik hoefde op de plek van de Bonte Tapuit alleen maar de dijk op te lopen en in de Banckspolder te kijken om ze te vinden. De Roodhalsgans is een soort die ik in de Dollard ook met enige regelmaat tegenkom maar vaak zie ik ze dan op grotere afstand en deze vogels waren voor mij dan ook een buitenkansje die ik met beide handen aan moest pakken.


Nu deze vogels ook in de pocket zaten melde vader de vogelaar aan de rest van zijn roedel dat hij klaar was en dat we over konden gaan tot het geen waarvoor we eigenlijk voor waren gekomen, lekker rustig kuieren over het eiland. Na een kleine ronde door het dorp zochten we het strand op en stiekem gleed mijn kijker met enige regelmaat langs mijn ogen voor een blik over zee. Naast enkele Roodkeelduikers leverde dit nog een door de branding vliegende juveniele Jan van Gent op, een soort die naar mijn idee elk bezoek aan een Waddeneiland compleet maakt.


One day after hour visit to the dutch island Schiermonnikoog this well showing Pied Wheatear was killed by a raptor. Lucky me !!!!

Zoals gezegd, we zouden later op de dag weer terug gaan naar de Bonte Tapuit en na een rondje Westerplas, die deze keer 7 erg bewegelijke Witkopstaartmezen voor ons in petto had, gingen we terug naar de jachthaven. Waar ik op hoopte bleek werkelijkheid want op een paar andere vogelaars na, die overigens maar vol bleven houden dat het geen Bonte Tapuit was maar dat het om een gewone Tapuit ging, de koekwauzen, waren wij de enige mensen bij de vogel. Na een paar vieze smerige tikken onder de gordel dropen de non believers af en wij bleven rustig staan wachten op wat de vogel zou gaan doen.Na een paar schijnbewegingen van de vogel ging hij uiteindelijk op een paar meter voor onze neus op een grote steen zitten en dat was net waar ik op had gehoopt. De Tapuit pakte even zijn fotomoment en poseerde of het een lieve lust was en pas toen er een paar wandelaars aan kwamen lopen was het feestje weer afgelopen. Met de woorden, beter dan dit gaat het vandaag niet meer worden werd de camera weer in de rugzak gestopt en konden we in alle rust richting de veerhaven fietsen om onze hoerfietsen weer in te leveren.  


Ons dagje Schier zat er helaas al weer op maar het verhaal van de Bonte Tapuit kreeg nog een raar staartje. Zondag lag ik, uitgeblust van alle inspanningen van de dag daarvoor, op de bank toen er een app'je binnen kwam waarin te lezen stond dat ik nog net op tijd naar de Bonte Tapuit van Schiermonnikoog was geweest. Omdat ik in standje lui op de bank lag viel het kwartje niet direct maar ik kreeg wel een vaag vermoeden welke kant het verhaal op zou gaan. Met een druk op de RBA App op mijn telefoon werd mijn vermoeden bevestigt, de Bont Tapuit van Schiermonnikoog was in 10 stukken terug gevonden langs de waddendijk en was blijkbaar ten prooi gevallen aan een roofvogel. De vogel op de foto is dus dood, op zaterdag nog springlevend en "gelukkig" voor mij op zondag vermoord, want het zal je maar gebeuren......


Jan van Gent.   Juveniel.                                                               Northern Gannet.

vrijdag 16 oktober 2015

Bikkels, ( Rottumerplaat part 9 )


Vuurgoudhaan.                                                                               Common  Firecrest.

Je weegt maar vijf gram, past in een luciferdoosje en als de herfst voor de deur staat begin je net als veel andere vogels aan je tocht naar het zuiden om daar te overwinteren. Een keer aangekomen bij de zuidkust van Noorwegen moet je een keuze maken, of links aanhouden en via het Kattegat naar Denemarken vliegen of rechtsaf slaan de open zee op, de onzekerheid tegemoet vliegen. Na een lange zware tocht over zee, met of zonder tussenstop op een schip of platform, komt er eindelijk land in zicht en na een laatste sprintje plof je neer op de eerste de beste boomtak die je tegenkomt. Dit is het verhaal van duizenden Goudhaantjes en Vuurgoudhaantjes die de oversteek over open water, in tegenstelling tot veel andere soortgenoten, wel overleven en die uitgeput voet aan wal zetten op een van onze Waddeneilanden. Bij het eerste daglicht beginnen de hummeltjes als een malle te eten om weer wat op krachten te komen van de barre tocht en in alle drukte is een foutje dan snel gemaakt. We zitten aan het ontbijt als er een kleine doffe tik hoorbaar is en elke vogelaar die regelmatig op Rottumerplaat komt weet dan wel weer hoe laat het is, een Goudhaan heeft een poging gedaan om door een raam heen te vliegen, iets wat overigens nog nooit een gelukt is. Het ontbijt blijft na het horen van de doffe tik even voor wat het is en de tijdelijke bewoners van het eiland lopen dan in optocht naar buiten om de schade op te nemen. En jawel, zoals verwacht ligt er onder het raam een klein wezentje helemaal van de Wereld te zijn maar er zit gelukkig nog leven in. Na vijf minuten in een grote mensenhand gezeten te hebben word alles weer wat helderder in de ogen van de Goudhaan en alsof er niets gebeurt is vliegt het vogeltje even later weer de tuin in om zijn vriendjes op te zoeken. Weer een die het wel gered heeft want het zal maar gebeuren, eerst over volle zee naar Nederland vliegen en daar vervolgens terpletter spatten tegen een raam. vijf gram en via open zee naar het zuiden vliegen, volgens ons ben je dan een echte bikkel.


Goudhaan.                                                                                  Goldcrest.


Rottumerplaat.  The Dutch uninhabited island Rottumerplaat, 4 day's long home for me and my 3 birding mate's.

Uit het eerste stukje tekst kon u al wel op maken waar ik vorige week mijn weekend heb doorgebracht, juist, op Rottumerplaat. Voor vier dagen gingen we even weer terug naar de basis, de afzondering en de eindeloze stilte die als een dikke deken over het eiland ligt. De oversteek over de woelige baren was voor ons ongetwijfeld een stuk aangenamer als die van de Goudhanen, die drinken immers geen sloot koffie leeg onderweg en ze doen zich ook al niet te goed aan allerlei zoetigheid. De overtocht was zonder twijfel een van de meest rustige die ik ooit gehad heb, niks geen ruige zee, koffie met zeewater aanmengen of kotscode oranje maar gewoon een ontspannen vaartocht naar de hemel van Groningen. Door de oosten wind was er op een Roodkeelduiker en een Paarse strandloper, die een tijdje aan boord zat en de stempel ship assist kreeg, na geen ene ruk te doen op zee maar de stemming zat er ondanks dat toch al aardig in onder de crew die deze keer bestond uit vier twitchers die elkaar al jaren kennen en die samen zijn opgegroeid in de Groninger twitchers scene. De vier mannen weten onderhand wel waar Abraham de mosterd moet halen en ook deze keer waren ze vastberaden om elke centimeter van Rottumerplaat over de kop te trekken om het grote goud er uit te peuteren. Nadat er voet aan land was gezet werd direct begonnen met het uitspitten van de tuin rond de behuizing en dat er veel vogels op het eiland zaten werd ons al snel duidelijk.  



Paarse Strandloper.                                                                      Purple Sandpiper.

We stonden te popelen om op pad te gaan en na dat onze slaapvertrekken waren ingericht werd er begonnen met het geen waar we voor kwamen, birding to the max. De verwachtingen waren natuurlijk ook deze keer weer hoog gespannen, maar wat wil je ook, het is oktober, het weer is goed en de zangvogeltrek is in volle gang, de kans dat er iets leuks op het eiland zat was dus erg groot en dat werd direct al duidelijk toen een Bladkoning een paar keer riep nabij de woning. Elk bosje langs de stuifdijk werd van oost naar west millimeter voor millimeter uitgekamd door acht oplettende ogen en je moest als vogel wel van erg goede huize komen om ongezien van het toneel te verdwijnen. Ook het luchtruim boven het eiland werd nauwlettend in de gaten gehouden maar meer dan een paar IJsgorzen, een Jan van Gent, enkele Smellekens en Slechtvalken leverde dat niet op. De goed gevulde bosjes waren goed voor tal van soorten maar de eerste goede soort van het weekend werd pas op de meest westelijke punt van het eiland gevonden. In een van de laatste Abelen langs de stuifdijk werd een Tjiftjaf gevonden die, gezien het koude voorkomen, erg aan een Siberische Tjiftjaf deed denken. Nadat alle kenmerken voor deze soort op een rij waren gezet was de eind conclusie dan ook dat het inderdaad om deze soort ging. De Siberische Tjiftjaf is een schaarse doortrekker in Nederland die tot voor kort nog als ondersoort van de Tjiftjaf werd beschouwd maar die tegenwoordig als soort word gezien.
De vogel liet zich op de eerste dag erg fraai bekijken en was goed te benaderen, iets wat twee dagen
later niet meer het geval was toen de vogel veel beweeglijker was. Op de eerste dag werd het geluid, gekscherend het piepkuiken geluid genoemd, niet gehoord maar dat werd later in het weekend ruimschoots goedgemaakt en soms riep de vogel aan een stuk door. Dit was niet mijn eerste "Sibtjif" maar wel de eerste die ik zo goed kon bekijken en daarom was het dan ook een erg leerzame vogel. Na een korte blik over een lege Noordzee werd langzaam koers gezet naar ons onderkomen en eerlijk is eerlijk, dat vele lopen over ruig terrein hakte er ook deze keer weer flink in. Voorzien van meerdere "kleine pijntjes" plofte de oudere garde onderuit in een stoel en bij het opstaan werd we er pijnlijk aan herinnerd dat we allang geen 18 meer zijn.


Siberische Tjiftjaf.                                                                      Siberian Chiffchaff.


Op de eerste dag had het lichaam dus wat blikschade opgelopen maar een goede nachtrust, en een allermachtigst lekker slaapdrankje van ene firma Jouwstra uit Friesland, kan wonderen doen. Normaal gesproken ben ik altijd als eerste uit bed, maar tijdens dit bezoek aan Rottumerplaat nam ik het er even lekker van qua slaap en gek genoeg lukte het mij zelfs een keer om, tot grote verbazing van de andere eilanders, als laatste uit bed te komen. Na een vlug ontbijt maakten we ons op voor een nieuwe dag vogels kijken en tellen op Rottumerplaat. Voor die zaterdag stond de hoogwatertelling op het programma maar door de oosten wind was er van hoogwater nauwelijks sprake en erg veel steltlopers bleven dan ook ver van het eiland op de zandplaten zitten. Alsof dat nog niet genoeg was deed het warme weer ook nog eens een duit in het zakje door voor een fijne luchttrilling te zorgen, hoeveel geluk kan je hebben op een dag. Omdat het pas laat in de middag hoogwater was hadden we nog tijd genoeg om alle bosjes op het eiland voor de tweede keer binnenstebuiten te keren. Volgens een min of meer vaste procedure, twee vogelaars kijken vanaf het duin bovenin de bosjes en twee van onderen, werd een nieuwe poging ondernomen om wat leuks uit de bosjes te trekken. In tegenstelling tot de vrijdag zaten er aanzienlijk minder zangvogels langs de stuifdijk maar het aantal piepers lag die dag wel veel hoger. Overal op het eiland waren groepjes Gras en Oeverpiepers aanwezig en dankzij de oplettende oren van een van de mannen konden we een Roodkeelpieper aan het weekendlijst toevoegen. Na een bezoek aan de nog aanwezig zijnde Siberische Tjiftjaf gooiden we wederom weer een korte blik over een strakke, en bovenal, lege Noordzee die nog wel een paar fraaie Jannen (Jan van Genten) voor ons in de aanbieding had. Na een korte pauze werd begonnen met de telling die gepaard ging met een andere telling, die van talloze muggenbulten. Voor zover ik mij kan herinneren ben ik in al die jaren dat ik op de eilanden kom nooit eerder geprikt door een vliegend voorwerp maar deze keer werd dat gemis ruimschoots ingehaald. Het was alsof de prikkende klojo's weken lang op een tak hadden zitten wachten tot dat er welriekende mensenvlees, ja na een paar dagen niet douchen ruik je een beetje van tussen de plooien, voorbij zou komen om zich daar vervolgens massaal op te storten. Met name op plekken waar weinig wind waaide kwamen de kleine, geel lijkende, f.ck beesten op het zwetend vlees af met als gevolg dat ik na vier dagen voorzien was van 24 jeukbulten, iets waar ik nog dagen lang na thuiskomst plezier van heb gehad. Naast de wat minder sympathieke stekende insecten waren er, mede door het mooie weer, ook nog redelijk wat dagvlinders actief op het eiland en in totaal werden 6 soorten dagvlinders, waaronder een aantal erg fraaie Heivlinders, waargenomen. Maar de leukste insect van het weekend was toch wel de in Nederland zeldzame Moshommel. De Moshommel is een soort die met name op de Waddeneiland voorkomt en de beide Rottum's zijn dan ook de enige plek in Groningen waar deze soort met enige regelmaat gezien word.        


Waarom naar Borkum als we zelf ook een strand hebben?

Nadat we de telling bijna afgerond hadden kwamen we wederom half dood terug bij de behuizing en weer leek het er op dat de spieren een beste pak slaag hadden gehad. Met een laatste kracht inspanning werd de uitkijktoren beklommen om het laatste deel van de telling te doen maar het comfortabele zitten op een stoel was maar van korte duur omdat er in de tuin nabij de woning een Blako werd gevonden . Met spierpijn tot aan mijn oren verliet ik de toren en na 25 keer mijn verkrampte benen te hebben verzet had ik de Bladkoning in mijn kijker. Het was de kleine Siberiër gelukt om door de honderd procent controle langs de stuifdijk heen te glippen maar liep uiteindelijk in de tuin toch nog tegen de lamp, iets wat met een hoge concentratie vogelaars op weinig vierkante meters begrijpelijk is.  


Bladkoning.                                                             Yellow- browed Warbler.

De volgende morgen was de Bladkoning niet meer aanwezig in de tuin en het aantal Goudhanen lag ook beduidend lager. Veel vogels leken het eiland in de nacht te hebben verlaten en voor mij was dat een reden om het ook maar wat rustig aan te doen. De andere eilanders stonden alweer op springen en terwijl ik nog maar een bak koffie pakte stonden zij alweer in de startblokken om opnieuw de bosjes langs de stuifdijk over de kop te trekken. Na twee dagen vogelen stond de soortenteller nog maar op 86 soorten en dat vonden we allemaal wel wat weinig voor de tijd van het jaar. Honderd soorten zou je normaal gesproken met gemak moeten kunnen halen maar dan was er nog wel werk aan de winkel. Zoals gezegd waren de andere mannen al aan de sjouw gegaan en ik volgde ze op enige afstand in standje langzaam. Na een paar honderd meter gelopen te hebben viel mijn oor op een geluid dat ik direct herkende als de roep van een Grote Pieper. De vogel vloog pal over mijn hoofd in de richting van de andere mannen maar deze kon ik niet tijdig waarschuwen omdat mijn telefoon geen bereik had, iets wat soms een zegen is bleek nu dus een grote handicap. Op dit soort momenten is er altijd nog de portofoon maar deze was s'morgens in een andere jaszak gegleden en zo kon het dus gebeuren dat de andere eilanders de vogel glansrijk misten. Ondanks dat werden er toch nog aardig wat nieuwe soorten aan de weekendlijst toegevoegd en beetje bij beetje kwam soort nummer honderd binnen bereik.


Birding to the max. Bosjes trappen tot dat je er bij neer valt. (van de spierpijn)

Na wederom een ontzettende goede nachtrust was het inmiddels alweer maandag geworden en omdat het laat hoogwater zou zijn die dag, en we dus nog lang niet van het eiland konden worden gehaald, hadden we nog tijd genoeg om, na het schoonmaken van de woning, de dag vol te maken met, je verwacht het niet, vogels kijken. Ik zelf koos er voor om de hele morgen op de toren te gaan zitten om de benen wat te sparen en om nog wat trek mee te pikken. Vanaf de toren overzie je het hele eiland en alle zandplaten die daar rondom liggen en in alle rust kon ik alles wat er op en rond het eiland gebeurde volgen. Met name de Kepen en Koperwieken vlogen lekker die ochtend maar ook een late Oeverzwaluw en Boomleeuwerik waren een goede aanwinst voor de weekendlijst. Een Kleine jager, die nabij een viskotter de aanwezige meeuwen het leven zuur maakte, deed ook nog een duit in het zakje en werd gek genoeg tot beste zeevogel van het weekend verkozen. Deze kon dus ook weer aan de weekendlijst worden toegevoegd en na vier dagen intensief vogelen bleek dat we het helemaal niet zo gek hadden gedaan met ons vieren. Het weekendrecord van het eiland staat op 111 soorten en daar bleven wij slecht vijf soorten van verwijderd, niet slecht dus. Helemaal weer opgeladen, en uitgeslapen, namen we in de middag weer afscheid van het eiland om terug te keren naar de waanzin en de hectiek van de echte Wereld. En wederom dankten we God op onze blote knieën dat we voor even een mochten zijn met een van de mooiste plekjes in de Waddenzee, Rottumerplaat. Net als anders krijgt u nu een lijst van de leukere soorten voorgeschoteld, niet dat u er iets aan hebt maar tradities moet je in stand houden. komtie, 2 Bladkoningen, 4 Beflijsters, 6 Jan van Genten, een Pontische meeuw, 10 Roodkeelduikers, 1 Kleine Jager, 2 Bokjes, een Grote pieper, 1 Bruinvis, 1 Siberische Tjiftjaf, 1 Roodkeelpieper en redelijk wat IJsgorzen, ik bedoel maar.


Graspieper.  Net als de Goudhaan ook een raamslachtoffer.    Meadow Pipit.