woensdag 25 mei 2016

Het komt aal wel goud.


Pontische Meeuw. Onder een 2e kj boven een 3e kj.      Caspian Gulls.

Tussen de laatste letter van het laatste bericht en de eerste letter van dit bericht zat een lange periode van stilte. Soms lukt het mij, door niet toedoende zaken, gewoon niet om ook maar een letter op het scherm te zetten en dat komt puur omdat mijn kop er dan niet naar staat of omdat ik er domweg geen zin in heb. Met enige regelmaat schiet er dan door mijn kop dat mijn blog weer eens aan de buurt is maar zoals zo vaak in een mensenleven leven word je soms de rust om er even voor te gaan zitten niet gegund. Maar vooruit, we pakken de draad maar gewoon weer op bij hetgeen waar we gebleven waren, het vroege voorjaar en de lente.
  

Beflijster. Mannetje Eemshaven.                                                    Ring Ouzel.

Het einde van de maand maart werd voor mij nog een beetje gered door het mannetje Kleine Topper van Den Oever. Het was weer eens een "nu we er toch zijn" gevalletje want voor een Kleine Topper rij ik normaal gesproken niet naar Den Oever op en neer. Op doorreis naar den oost wipte ik dus even snel van de snelweg af om de eend binnen te harken, iets wat overigens verbluffend snel lukte. Tijdens een eerder bezoek aan Noord Holland dit jaar, ja die dag met die fijne Nachtegaal, wisten we deze vogel nog glansrijk te missen maar deze keer was het stukken eenvoudiger om de zwemvlies in beeld te krijgen. De Kleine Topper was dan wel geen nieuw soort voor mij maar mijn laatste was inmiddels alweer aardig wat jaartjes geleden, 14 om precies te zijn, en het werd wel weer eens tijd voor een Kleine Topper waar geen laagje stof op lag. In de eerste helft van april was het nog een kwestie van nawinteren in het Oldambt. Het aantal wintergasten liep op zijn laatste benen terwijl de eerste zomergasten alweer voor de deur stonden om het voorjaar in te luiden. Het is altijd zo'n periode waarin het Oldambt weer wat meer kleur krijgt en waarin ik niet kan wachten op wat er allemaal weer op mijn pad komt. De vogelkalender in mijn hoofd draaide alweer overuren maar ik moest geduld hebben, iets wat ik overigens niet heb wanneer de dagen weer langer worden. Menig keer kwam ik teleurgesteld thuis omdat het naar mijn idee niet te doen was in het veld maar vergat dan dat ik die dag wel een Roodhalsgans, een Velduil of een Rode Wouw had gezien, soorten waar veel mensen nog altijd een blokje voor omrijden leken mij niet veel meer te doen en dat is erg, heel erg. Te gehaast leefde ik naar de lente toe, steeds bang dat het niks zou worden en dat alles zo bij me langs zou glippen. Mijn vrouw is in deze dan altijd de rustgevende factor want nadat zij de woorden, het komt aal weer goud mien jong, heeft uitgesproken komt het vaak ook aal wel weer goud en begint de lente voor mij vanzelf op rolletjes te lopen.       


Hop.  Digiscoop plaatje.                                Eurasian Hoopoe.

In de laatste week van april zet de ommekeer echt voet aan wal en leek het echt allemaal goed te komen toen een Steltkluut opdook in de polder Breebaart. Een Steltkluut in de Dollard regio, dat was lang geleden maar in een jaar met meer Steltkluten dan ooit te voren in de provincie was het misschien niet echt een verrassing. Toch deed ik echt mijn best om deze vogel te zien want het zou pas mijn tweede zijn in mijn local patch en daarmee een echte zeldzaamheid voor het gebied. Een andere leuke soort was een vroege Morinelplevier die zich op enige afstand liet bekijken in de Reiderwolderpolder en ook deze soort behoord nog altijd tot de meer zeldzamere steltlopers in de regio. Het voorjaar had inmiddels echt zijn draai gevonden, het Koolzaad begon geel te kleuren en de Wintertarwe begon als paddenstoelen uit de grond te schieten. Het duurde niet lang voor de volgende echt leuke soorten zich aandienden en deze keer waren het een Poelruiter en een Hop die een duit in het zakje deden en die voor vermaak zorgden. Toch was er een grote boze donkere wolk te bespeuren boven het uitgestrekte en vlakke Oldambtster land want mijn Nikon camera had na jaren van trouwe dienst besloten dat het wel leuk was geweest, hij was er klaar mee, hielt er mee op en was onherstelbaar overleden. Het is net of de duvel er mee speelt, net nu het leuk begon te worden in het veld kwam ik zonder camera te zitten en werd daardoor deels vleugellam. Nu kan ik de halve Wereld wel bij elkaar vloeken maar dat lost niks op maar een woord van ergernis werd wel even uitgesproken, een die overigens begon met een K en eindigde met een T, inderdaad K.T!! en dat dan 10 keer achter elkaar. Ik moet voor een nieuwe camera dus flink in de buidel tasten, de oude sok omkeren en mijn vrouw, ondersteund met de woorden, het komt aal wel goud wicht, maar eens lief aankijken. Tot die tijd moet ik me maar even redden met een telescoop en een pocketcamera, gewoon weer back to basic en terug naar het digiscoop gepruts dus. De wind is en blijft een bepalende factor in het leven van een vogelaar. Een dag in het veld kan er mee vallen of opstaan maar bij een harde wind uit het zuid oosten beginnen veel heren van het gilde toch wel wat jeuk te krijgen op bepaalde plekken. Het levert altijd wel wat gekkigheid op en ook ik pikte er deze keer een aardig graantje van mee want met 5 Zwarte en 2 Rode Wouwen, een Visarend en 2 Zwarte Ooievaars hoort u mij even niet meer klagen. Een soort waar ik ook weinig over te klagen heb in mijn regio is de Breedbekstrandloper. Mijn eerste Breedbekken (2) voor 2016 waren, net als gewoonlijk zou ik haast zeggen, weer aanwezig in de Dollard en met deze twee vogels passeerde ik de magische 150 exemplaren grens voor deze soort in mijn local patch en dat is volgens mij bijna koffie met gebak waardig.


Finally on my Dutch list, the Eurasian Stone-curlew.

En dan is het zo maar weer 10 mei, het is een warme zonnige dag en op het scherm van mijn telefoon lees ik iets waar heel vogelend Groningen al meer dan honderd jaar op zat te wachten, er was een Griel gevonden binnen de provincie grenzen. De harde kern van Groningen kregen eindelijk de kans om deze vreemde snuiter toe te voegen aan hun provincie lijst en veel mensen lieten dan ook hun dagelijkse dingen even voor wat het was en reisden af naar de Eemshaven om deze lang verwachte zeldzaamheid op te rollen. Ik zelf had al veel Grielen aan mijn neus voorbij laten gaan in Nederland en dat komt omdat ik altijd een actieve Grielen weigeraar ben geweest. Ik heb altijd vol gehouden dat er ooit wel een Griel ergens in Groningen op zou duiken en voila, daar was hij dan. Omdat Grielen over het algemeen maar kort op een plek aanwezig zijn besloot ik om deze keer maar geen risico's te nemen, deze moest en zal ik hebben want afwachten kan bij deze soort gewoon dodelijk zijn, gewoon direct gaan dus. Na 30 jaren geduldig wachten stond ik dan eindelijk oog in oog met een Griel en ik kan er eigenlijk maar een ding over zeggen, wat een mooie vogel is dat mensen. Ik zeg Griel, een dikke vette +1.


Ooievaar.  Onnerpolder. Als jong geringd in Artis Amsterdam.       White Stork.           

En dan was er nog de TOH vogeldag, de dag waar ik me al een tijdje op had verheugd maar die net even weer anders liep dan verwacht. Over het weer op deze dag kan ik kort zijn want net als bij alle andere edities was het ook deze keer weer huilen met de wintermuts op en onderhand lijkt het slechte weer niet meer weg te denken op deze dag. Team de Breedbekken stond ook bij deze editie weer op de deelnemerslijst en niets kon ons als team er nog van weerhouden om er weer eens flink tegenaan te gaan, althans dat was de bedoeling maar na de vondst van een Grote Kanoet op Texel besloten mijn teamgenoten om de Top Off Holland dag te laten voor wat het was en pakten de boot naar Texel. Ik had geen zin in een dagje Texel en bleef als enig teamlid achter op de vaste wal, tja iemand moet de hut bewaakt zal ik maar zeggen. Ik besloot om het Oldambt niet te verlaten en bleef de hele dag rond de Dollard hangen en maakte zo af en toe een uitstapje richting de polder's en die strategie bleek redelijk goed uit te pakken. Het tij zou pas aan het einde van de middag hoog zijn dus ik had alle tijd om de kwelders af te speuren en dat leverde mij naast een eerste zomer Slechtvalk ook nog een Roodhalsgans en een sub adulte Zeearend op en dat was toch maar even weer mooi meegenomen. Ook het wad zat barstens vol met steltloper maar de afstand waarop de vogels zaten was nog te groot om daar al soep van te kunnen koken. Door middel van de WhatsApp werd ik de hele dag op de hoogte gehouden wat er zoal te zien was in de TOH en een bericht trok direct mijn aandacht, 10 Morinel Plevieren waren aanwezig ten oosten van Beerta, en ik u maar vertellen dat deze soort zeldzaam is in het Oldambt. Bij aankomst op de aangegeven plek bleken de vogels nog steeds aanwezig te zijn en zoals zo vaak bij Morinellen waren ook deze vogels totaal niet schuw. Al foeragerend kwamen de vogels steeds dichter naar de aanwezige vogelaars gelopen en op een gegeven moment waren ze nog slechts enkele meters van de auto's verwijderd. Een dag later bleken de vogels nog steeds aanwezig te zijn maar in plaats van 10 zaten er nu 11 en ik weet haast wel zeker dat er nooit eerder zo'n grote groep Morinellen is gezien in het Oldambt. Met deze soort in de knip was mijn dag al meer dan geslaagd maar ik was nog niet klaar, i had a train to catch, en wel eentje die buitendijks binnen kwam rollen en die er voor zorgde dat de wolken steltloper recht voor mijn neus terecht kwamen. Na nog een bezoek aan de Breebaart parkeerde ik mijn achterwerk op de zeedijk en ik bleek qua wind en tij juist gegokt te hebben want geheel volgens planning kwamen zo'n 1000 Zilverplevieren, 1500 Kanoeten, 8000+ Rosse Grutto's en vele duizenden Bonte Strandlopers recht voor mijn neus te zitten. Het zoeken tussen de biomassa kon dus beginnen en al vrij snel vond ik de eerste Breedbekstrandloper voor die middag en nummer 2, 3 en 4 lieten ook niet lang op zich wachten, het feest was dus weer compleet. De Breedbekken leverden mij 1 punt op voor de competitie en met een al eerder gevonden vrouwtje Roodpootvalk, goed voor twee punten, stond de teller nu dus op drie punten. Aan het einde van de dag bleken die drie punten niet genoeg om aanspraak te maken op welke prijs dan ook maar dat boeit niet, het was, ondanks het afhaken van mijn mede teamgenoten weer een vermakelijke dag.


Roodhalsgans.  Dollard kwelders.                     Red-breasted Goose.

Je zou haast zeggen dat de koek, die gevuld is met schaarse en zeldzame soorten, wel eens een keer op moest zijn maar maar de bodem van de koektrommel bleek nog lang niet in zicht. Voor de zaterdagmorgen stond wederom weer een rondje Dollard in de planning maar die planning werd door een whatsApp bericht direct weer overboord gegooid. De op vrijdag ontdekte Woestijnplevier bleek nog steeds aanwezig te zijn op de Groninger noordkust en zonder ook maar een seconde te twijfelen reed ik richting het meest noordelijkste stuk vaste land van Nederland. Een keer aangekomen op de plek des onheil, en met de deurklink nog in de hand, kwam er wederom weer een app'je binnen op mijn telefoon en geloof het of niet maar in het Drentse Annen was een Griel gevonden. Zo zie je in dertig jaar niet een en zo krijg je de kans om binnen het tijdsbestek van twee weken een tweede Griel te zien, het moet niet gekker worden. Nu ligt Annen vlak over de grens met Groningen dus qua afstand was dat prima te doen maar eerst moest die plevier er nog aan geloven. De Woestijnplevier liet zich vanaf de zeedijk redelijk goed bekijken en ondanks dat dit alweer mijn vierde Woestijnplevier voor Nederland was blijven het echt een soort die altijd wel de moeite van het bezoeken waard is. Na een kwartier naar de plevier gekeken te hebben begon de Griel toch wat te jeuken en na wat telefoontjes met mensen die al in Annen waren werd de Polo met gierende bandjes die kant opgestuurd. Na een paar keer met de ogen geknipperd te hebben stond ik voor de tweede keer in zeer korte tijd weer oog in oog met een Griel, het is te bizar voor woorden mensen. Tijdens mijn aanwezigheid was de Griel niet vooruit te branden en de vogel bleef zeker een half uur lang roerloos in een ploegspoor liggen te niksen. Meer dan z'n kop en rug heb ik er niet aan gezien maar dat mocht de pret niet drukken. En na de zaterdag komt de zondag en voor die dag stond een excursie in de polder Breebaart op de agenda. Ik zou een groep mensen meenemen de polder in en ik besloot om ruim voor aanvang alvast even een klein rondje polder te doen om even voor te lopen maar veel gekkigheid leverde dat niet op. Na de excursie dook ik nog maar weer eens de hut in om de invallende stelten te checken en met name de Tureluurs en de Zilverplevieren waren goed vertegenwoordigd maar de klap op de vuurpijl was toch wel een Terekruiter die tussen de andere stelten zijn kostje bij elkaar scharrelde. Een paar dagen eerder was er ook al een Terekruiter gezien in de Breebaart en ik ga er maar vanuit dat het in dit geval om dezelfde vogel gaat. In een weekend harkte ik een Woestijnplevier, een Griel en een Terekruiter binnen, ik heb mindere weekenden gekend mensen, veel minder. En zo zie je maar weer dat mijn vrouw het ook deze keer weer bij het rechte eind had, het komt aal wel weer goud mien jong, het komt aal goud.   


Zwartkopmeeuw. Blauwe stad.                                                  Mediterranean Gull.

dinsdag 8 maart 2016

Indien aanvaard.


Amerikaanse Tafeleend   Zuidhorn.                                       Redhead.

Het ornithologisch jaar is nog maar amper begonnen en wederom dook er alweer een potentiĆ«le nieuwe soort voor Nederland op, de Amerikaanse Tafeleend. Na de Nachtegaal van Hoogwoud was het nu de beurt aan een eend, een Amerikaanse eend, een eend van een soort die geacht word zelfstandig naar Europa te kunnen vliegen maar die dat in het verleden, in tegenstelling tot andere Yankee eenden, nog maar slechts vier keer eerder had gedaan. In vergelijking tot de Roodkeelnachtegaal werd deze eendvogel maar matig bezocht en de reden daarvoor laat zich raden, een eend als deze licht vaak net iets zwaarder op de maag en roept bij veel twitchers toch wat vraagtekens op. Ook ik stond niet direct op de tafels te dansen toen het nieuws naar buiten kwam en dat komt puur omdat ik, net als veel andere vogelaar, qua "zeldzame"eenden vaak wat in de conservatieve hoek zit. Soorten als Siberische Taling, Bronskopeend en Kokardezaagbek staan, ondanks een paar aanvaarde gevallen, nog steeds niet op mijn NL lijst en dat komt puur omdat ik er geen lekker gevoel bij heb, de soorten zeggen me weinig en ze bezorgen mij echt geen seconde jeuk. Op zich is het natuurlijk best mogelijk dat de genoemde soorten op eigen kracht Nederland kunnen bereiken maar als mijn gevoel mij zegt dat het niks is dan is de wil om er achteraan te gaan er vaak ook niet. Toch lijkt de Amerikaanse Tafeleend van Zuidhorn op een aantal punten best aardig te scoren, zo is hij niet voorzien van ringen of andere toeters en bellen die op een herkomst uit gevangenschap kunnen wijzen en van enige tamheid lijkt ook geen sprake. De soort word nauwelijks in gevangenschap gehouden maar word wel in staat geacht grote afstanden af te kunnen leggen. Het enige wat deze eend tegen zich lijkt te hebben is dat de vogel een paar staartveren mist en dat hij lichte schade heeft aan een paar handpentoppen in de rechter vleugel, iets wat best verklaarbaar zou kunnen zijn maar een gave vogel zou in deze wat mij betreft toch net iets beter uit de verf komen. Dit alles in overweging nemend moet ik dus een keuze maken, ben ik een believer of een non believer, blijf ik bij deze dwaalgast in de conservatieve hoek hangen of ga ik over stag. De foto's zeggen eigenlijk al genoeg want als je er niet in gelooft dan moet je er ook niet heen gaan, al zegt mijn gevoel me bij vlagen wel dat ik misschien toch wel aan de verkeerde kant van de streep sta. Indien aanvaard +1 dus.    


Redhead.                       If accepted, the first for the Netherlands.  

Nu de eerste tekenen van de op handen zijnde lente zich aandienen lijkt de winter alweer bijna verleden tijd. De dagen worden gelukkig alweer langer en aan de stroom van erg leuke soorten lijkt nog steeds geen einde te komen. Na een paar fraaie wintersoorten opgerold te hebben leek er plotseling uit een ander vaatje getapt te worden, die van de ongebruikelijke overwinteraars. De zachte Nederlandse winters lijken er voor te zorgen dat steeds meer vogels het nog langer vertikken om naar het zuiden te trekken en steeds vaker kom je dan ook soorten tegen die eigenlijk helemaal niet passen bij de Hollandse winters. Lepelaars in december, wolken Kluten in januari en een Dwerggors en Steppe Kiekendief in februari, kan het nog gekker? Bij de laatste twee genoemde soorten werd mijn geduld, en mijn vermogen tot zelf beheersing, overigens behoorlijk op de proef gesteld. Zo werd de Dwerggors tijdens mijn aanwezigheid herhaaldelijk door een pixparasiet weggepest en ik heb dan ook een paar keer even tot tien moeten tellen om niet uit mijn pantoffels te schieten. Telkens als ik de Dwerggors net in beeld had liep het stuk terreur weer een paar stappen naar voren waardoor het vogeltje weer de wieken nam, ik piste dus telkens net naast de pot. Voor een keer is dat jammer, na drie keer word het al wat irritanter en na zes keer mag je wat mij betreft heel diep in het veen wegzakken. Waar is de blikseminslag als je hem nodig hebt zal ik maar zeggen. Na lang wachten kreeg in de zeldzame gors alsnog goed te zien maar de ergernis was er wederom weer niet minder om.


Casarca.      Blauwe stad.                                                                      Ruddy Shelduck.

Bij de Steppe Kiekendief, welke overigens de eerste overwinterend Steppe Kiek voor Nederland ooit is, was het ook een kwestie van een lange adem. Ik dacht, als ik nou eens vroeg in de morgen naar De Onlanden ga dan zal het vast niet lang duren voor dat ik de kiek in beeld heb, fout gedacht dus. Dat vroeg gaan lukte wel maar dat tweede deel van het verhaal pakte even heel anders uit. Meer dan drie uur lang heb ik met afgestorven handen, voeten en eieren in de vrieskou staan wachten maar al wat er kwam, geen Steppe Kiek. Het was maar goed dat ik zo nu en dan wat aanspraak van andere vogelaars had want anders was het wel een heel erg saaie morgen geworden daar in het Drentse land van Pitrus en Riet. Uren lang stonden we met meerdere mensen in het gebied te posten en om de vijf minuten scande ik met de scoop het hele gebied af maar de Kiek bleef onvindbaar. Het was inmiddels bijna twaalf uur geworden en ik begon er zo langzamerhand schoon genoeg van te krijgen. Ik was tot aan mijn botten toe verkleumd en mijn vingers leken inmiddels meer op Ola ijsjes dan op menselijk vleeswaren. Rillend van de kou scande ik nog maar een keer het gebied af en eindelijk was het dan bingo, ik had de Steppe Kiekendief in beeld maar de vogel vloog op grote afstand en was soms lastig te volgen. De Kiek vertikte het om dichterbij te komen en verdween, tot overmaat van ramp, na een paar minuten alweer uit mijn kijker. Meer dan drie uur lang had ik staan wachten op een Steppe Kiek die achteraf gezien op alle fronten totaal geen zin had om mee te werken, wat een grote koude rukzooi was dat zeg.
            

Witoogeend  Bourtange.    Ferruginous Duck. A German reintroduction bird.

Het mag wel duidelijk zijn dat die hobby van mij de laatste paar weken, ondanks de leuke soorten, bol staat van de bijsmaken. De ene keer moet ik stelling nemen bij een eend en de andere keer moet ik het wangedrag van een fotograaf of een Kiekendief slikken. Even had ik nog de hoop dat ik snel uit het nare bijsmaak circuit kon vluchten maar de volgende kandidaat met een smaakje liet niet lang op zich wachten. Witoogeenden worden maar zelden gezien in Groningen en de vogel van Bourtange leek mij dan ook een prima gelegenheid om maar weer eens een Witoogje te doen. Nu is de Witoogeend wel een soort die soms een beetje in een schemer gebied verkeerd want net als bij de eerder genoemde Bronskopeend, Siberische Taling en Kokardezaagbek wil er nog wel eens een Witoogeend uit een kooitje glippen. Toch worden er met enige regelmaat "goede" Witoogeenden gezien in Nederland maar de Bourtange vogel is dat zeker niet, sterker nog, fouter dan deze gaan ze en kunnen ze bijna niet worden. De vogel draagt aan haar rechterpoot een gele kleurring (code NN ) en na wat speurwerk op het internet bleek het om een Duitse vogel uit een herintroductie project te gaan. De Duitsers kweken in meerdere dierentuinen, ik bedoel maar, Witoogeenden om ze vervolgens op het Steinhuder meer nabij Wunstorf, Nedersaksen weer los te laten. Men hoopt dat de vogels daar, of in de nabije omgeving, tot broeden komen en voor nageslacht gaan zorgen en een ergere vorm van faunavervalsing is er volgens mij niet denkbaar. Inmiddels zijn er tussen 2012 en 2015 niet minder dan 350 vogels uitgezet en ik vermoed dat we daar in Nederland nog jaren lang plezier aan zullen beleven. Foute eenden en eenden waar je in moet geloven, fotografen die je het leven zuur maken en roofvogels waar je het voor de verandering niet warm maar erg koud van krijgt, wat een heerlijke hobby heb ik toch.

zondag 31 januari 2016

En doorgaan.


IJsduiker.  Leekstermeer.                                                 Great Northern Loon.

Als u denkt dat ik na het zien van de Roodkeelnachtegaal in een groot zwart gat ben gedonderd omdat het hoogst haalbare verzilverd is dan hebt u het mis. Het is zonder enige twijfel het fijnste bosje veren dat ik sinds jaren heb gezien maar het zien van de holy grail is zeker geen reden om de kijker in de wilgen te hangen, sterker nog, we gaan gewoon door.    


Paarse Strandloper.                                                                            Purple Sandpiper

Na de beide Burgemeesters en de erg smakelijke Nachtegaal was het wederom weer raak met een erg leuke soort, een soort die ik maar mondjesmaat zie en waar ik maar al te graag een paar kilometer voor om rij, de IJsduiker. In de loop der jaren heb ik al aardig wat IJsduikers bij elkaar gescharreld maar nooit eerder zag ik er een in het binnenland. De vogel van het Leekstermeer was dan ook een leuke mogelijkheid om dat even recht te zetten. De weersverwachtingen voor die zaterdag zagen er niet echt geweldig uit maar deze keer boeide mij dat niet echt want tijdens het zien van een IJsduikers horen je nou een keer koude klauwen en een druppel snot aan je neus te hebben, al was het alleen maar om het totaalplaatje compleet te maken. Na aankomst bij het Leekstermeer had ik niet eens een kijker nodig om te zien waar het bakbeest zwom. De duiker zwom een behoorlijk stuk uit de kant maar de contouren logen er niet om. De aanwezige Grote Zaagbekken en Wilde Eenden vielen totaal in het niets bij de IJsduiker en pas toen de vogel naast een Aalscholver zwom was echt duidelijk te zien hoe groot deze jongens nu werkelijk zijn. De duiker was de hele tijd druk aan het foerageren en verplaatste zich onder water over grote afstand en was soms kort even zoek. Na enige tijd wachten kwam de vogel iets dichterbij en kon ik een bruikbaar recordshot van de vogel maken.        


Buizerd.                                                                                         Common Buzzard

Omdat ik s'middags nog een overleg in het Lauwersmeer had moest ik de IJsduiker laten voor wat het was. Dat de vogel niet dichter naar de kant zou komen was wel duidelijk maar ondanks dat was het toch even weer genieten van een geweldige vogel. En dan het Lauwersmeer. We moesten het zakelijke en het plezierige maar eens met elkaar combineren dacht ik zo. Nadat we de zakelijke kant afgerond hadden dook ik de haven van Lauwersoog in om een soort op te zoeken die ik in het Oldambt vrijwel nooit zie, de Paarse Strandloper. De Paarse Strandloper is een soort die zich in de wintermaanden vrijwel altijd tussen de Steenlopers ophoud en als je een paarse wilt zien dan moet je, hoe gek het ook klinkt, altijd eerst een groep Steenlopers opzoeken. In de haven van Lauwersoog zitten altijd wel Steenlopers en ook deze keer was het dus een koud kunstje om de eerste groep te vinden. Deze keer had ik het geluk dat er een flinke verhoging in het water zat waardoor de Steenlopers pal naast mijn auto zaten. En blik was genoeg om de eerste van in totaal 5 Paarse Strandlopers tussen de Steenlopers uit te pikken en een ding was zeker, deze keer zaten ze wel erg dichtbij. De vogels zaten geruime tijd veelal slapend naast mijn auto maar namen de wieken toen ze door drie collega vogelaars bruut uit hun slaap werden verstoort. De vogels vlogen op en kwamen niet meer terug maar ik had waar ik voor gekomen was, de Paarse Strandloper.  


Paarse Strandloper.                                                                     Purple Sandpiper

En als we dan toch in de haven van Lauwersoog zijn dan pikken we de al weken aanwezig zijnde Roodhalsfuut ook maar direct mee. In tegenstelling tot de Paarse Strandlopers liet deze vogel zich maar moeilijk vinden. Bij mijn vorige Roodhalsfuut in Lauwersoog ging het ook al niet van een leien dakje en ook deze keer was het weer drama. Tig keren reed ik een rondje door de haven om vervolgens de vogel onder een stijger terug te vinden, de loeder. Roodhalsfuten in Lauwersoog, het blijft voor mij een lastig verhaal maar smaakmakers zijn het zeker. Zo maar een zaterdag in januari en thuis komen met een Zeearend, een IJsduiker, 5 Paarse Strandlopers en een lastige Roodhalsfuut, het kon minder mensen, stukken minder.


Roodhalsfuut.  1e winterkleed                                                 Red-necked Grebe.

zondag 17 januari 2016

Roodkeelnachtegaal.


Roodkeelnachtegaal.                  The first Siberian Rubythroat for the Netherlands.

Je ziet het wel vaker voorbij komen op Facebook, een foto van een vogel met daarboven de tekst, wie weet welk vogeltje dit is? Op vrijdag verscheen er wederom zo'n bericht op Facebook van een mevrouw uit Hoogwoud, ze had een vogeltje gefotografeerd in de tuin van haar zoon en een ding was zeker, na het indrukken van de enter knop op haar computer had ze niet kunnen vermoeden dat er een dag later vele honderden zwaar bewapende vogelaars naar Hoogwoud zouden trekken om de vogel in kwestie te bekijken.  


Na het verschijnen van de foto op Facebook stond direct heel Nederland vogelland op scherp want als dit allemaal zou kloppen dan zaten we met elkaar naar een foto van de eerste Roodkeelnachtegaal voor Nederland te kijken. Menig Whats app groepje in het land moet net als de Grunn groep uit zijn veters gesprongen zijn en hoewel de exacte plek nog niet bekend was werd een ding wel duidelijk, er waren erg veel mensen die deze vogel wilden zien. De twitch politie zette alles op alles om de juiste locatie te achterhalen en na een speurtocht in de vriendenkring op de vrouw haar Facebookpagina bleven er nog maar twee mogelijke namen van haar zoon over en dus ook twee locaties waar de vogel zou kunnen zitten. Het zou dus een kwestie van tijd zijn voor de juiste tuin gevonden werd en zo geschiede.


Nu bekend was waar de vogel zat zou de buurt in een mum van tijd worden overspoeld met honderden vogelaars die allen maar een ding voor ogen hadden, de Roodkeelnachtegaal zien. Dat dit de nodige irritaties onder de bewoners met zich mee zou brengen laat zich raden. Niemand zit immers te wachten op honderden nieuwsgierige vogelaars die constant over de schuttingen hangen en die bij elke beweging van de vogel als een kudde blinde koeien door de wijk rennen. Daarom werd er naar een maatregel gegrepen die we in Nederland maar zelden zien, het was mogelijk om, tegen betaling van 5 euro pp, de vogel vanuit een woonkamer te zien. Op deze manier was de toeloop te controleren en alle vogelaars hadden nu allemaal dezelfde kansen om de vogel mooi te bekijken zonder de overige bewoners van de wijk lastig te vallen.  


Nico in gesprek met een verslaggever van het NOS journaal.  

Voor mij was een ding zeker, deze mega dwaalgast wilde ik beslist zien en na wat bellen en app'en besloten ik om samen met Nico en Dietrich af te reizen naar het Noord Hollandse Hoogwoud. We spraken af bij het Van der Valk hotel in zuidbroek maar om daar te komen was nog een heel ander verhaal. In de voorliggende nacht had het flink gesneeuwd in oost Groningen en binnen enkele uren was er zeker 10 centimeter sneeuw gevallen. Met een slakkengangetje van 40 kilometer per uur reed ik over een compleet witte A7 in de richting van Zuidbroek om daar bij de andere mannen in te stappen. Veel later dan afgesproken arriveerden mijn reisgenoten bij het hotel, ze hadden onderweg ook veel last van de sneeuw gehad en waren met gepaste snelheid over de wegen gekropen. Pas nadat we de stad Groningen gepasseerd waren werd het beter op de weg en kon het gas er op en werd er, op een kleine pisstop na, in een lijn koers gezet naar de plek des onheil, Hoogwoud. Bij aankomst vingen we vrijwel direct een glimp van de vogel op maar voor ons was dat te mager, we wilden meer zien van de vogel en we besloten om, net als al die andere honderden vogelaars, aan te sluiten in de wachtrij die voor de voordeur van Beukenlaan 17 stond.  


About 600 twitchers were able to see the Siberian Rubythroat in a backyard, from the livingroom.

Na een poosje wachten betraden we, na de 5 euro afgetikt te hebben, de woning en een ding was duidelijk, de vele honderden modderige schoenen hadden zichtbaar hun sporen nagelaten op het lichte laminaat. In de woonkamer waren de stoelen, tafels en banken verwijderd om de twitchers wat meer ruimte te geven en de vensterbank was helemaal leeg gehaald. De groep voor ons moest al vrij vlot na het zien van de vogel alweer plek maken voor de volgende tien twitchers en voor ik het wist stond ik voor het raam te wachten op de heilige graal, het eeuwige onbereikbare en de juweel op de lijst van elke vogelaar, de Roodkeelnachtegaal. Na een paar minuten wachten glipte het vogeltje eindelijk door de schutting en het kijken en het maken van foto's kon beginnen. Door het tegenlicht en de spiegeling in het achterraam was dit een lastige klus maar aangezien iedereen in hetzelfde schuitje zat namen de meeste aanwezigen snel genoegen met wat ze aan plaatjes hadden. De vogel verdween vrij vlot weer tussen de schutting en geheel tegen de afspraken in kreeg mijn lichting nog een nieuwe poging cadeau van de mensen die toezicht hielden, waarvoor nog erg veel dank. Ook tijdens de tweede ronde liet de vogel zich weer formidabel bekijken maar hielt het na een paar minuten wederom weer voor gezien. Onze tijd zat er op en binnen een paar minuten stroomde de kamer weer vol met een nieuwe lichting vogelaars en wij verlieten, nadat we de gastvrouw bedankt hadden, voldaan weer de woning. Na een twitch als deze verkeer je voor de rest van de dag in een roes vol ongeloof en waarheden maar de Roodkeelnachtegaal zit in de knip, een dikke vette +1.  Nog even voor de duidelijkheid, je plaatst op vrijdag een foto op Facebook van een voor jouw onbekende vogel en vervolgens heb je na twee dagen 600 man over de vloer gehad !! Als er nu nog mensen zijn die beweren dat sociale media je leven, en je huis, niet overhoop kan gooien dan weet ik het ook niet meer. Een druk op de enter knop mensen, een keer drukken.  


zondag 10 januari 2016

Beide Burgemeesters.



Grote Burgemeester  Wildervank.             Glaucous Gull.

Elke hobby heeft zijn voordelen maar tegelijkertijd ook weer zo zijn nadelen. Neem nou die hobby van mij, Geen dag is het zelfde, altijd buiten en telkens weer zijn er andere, vaak leuke, dingen te zien. De keerzijde van de medaille is dan weer dat je altijd afhankelijk bent van het weer en dat dat van de een op de andere dag om kan slaan in Nederland is in de afgelopen week wel duidelijk geworden. Na de warmste kerst sinds eeuwen sloeg het weer in een keer om en werden we in noord Nederland getrakteerd op winters weer dat het hele dagelijks leven in ons plattelands dorpje voor een week helemaal plat legde. Een dikke laag ijzel zorgde er voor dat de postbode en krantenbezorger thuis bleven, het openbaar vervoer, voor zover aanwezig, stil lag en dat de buurtsuper lege schappen begon te vertonen.    


For the first time ever in the region, two Arctic Gull species on one day!!


Kleine Burgemeester Stadskanaal.  Record shot.             Iceland Gull.

Om eerlijk te zijn had ik mij mijn laatste week van de vakantie wel een beetje anders voorgesteld. Zo had ik nog een dagje Westerwolde op het programma staan en ook was het de bedoeling om nog wat tijd bij een paar IJsvogels door te brengen maar code rood gooide nogal wat roet in het eten. Nu word er wel eens lacherig gedaan over code geel, oranje of rood maar deze keer was het echt foute boel in den oost en wel op pad gaan zou gelijk hebben gestaan aan zwemmen tussen Witte haaien, je kan het een tijdje volhouden maar je weet haast wel zeker dat het vroeg of laat mis gaat. Hoe graag ik het ook zou willen, het veld in gaan met deze weersomstandigheden was geen optie en het enige wat dan nog reste was thuis bij de kachel blijven zitten en wachten op betere tijden.


Geelpootmeeuw. 2e kj                                                              Yellow- Legged Gull.


Our daughter ice skating on black ice.

En net als anders kwam er ook deze keer na koude regen weer zonneschijn en konden we weer aan de bak met een soort die ronduit zeldzaam is in de binnenlanden van Groningen, de Grote Burgemeester. De vogel werd gevonden nabij een vuildepot in Wildervank en liet zich erg fraai bekijken op het depot en op de omliggende landerijen. De eerste "lekkere"soort voor het nieuwe jaar was binnen en voor een aftrap met een Grote Burry (jargon voor) zou ik elk jaar wel willen tekenen, wat een toffe beesten. Zondag reed ik nogmaals naar Wildervank om de Burry met een bezoek te vereren. Ik reed amper op de N33 toen er op mijn telefoon te lezen stond dat er een Kleine Burgemeester was gevonden nabij Stadskanaal. Krijg nou wat, na een Grote Burry nu ook nog een Kleine Burry er overheen, pffh. Na de nodige telefoontjes over de locatie werd de koers gewijzigd van Wildervank naar Stadskanaal. Bij aankomst was het direct harken en de tweede burgemeester van het weekend kon net als de eerste zonder moeite worden bijgeschreven. De Kleine Burry zat behoorlijk ver van de weg maar dat mocht de pret niet drukken, hebben is hebben toch!! Nu hing er een historisch momentje in de lucht, ik kon op een dag, in de provincie, beide soorten burgemeesters zien, iets wat volgens de aanwezige vogelaars nooit eerder mogelijk was geweest en dat komt puur omdat beide soorten zeldzaam zijn. Na de Kleine Burry van Stadskanaal te hebben bekeken werd weer koers gezet naar die andere Burry, die van Wildervank. Ook deze vogel was nog aanwezig en zo kon er geschiedenis worden geschreven in oost Groningen. Wat een heerlijke start van het nieuwe jaar mensen.