dinsdag 8 maart 2016

Indien aanvaard.


Amerikaanse Tafeleend   Zuidhorn.                                       Redhead.

Het ornithologisch jaar is nog maar amper begonnen en wederom dook er alweer een potentiĆ«le nieuwe soort voor Nederland op, de Amerikaanse Tafeleend. Na de Nachtegaal van Hoogwoud was het nu de beurt aan een eend, een Amerikaanse eend, een eend van een soort die geacht word zelfstandig naar Europa te kunnen vliegen maar die dat in het verleden, in tegenstelling tot andere Yankee eenden, nog maar slechts vier keer eerder had gedaan. In vergelijking tot de Roodkeelnachtegaal werd deze eendvogel maar matig bezocht en de reden daarvoor laat zich raden, een eend als deze licht vaak net iets zwaarder op de maag en roept bij veel twitchers toch wat vraagtekens op. Ook ik stond niet direct op de tafels te dansen toen het nieuws naar buiten kwam en dat komt puur omdat ik, net als veel andere vogelaar, qua "zeldzame"eenden vaak wat in de conservatieve hoek zit. Soorten als Siberische Taling, Bronskopeend en Kokardezaagbek staan, ondanks een paar aanvaarde gevallen, nog steeds niet op mijn NL lijst en dat komt puur omdat ik er geen lekker gevoel bij heb, de soorten zeggen me weinig en ze bezorgen mij echt geen seconde jeuk. Op zich is het natuurlijk best mogelijk dat de genoemde soorten op eigen kracht Nederland kunnen bereiken maar als mijn gevoel mij zegt dat het niks is dan is de wil om er achteraan te gaan er vaak ook niet. Toch lijkt de Amerikaanse Tafeleend van Zuidhorn op een aantal punten best aardig te scoren, zo is hij niet voorzien van ringen of andere toeters en bellen die op een herkomst uit gevangenschap kunnen wijzen en van enige tamheid lijkt ook geen sprake. De soort word nauwelijks in gevangenschap gehouden maar word wel in staat geacht grote afstanden af te kunnen leggen. Het enige wat deze eend tegen zich lijkt te hebben is dat de vogel een paar staartveren mist en dat hij lichte schade heeft aan een paar handpentoppen in de rechter vleugel, iets wat best verklaarbaar zou kunnen zijn maar een gave vogel zou in deze wat mij betreft toch net iets beter uit de verf komen. Dit alles in overweging nemend moet ik dus een keuze maken, ben ik een believer of een non believer, blijf ik bij deze dwaalgast in de conservatieve hoek hangen of ga ik over stag. De foto's zeggen eigenlijk al genoeg want als je er niet in gelooft dan moet je er ook niet heen gaan, al zegt mijn gevoel me bij vlagen wel dat ik misschien toch wel aan de verkeerde kant van de streep sta. Indien aanvaard +1 dus.    


Redhead.                       If accepted, the first for the Netherlands.  

Nu de eerste tekenen van de op handen zijnde lente zich aandienen lijkt de winter alweer bijna verleden tijd. De dagen worden gelukkig alweer langer en aan de stroom van erg leuke soorten lijkt nog steeds geen einde te komen. Na een paar fraaie wintersoorten opgerold te hebben leek er plotseling uit een ander vaatje getapt te worden, die van de ongebruikelijke overwinteraars. De zachte Nederlandse winters lijken er voor te zorgen dat steeds meer vogels het nog langer vertikken om naar het zuiden te trekken en steeds vaker kom je dan ook soorten tegen die eigenlijk helemaal niet passen bij de Hollandse winters. Lepelaars in december, wolken Kluten in januari en een Dwerggors en Steppe Kiekendief in februari, kan het nog gekker? Bij de laatste twee genoemde soorten werd mijn geduld, en mijn vermogen tot zelf beheersing, overigens behoorlijk op de proef gesteld. Zo werd de Dwerggors tijdens mijn aanwezigheid herhaaldelijk door een pixparasiet weggepest en ik heb dan ook een paar keer even tot tien moeten tellen om niet uit mijn pantoffels te schieten. Telkens als ik de Dwerggors net in beeld had liep het stuk terreur weer een paar stappen naar voren waardoor het vogeltje weer de wieken nam, ik piste dus telkens net naast de pot. Voor een keer is dat jammer, na drie keer word het al wat irritanter en na zes keer mag je wat mij betreft heel diep in het veen wegzakken. Waar is de blikseminslag als je hem nodig hebt zal ik maar zeggen. Na lang wachten kreeg in de zeldzame gors alsnog goed te zien maar de ergernis was er wederom weer niet minder om.


Casarca.      Blauwe stad.                                                                      Ruddy Shelduck.

Bij de Steppe Kiekendief, welke overigens de eerste overwinterend Steppe Kiek voor Nederland ooit is, was het ook een kwestie van een lange adem. Ik dacht, als ik nou eens vroeg in de morgen naar De Onlanden ga dan zal het vast niet lang duren voor dat ik de kiek in beeld heb, fout gedacht dus. Dat vroeg gaan lukte wel maar dat tweede deel van het verhaal pakte even heel anders uit. Meer dan drie uur lang heb ik met afgestorven handen, voeten en eieren in de vrieskou staan wachten maar al wat er kwam, geen Steppe Kiek. Het was maar goed dat ik zo nu en dan wat aanspraak van andere vogelaars had want anders was het wel een heel erg saaie morgen geworden daar in het Drentse land van Pitrus en Riet. Uren lang stonden we met meerdere mensen in het gebied te posten en om de vijf minuten scande ik met de scoop het hele gebied af maar de Kiek bleef onvindbaar. Het was inmiddels bijna twaalf uur geworden en ik begon er zo langzamerhand schoon genoeg van te krijgen. Ik was tot aan mijn botten toe verkleumd en mijn vingers leken inmiddels meer op Ola ijsjes dan op menselijk vleeswaren. Rillend van de kou scande ik nog maar een keer het gebied af en eindelijk was het dan bingo, ik had de Steppe Kiekendief in beeld maar de vogel vloog op grote afstand en was soms lastig te volgen. De Kiek vertikte het om dichterbij te komen en verdween, tot overmaat van ramp, na een paar minuten alweer uit mijn kijker. Meer dan drie uur lang had ik staan wachten op een Steppe Kiek die achteraf gezien op alle fronten totaal geen zin had om mee te werken, wat een grote koude rukzooi was dat zeg.
            

Witoogeend  Bourtange.    Ferruginous Duck. A German reintroduction bird.

Het mag wel duidelijk zijn dat die hobby van mij de laatste paar weken, ondanks de leuke soorten, bol staat van de bijsmaken. De ene keer moet ik stelling nemen bij een eend en de andere keer moet ik het wangedrag van een fotograaf of een Kiekendief slikken. Even had ik nog de hoop dat ik snel uit het nare bijsmaak circuit kon vluchten maar de volgende kandidaat met een smaakje liet niet lang op zich wachten. Witoogeenden worden maar zelden gezien in Groningen en de vogel van Bourtange leek mij dan ook een prima gelegenheid om maar weer eens een Witoogje te doen. Nu is de Witoogeend wel een soort die soms een beetje in een schemer gebied verkeerd want net als bij de eerder genoemde Bronskopeend, Siberische Taling en Kokardezaagbek wil er nog wel eens een Witoogeend uit een kooitje glippen. Toch worden er met enige regelmaat "goede" Witoogeenden gezien in Nederland maar de Bourtange vogel is dat zeker niet, sterker nog, fouter dan deze gaan ze en kunnen ze bijna niet worden. De vogel draagt aan haar rechterpoot een gele kleurring (code NN ) en na wat speurwerk op het internet bleek het om een Duitse vogel uit een herintroductie project te gaan. De Duitsers kweken in meerdere dierentuinen, ik bedoel maar, Witoogeenden om ze vervolgens op het Steinhuder meer nabij Wunstorf, Nedersaksen weer los te laten. Men hoopt dat de vogels daar, of in de nabije omgeving, tot broeden komen en voor nageslacht gaan zorgen en een ergere vorm van faunavervalsing is er volgens mij niet denkbaar. Inmiddels zijn er tussen 2012 en 2015 niet minder dan 350 vogels uitgezet en ik vermoed dat we daar in Nederland nog jaren lang plezier aan zullen beleven. Foute eenden en eenden waar je in moet geloven, fotografen die je het leven zuur maken en roofvogels waar je het voor de verandering niet warm maar erg koud van krijgt, wat een heerlijke hobby heb ik toch.