donderdag 27 november 2014

Grote zillie's



                                                                        Foto: Mórocz Attila
Grote zilverreiger  Rood E81 Op het nest (mei 2012) Homorúd Hongarije.
 ( Great Egret Red E81 on the nest in Hungary)


20 jaar geleden moesten we voor een Grote zilverreiger nog een behoorlijk blokje om maar tegenwoordig zie je de soort het jaar rond. De Grote zilvers hebben in Nederland in een paar jaar tijd grote sprongen gemaakt en ook het Oldambt is in die trent niet achter gebleven. Het is in tien jaar tijd een soort geworden waar je amper nog warm of koud van word en remmen, laat staan stoppen, voor een Grote zillie doe ik al jaren niet meer. Overdag zie je op de landerijen meerdere Grote zillie's op muizen en mollen jagen maar dit is slechts een klein deel van de vogels die aanwezig zijn in de regio. In Nederland worden in de wintermaanden de slaapplaatsen van deze soort geteld en inmiddels is het aantal vogels die de slaapplaatsen bezoeken gestegen naar meer dan 4500 exemplaren, het hoogste aantal ooit geteld in Nederland. Ook in het Oldambt is de slaapplaats in de afgelopen jaren behoorlijk uit zijn voegen geknald en bij mijn laatste bezoek aan de Oldambster slaapplaats telde ik niet minder dan 128 vogels, je mag dus spreken van een goed gevulde slaapkamer. Naar de herkomst van de Grote zilverreigers was het altijd wat gissen. De meeste geringde zillie's die in Nederland werden waargenomen kwamen uit Polen en vorig jaar lukte het mij om een van deze geringde vogels, met een gele ring, af te lezen. In mijn vorige post op dit blog liet ik al even vallen dat ik een zillie had waargenomen met een oranje kleurring ( E84) en een mailtje naar Letland was genoeg om uit te vinden dat de vogel op 03-06-14 in Kanieri, Letland was geringd. Dit was pas de tweede keer dat een Letse vogel in Nederland was waargenomen en de ringer was, geheel begrijpelijk, erg blij met de aflezing. Zaterdag deed ik weer eens een rondje door de polders van noord oost Groningen en ik was benieuwd of de Letse vogel nog aanwezig zou zijn. Bij elke Grote zilverreiger stopte ik even om te kijken of het E84 was. In de Oostwolmerpolder was het bingo, met de kijker zag ik dat een van de vogels op het grasland geringd was en vlug werd de scoop op de vogel gericht. In plaats van een oranje ring met een zwarte inscriptie droeg deze vogel een rode ring met de witte inscriptie E81. In tegenstelling tot de oranje ring, die ik na een uur zweten pas af kon lezen, werd deze ring binnen een paar seconden afgelezen. Dat de codes op de ringen, E84 en E81, zo dicht bij elkaar liggen lijkt in deze puur toeval maar het brengt je wel even aan het wankelen. Rood E81 is een vogel uit Hongarije en werd op 21 mei 2012 in Homorúd, Baranya, Hongarije als jong geringd en heeft 1162 kilometer gevlogen om in het Oldambt terecht te komen. Het gissen naar de herkomst van de Grote zilvers is na het aflezen van een vogel uit Polen, Letland en Hongarije nu, volgens mij, deels beantwoord, "onze" Zillie's komen van ver, erg ver. En zo zie je maar weer dat je ook bij "gewone"soorten eens wat vaker op de rem moet trappen om onbeantwoorde vragen beantwoord te krijgen.

 
Grote zilverreiger  Oostwold. Bewijsplaatje van een in Hongarije geringde vogel.
.        ( Great Egret ) Recordshot from the Hungarian bird (E81) in the Oldambt region.
 
 

zondag 16 november 2014

Calidus of zo.


Slechtvalk  Juveniel  Dollard.                  ( Peregrin Falcon, a nice calidus look a like )

Een koe is een koe, een paard een paard en een schaap een schaap, maar wanneer is een Slechtvalk nu eigenlijk een Toendra Slechtvalk? Al een paar weken is een opvallende grote Slechtvalk aanwezig in de Dollard polders die kenmerken van deze ondersoort ( calidus ) vertoond. Met name de koptekening, en de lange vleugels, van de vogel wijken behoorlijk af van wat ik gewend ben van juveniele Slechtvalken en de vogel heeft in de vlucht veel weg van een Giervalk. normaal gesproken is de kopkap van een Slechtvalk aaneengesloten en helemaal donker maar bij deze vogel is daar geen sprake van. De valk heeft een kleinere baardstreep dan een "gewone" Slechtvalk en een lichte oogstreep, de kruin is cremekleurig. Het is dus echt een vogel om even voor in de boekenkast te duiken en voor dat je het weet zit je met de roofvogelbijbel van Forsman bij de keukentafel. In de Forsman staat te lezen dat, Juvenile Calidus are whiter below than peregrinus, with a prominent pale supercilium, a partly pale (fore) crown, a narrower moustache, and a wide and white cheek-patch. Head-pattern of juvenile calidus often bears more resemblance to juvenile Lanner or Saker than to juveniles of normal dark peregrinus, but the moustache is broader and darker, often being the most prominent feature in the head while the eye-line may be rather diffuse.


Als je de tekst van Forsman leest dan lijkt de vogel van de Dollard op een aantal punten te scoren.  Lekker kort door de bocht genomen zou je er op een zondagmiddag dus zo een calidus van kunnen kleien. De vraag blijft dan echter wel, in hoevere kan een gewone Slechtvalk op een Toendra Slechtvalk lijken en is de ondersoort in Nederland überhaubt wel op naam te brengen aan de hand van een veldwaarneming?? In een ander boek staat het antwoord op deze vragen. Het vermeld, The problem, however, is that nominate peregrinus may also produce juveniles that closely resemble the calidus race, so the positive inentification of such birds is fraught with difficulty, met andere woorden, juveniele peregrinus Slechtvalken kunnen soms verassend veel op een calidus lijken. Tja, na het lezen van dit alles ben je dus eigenlijk direct weer klaar en terug bij af. Toch is het wel goed om eens wat tijd in dit soort vogels te stoppen, al was het alleen maar om er zeker van te zijn dat alles weer in het juiste hokje geplaatst word. Een koe blijft dus gewoon een koe en zal in dit geval dus geen schaap worden.


 

Pontische meeuw    Oterdum.                                                (Caspian Gull )

woensdag 29 oktober 2014

Herfst tinten.


Ransuil   Oldambt.                                                           ( Long-eared Owl )

Na een paar weken elders gevogeld te hebben werd het hoog tijd om de Dollard weer eens in te duiken. Oke, mijn bezoek aan het Lauwersmeer van vorige week leverde mij een erg leuke Blonde ruiter als zelfontdekker op en ook de twee Gestreepte strandlopers waren erg vermakelijk om naar te kijken maar u weet het, home is where the hart is. Het bezoek aan de Lauwers stond in het teken van een dagje uit voor de vrijwilligers van de zwanenwerkgroep maar strande wederom in de, tot vogelhut omgebouwde gereedschapskist van de Ezumakeeg. Net als bij mijn laatste bezoek aan de Keeg puilde ook deze keer het hokje weer tot aan de nok toe uit en om mij zelf te beschermen tegen onderhuidse weekheid koos ik er voor om deze keer geen stap over de drempel van het hokje te zetten, iets wat mij overigens erg goed bevallen is moet ik zeggen. Met deze drukte nog in het achterhoofd werd het dus tijd om de rust van oost Groningen maar weer eens op te zoeken. De storm van de vorige week ging in zijn geheel aan mijn neus voorbij maar had voor mij nog wat restjes achter gelaten in de vorm van een Middelste jager die huis hielt rond de haven van Termunterzijl. Het was voor dit najaar alweer mijn tweede Middelste jager in de Eems en dat is uitzonderlijk te noemen voor een soort die best zeldzaam is in deze hoek van Groningen.


De kwelders liggen er weer lekker oktobers bij, de herfstkleuren overheersen eindelijk en voor mij zijn de kwelders nu op hun mooist. De rode, gele en bruine tinten vormen samen met de wind en de donkere luchten eindelijk het perfecte herfstplaatje en doen de hoge tempraturen van de laatste weken vergeten. Op elke paal is wel een roofvogel te vinden en met name de Slechtvalken sprongen er met minimaal 6 exemplaren behoorlijk uit. De eerste Fraters hadden net als de vele tientallen Oeverpiepers hun winterkwartier ook weer gevonden terwijl een late Lepelaar, in tegenstelling tot zijn soortgenoten, geen haast lijkt te hebben om naar Afrika te vertrekken. De Zeearenden zitten onderuit gezakt uit te buiken terwijl een jonge Havik vlak naast ze zijn prooi aan het slopen is. In geen velden of wegen zijn er mensen te bekennen langs de rand van de Dollard en het lijkt er op dat ik de enige ben die op deze dag de kleurenpracht en de geluiden in zich op mag nemen, ik ben in mien element, op mien stee.


Middelste jager  Juveniel  Eems.                                            ( Pomarine Skua )


Pontische meeuw  Oterdum.                                               ( Caspian Gull )

In de Reiderwolder polder loopt in een groep Grote zilverreigers een vogel met een oranje ring, met veel moeite weet ik de ring ( E84 ) af te lezen. De vogel lijkt uit Letland te komen maar net als bij de Zwarte ooievaar, de Kokmeeuw uit Kroatïe en de Pontische meeuw uit het oosten van Duitsland zal ook dit wel weer lang wachten worden op antwoord van de ringer. De Kuifduiker van de Blauwe stad is ook dit najaar, voor het 6e jaar op rij, weer terug op zijn vaste stek en een vrouwtje Toppereend siert een groep Kuifeenden op in het zelfde gebied. De IJsvogels duiken dit najaar, na een paar slechte jaren, op de meest vreemde plekken op in het Oldambt en het lijkt er op dat de soort  eindelijk weer wat in de lift zit. Herfst in het Oldambt is genieten, met volle teugen.


 

zondag 19 oktober 2014

De fall ( Rottumerplaat part 8 )


Rottumerplaat.

 
Zeearend. Eerste winterkleed     ( White tailed Eagel.)
 
Een lekkere binnenkomer is het zeker, zo'n Zeearend op de eerste de beste zandbank van het mooiste eiland van Groningen. Als een ware gastheer verwelkomt de vogel ons tijdens het naderen van het eiland, die door hen, die tot de uitverkorenen behoren, ook wel de hemel van Groningen word genoemd. U snapt nu al wel dat ik vorige week wederom weer op Rottumerplaat mijn dagen moest slijten en dat dat geen straf is zo in het midden van de maand oktober dat spreekt voor zich. Zoals gezegd, het weekend begon met een eerste winterkleed Zeearend die zich erg mooi liet zien toen hij langs de boot vloog, dat mijn 500 mm lens op dat moment nog lekker lag te slapen onder in het ruim van het schip kan men als een erg grote jammer moment beschouwen maar het mocht de pret zeker niet drukken. Toen de vogel verderop tussen de zeehonden lande, over leuke plaatjes gesproken?, hadden we allemaal het vermoeden dat we de vogel wel vaker zouden zien in het voor ons liggende weekend maar niets was minder waar.
 

Vuurgoudhaan                                                                ( Common Firecrest.)

Direct na aankomst op het eiland werd begonnen met de hoogwatertelling en gezien het hoge tij was dat geen verkeerde gok. De grote zwermen steltlopers, meeuwen en eenden kwamen door het hoge water dicht bij het eiland en waren zo vrij gemakkelijk te tellen. Tijdens de telling nemen we ook de zangvogels in de vele bosjes langs de stuifdijk mee en ook deze waren goed gevuld met zangertjes als Zwartkoppen, Roodborsten, Heggemussen, Tjiffen, Winterkoningen en Goudhaantjes. En met zulke goed gevulde bosjes kan het dus gebeuren dat je vanuit je ooghoek een vliegend zangvogeltje oppikt en vervolgens aan je telmaatje vraagt, he, wat komt hier aan? tiehuwie, ahh een Bladkoning, dat was de eerste krent van dit weekend. De tweede krent tijdens de telling was een Grauwe franjepoot die rond tolde in de baai, iets wat verderop in de baai zijn broetje, de Rosse franjepoot, overigens ook deed maar deze vogel wisten wij glansrijk te missen. U leest het al wel, overal vogels te kust en te keur op het eiland, iets wat de Slechtvalken en de Smellekens zichtbaar aanstond. Voor deze snelle rovers is het eiland en de omliggende zandplaten zo midden oktober een grote grabbelton met prijsgarantie. Een wandeling van 12 kilometer door de ruigte en het zand maakt hongerig en moe en als je een optelsom van de dag maakt, en je doet daar nog wat berenburger bij, dan kan het haast niet anders dan dat je, een maal op bed liggend, als een blok beton in slaap valt.

 
 Wakker worden op een onbewoond eiland is anders wakker worden dan in je eigen huis. Ondanks dat ik zaterdags een vrije dag heb moet ik vanalles. Ik moet naar de bakker of moet elders een boodschap doen, ik moet, bijna dwangmatig, een rondje door de polder maken en zelfs het eten van een bakje kibbeling is meer moeten dan mogen. Wakker worden op Rottumerplaat is eigenlijk wakker worden zoals het hoord. Lekker rustig om en door het huisje rondscharrelen met een bak koffie in je ene hand en een kijker in de andere. De Waterrallen in de tuin van het huisje schreeuwen de longen uit hun lijf als ik hardop goedemorgen tegen ze zeg en op een meter voor mijn neus is een  Vuurgoudhaan, net als ik, bezig met zijn ontbijt. Met gemak kan ik een kwartier naar de kleine druktemakers kijken als ze hun eerste ronde van de dag door de tuin maken. Hier op het eiland hoef ik niet naar de bakker of een andere winkel en van moeten hebben we hier nog nooit gehoord. Geen drukte of flauwe kul maar gewoon ongedwongen genieten van de koffie, een peukje en van de dingen die het moment je bied. Een voor een ontwaken de tijdelijke bewoners van Plaat uit hun slaap met elk een eigen ochtendritueel, de ene met thee en de andere met een bak koffie en een plak brood. Na dat iedereen klaar is met zijn ritueel blijft het huisje voor de rest van de dag leeg achter want een beetje chillen is natuurlijk wel lekker maar er moet ook aan de weekendlijst gewerkt worden.
 
 
Rotganzen.                                        ( Brant Goose.)
 
Elke bewoner vuld zijn dag zelf in, de ene maakt in zijn eentje een grote ronde over het eiland en de andere maakt een klein rondje en gaat daarna op de toren trektellen. Zelfs kies ik altijd voor de "alles er uit halen wat er in zit"strategie, of met andere woorden, shop till you drop. Het hele weekend kwam de wind uit het zuiden en de Noordzee bleef dan ook angstaanjagend leeg. Oke, het mannetje IJseend en een Middelste jager waren een leuke bijvangst maar alle pijlen waren met een wind uit deze richting gericht op de bosjes. Dagelijks werden de bosjes met uiterste precisie uitgekamt maar harder dan een paar Bladkoningen werden de soorten niet. Ook de kwelders werden dagelijks bezocht en dat was goed voor meerdere Bokjes, Grote piepers en IJsgorzen. Elke avond werd het weer voor de volgende dag besproken en alle aanwezigen hoopten op een verandering van het weer. Een buienfront kan grote invloed op trekkende vogels hebben en het meest gunstige voor ons zou een front vanuit het zuiden zijn om een fall te veroorzaken. Een fall vind plaats als vogels plots met slecht weer te maken krijgen tijdens de trek, de vogels worden eigenlijk gedwongen om lager te vliegen of om te landen op het eerste stukje land dat ze tegenkomen. Oke heren, u wilt dus een fall?? dan kan je hem krijgen ook. Maandag morgen vloog het bij het aanbreken van de dag al als een tiet en het geen waar we op hoopten vond live voor onze ogen plaats, een ware fall. Het huisje van Plaat staat aan de meest oosterlijke kant van het eiland en de tuin was door een neerslagfront een opslagplaats geworden van trekkende vogels. De hele Noordzee moet in het begin van de nacht vol gezeten hebben met vogels want de aantallen die bij ons stranden waren enorm. Na 4 uur tellen vanaf de toren stond alleen de teller van de Koperwieken al op 7500 vogels maar ook de Zanglijster deed met 510 exemplaren goed mee. Tussen al het geweld van de Lijsters werden ook nog eens 15 Beflijster gevonden en dat is best veel. Onder de toren maakten de kleinere zangers zich klaar voor de laatste sprong naar het vasteland en met enige regelmaat verdwenen ze als kleine stipjes boven de Waddenzee. De tuin bleef nooit lang leeg, steeds weer werd de tuin opnieuw gevuld met Goudhaantjes, Vuurgoudhaantjes, Tjiffen en enkele Bladkoningen. Ik heb al veel opmerkelijke dingen gezien op het gebied van vogels maar deze dag zal nog wel even blijven hangen.
 

Een weekend hard werken leverd naast veel mooie momenten en leuke soorten ook nog iets op waar we echt onze best voor gedaan hebben, een nieuw weekendrecord. Voor zover wij weten is het nog nooit eerder een telploeg gelukt om 112 soorten bij elkaar te harken in een weekend. Een echte klapper zat er niet tussen maar soorten als Velduil, Pontische meeuw, Jan van Gent en Grote zeeënd zijn altijd leuk om te zien. Ook leuk om te zien op Rottumerplaat, en stukken zeldzamer op het eiland dan een Bladkoning, Grote pieper of een IJseend was een Waterhoen die door de struiken bij het huisje scharrelde, zo gewoontje en toch erg zeldzaam, iets wat wel past bij dat geweldige eiland.


IJseend.  Mannetje.                                                             ( Long-tailed Duck.)


zondag 5 oktober 2014

Eindelijk.


Pontische meeuw  1e kj   Termunterzijl.  Groen XXEC Geringd in oost Duitsland.

U weet het al wel, ik ben verliefd op Pontische meeuwen en ik steek dat niet onder tafels en stoelen. Al menig keer zijn ze voorbij gekomen op mijn blog maar ik kan er geen genoeg van krijgen. Elke keer springt het hart een tikje over wanneer ik een pont zie en ik krijg er een blij gevoel van. Ze zijn net iets gracieuzer, pittiger en sierlijker dan de andere meeuwen en dat spreekt mij aan.



Pontische meeuw  Nog een eerste winter vogel.    ( Caspian Gull, first winter )

Zaterdag moest ik vol aan de bak in het haventje van Termunterzijl. Na dat ik Casper, mijn vaste huis, tuin en keuken pont, in beeld kreeg bleken er nog twee 4e kj ponten vlak voor mijn neus te zitten. Al de drie vogels zaten te wroeten bij de "vishoek" en lieten zich bij vlagen mooi zien. In de "vishoek" word met enige regelmaat visafval neergegooit en de meeuwen maken daar dankbaar gebruik van. Net als op zondag bij de frietkraam van de pier van Oterdum is de "vishoek" een plek die valt en staat met het tij en een goede timing, als je te vroeg bent dan zitten de meeuwen nog te niksen op de strekdam en als je te laat bent dan zit je naar uitbuikende meeuwen te kijken en is het feest alweer over. Timing van het juiste moment maakt dus het verschil tussen de meeuwen van erg dichtbij of op grote afstand zien.

 
Pontische meeuw. Adult Casper de huis, tuin en keuken pont.  ( Caspian Gull )


De drie ponten kregen na verloop van tijd versterking van nog twee soortgenoten en groot was de verbazing toen bleek dat een van de eerste winter vogels geringd bleek te zijn. Een geringde pont, ik zit er al jaren op te wachten en eindelijk was het dan zover. De vogel vloog door mijn beeld toen ik de ring aan zijn poot opmerkte maar dook direct de "vishoek" in. De hoek heeft een nadeel, van boven is er niet in te kijken en de vogel bleef dan ook lang uit beeld. Tot overmaat van ramp kwamen er ook nog eens een kudde gillende kleuters aangerend waardoor alle meeuwen het luchtruim kozen. Het zal je maar gebeuren, heb je na jaren van wachten eindelijk een geringde pont en dan word hij ook nog eens weggepest door een zootje ongeleide projectielen. Als vervolgens de vader van dat tuig ook nog eens met de opmerking, leuk he die vliegende meeuwen!! komt, dan zit je dus tegen honderd kilo zwaar geirriteerd vlees aan te kijken. Op dit soort van momenten kan de Eems mij niet diep genoeg zijn, iets wat de vader overigens al vrij vlot in de gaten had. Pas toen een van de kids heerlijk op zijn smoel ging op de gladde stenen van de pier, jawel, ook lang de Eems straft God direct en snoeihard, keerde de rust weer terug in de haven en kwamen de meeuwen terug naar de hoek. De geringde vogel liet zich nu wel goed zien en het aflezen van de ring was dan ook in een paar seconden gepiept. Eindelijk dus een geringde Pontische meeuw en voor de verandering niet minder dan 5 ponten in "mijn" haventje, das abnormaal veel maar wel ontzettend gaaf.


donderdag 25 september 2014

Kustslak.

 

Het gebeurd iedereen die regelmatig buiten is wel eens, je ziet iets groeien, bloeien of vliegen maar je hebt geen flauw idee wat het is. Ik zelf heb dit met enige regelmaat en sinds kort weet ik dat soorten als Engelsgras, Zeealsum en Winterakoniet minder algemeen zijn dan ik ooit had kunnen bedenken. Vaak loop ik er al jaren aan voorbij, ik denk dan al gauw, als het hier overal bloeid. vliegt of kruipt dan zal het in de rest van Nederland ook wel een algemene soort zijn, dat is verkeerd gedacht dus. Vaak moet ik even worden wakker geschut door iemand die er wat meer verstand van heeft en die bij het zien van een paar pollen Engelsgras zegt, goh Engelsgras, niet echt een algemene soort!! Ik beloon een dergelijke opmerking vaak met een, owh is dat zo? dat spul staat hier anders al jaren hoor!!


 
Baardman  Dollard                                                                 ( Bearded Reedling )

Een beetje surfen op het internet bracht mij bij nog zo'n soort die ik al jaren zie in de plasjes en prielen langs het vlonderpad naar de Kiekkaaste. Menig keer dacht ik, ahh daar heb je die grappige kleine slakjes ook weer maar ik heb nooit geweten dat het om Gray's kustslakken ging. De Gray's kustslak is ongeveer 3 tot 5 milimeter groot en word in Nederland nagenoeg alleen nog maar in de Zeeuwse delta en rond Nieuw statenzijl waargenomen, het is dus een behoorlijk zeldzaam slakje.


Havik   Juveniel.                                                                          ( Northern Goshawk )

Onbewust of bewust een soort zien daar zit een Wereld van verschil in, onbewust heeft elk mens wel eens naar een Spreeuw gekeken maar veel mensen hebben nooit gezien hoe mooi het beest eigenlijk is. Bewust ergens naar kijken is dingen in je opnemen, kenmerken en kleuren zien of geluiden horen en je verwonderen, of niet. Bewust naar een klein slakje zoeken stond niet echt op mijn "dingen die ik ooit nog moet doen" lijst maar ik was nieuwschierig geworden en besloot om er maar eens wat tijd in te stoppen. Nieuwe statenzijl was zaterdagmorgen gehuld in dichte mist maar een grote groep Baardmannetjes bleef ondanks dat niet onopgemerkt. Het pingend geluid van de vogeltjes klonk vanuit het met mist bedekte rietveld en kort na het betreden van het vlonderpad werd ik omringd door een groep van minstens 25 Baardmannen en vrouwen. Het Baardmannetje is zonder twijfel een van de meest kleurrijke vogeltjes van het Oldambt en de rietvelden van Nieuw statenzijl zijn al sinds jaar en dag een goede plek om deze soort van dichtbij te zien. De Baardmannen waren dus een leuke bijvangst maar ik kwam natuurlijk voor iets anders, een klein inimini slakje. Zoals gezegt, ik had op het internet al even wat voorwerk gedaan om het vinden van het slakje te vergroten en bij het eerste de beste poeltje langs het vlonderpad naar de Kiekkaaste was het al bingo. Niks op de knieën door het slik maar gewoon zittend op het pad vond ik de Gray's kustslakjes in een poeltje tussen en op de begroeing. Als kleine donkere stipjes zaten ze roerloos op de bladeren van het riet en meer dan dat zou het ook niet worden. Kustslakken geven nu eenmaal geen vliegshowtje zoals een Slechtvalk dat kan doen of trekken geen sprint als een Vos wanneer hij verstoord word maar zitten stil, roerloos stil en blijven bovendat gewoon doodstil zitten. Je bent dus eigenlijk snel klaar met die slakken maar kijk en verwonder u, verwonder u hoe een diertje kleiner dan een luciferkop kan overleven in een woeste Wereld van eb en vloed. En zo blijkt de Dollard na bijna dertig jaar nog steeds verassingen voor mij in petto te hebben, dingen die je niet verwacht, niet kent of waar je nooit een naam aan hebt kunnen plakken.  


woensdag 17 september 2014

Blythi ???

 


Eemshaven.

It's a jungle out there!! en wel een van grote bouwwerken van staal en beton. De vogelaar van nu heeft het er niet gemakkelijk meer en steeds vaker komt hij op plekken die onherkenbaar verwoest zijn. Hier zat ooit een grote groep Velduilen, daar een Woestijntapuit en ongeveer op deze plek zag ik lang geleden mijn eerste Grote franjepoot, al die plekken zijn inmiddels onherkenbaar verminkt en vol gestampt met beton en komen nooit meer terug. De Eemshaven veranderde in een korte tijd zo snel dat het zelfs door de vogelaars die er regelmatig komen niet meer bij te houden is. De kleine hoekjes van vroeger die nog over zijn worden gekoesterd maar beetje bij beetje ook omringd door belachelijk hoge hekken die ook nog eens vol hangen met camera's.


Hybride Bonte x Zwarte kraai   Eemshaven.              ( Hooded x Carrion Crow hybrid )

Camera's of niet, we gaan vrolijk verder met het zoeken in de nog resterende bosjes naar leuke soorten en zaterdag leverde dat een zeldzame soort op die je, gek genoeg, eigenlijk niet wil vinden, een Braamsluiper met een oosterlijke herkomst. Braamsluipers uit het verre oosten zijn in het veld nagenoeg niet op naam te brengen en alle gevallen op de Nederlandse lijst zijn dan ook op naam gebracht en door het CDNA aanvaard aan de hand van DNA materiaal. Vrijwel direct na het vinden van de vogel hadden we in de gaten dat het best een spannende Braamsluiper was en dat kwam mede door de vale kleur van de buik en de flanken. Ook de bruine bovendelen liepen ver door tot boven op de kop waardoor er nauwelijks sprak was van een kopkap, het enige grijze op de kop zat rond de oorstreek. Door de takken en het hekwerk heen was het nog een hele klus om bruikbare foto's van de bewegelijke vogel te maken.


Siberische braamsluiper ? (Silvia curruca blythi) Eemshaven.( Lesser Whitethroat ssp blythi ??)



Ondanks dat de vogel drie keer een harde "tsjeck" liet horen kon het geluid niet worden opgenomen. Gelukkig bestaat er altijd nog zoiets als internet, en dus ook een bron van vogelgeluiden, op de smartphone. In het veld werd na enige verwarring over de nieuwe naamgeving van de "Oosterlijke Braamsluipers" roepjes van alle mogelijke kanshebbers beluisterd en na verloop van tijd werd een geluid gevonden dat overeen kwam met onze vogel en dat bleek om een Siberische Braamsluiper, ( Silvia curruca blythi ) te gaan. Of het echt om een Blythi gaat zal voorlopig wel onduidelijk blijven, al worden er de laatste jaren wel grote stappen gezet omtrend de determinatie van deze uitermate lastige vogels. Zonder een geluidsopname en bruikbaar DNA matriaal lijkt deze Braamsluiper, hoe jammer het ook is, in de "volgende keer beter" lade te belanden. Dit soort waarnemingen geven mij altijd een half half gevoel, aan de ene kant is het geen wat je gevonden hebt best goed maar aan de andere kant schiet je er weinig mee op. Het is eigenlijk net een Bonte kraai die ook deels een Zwarte kraai blijkt te zijn of een heerlijke volle zeemeermin die met haar dikke bolle anus op het droge ligt,  leuk om naar te kijken maar 't is het net niet.



woensdag 10 september 2014

Sneaky.


Gewone zeehond    Termunterzijl                                        ( Harbor Seal )

Bij elk bezoek aan het haventje van Termunterzijl heb ik altijd het gevoel dat ik bekeken word wanneer ik met mijn auto onder aan de dijk sta. Met mijn linker oog aan de telescoop vang ik, vanuit mijn ooghoek, regelmatig nog net een glimp op van twee bruine ogen die na enige tijd weer geruisloos onder water verdwijnen. Heel sneaky komen de kleine onderzeeërtjes twintig meter verderop weer boven water en dit spel kunnen ze erg lang volhouden. Doorgaans besteed ik geen aandacht aan de zeehonden, ze zitten immers standaard in het weekend basispakket, maar soms kan ik het niet laten om ze even naar me toe te rammelen, even de sleutels uit het contactslot halen en buiten het raam wat rammelen kan soms wonderen doen. Dat rammelen leverde mij ooit een adembenemende ontmoeting met een, in de Eems Dollard schaarse, Grijze zeehond op. Vanaf het moment dat ik het beest zag begon ik met rammelen en na tien minuten rammelen lag het grote beest op 5 meter van de kant. Wie wie nou aan het bewonderen was werd niet helemaal duidelijk maar het was wel een moment om in een lijst met een gouden randje te stoppen. Bel dus niet direct met het GGZ wanneer u een man met een bos sleutels langs de waterkant van de Eems ziet rammelen maar ga er gewoon eens naast zitten, het kon u nog wel eens een leuke ontmoeting opleveren.


Kokmeeuw  Termunterzijl. Geringd in Kroatië.          ( Black -headed Gull, from Croatia )

Ik had me er helemaal op ingesteld, zaterdag niet te laat van bed, even naar de bakker en hup naar de Onnerpolder om de Zeearenden daar te doen. Allemaal leuk bedacht natuurlijk maar met minder dan dertig meter zicht, door de dichte mist, kon ik het eerst wel rustig aan doen. Ik word er altijd wat narrig van bij het zien van die grijze massa, het zijn verloren uren waar je geen ruk aan hebt en het maakt de dag alleen maar korter. Op een gegeven moment moet je toch knopen doorhakken, gaan of thuis achter de Orchideën blijven zitten. Het zal u niet verbazen dat het optie nr 1 werd, gewoon gaan. Ondanks verwoede pogingen van de zon om door de grijze deken heen te breken duurde het nog lang voor het zicht meer dan honderd meter werd. Uit de mist boven de Onner doemde bij flagen een kudde Konics op en tussen de paarden zat het doel van de dag, de Zeearend. Sinds een tijd zijn twee jonge vogels, een 2e kj en een 4e kj, aanwezig in het Zuidlaardermeergebied en ik was benieuwd of het om een jonge man en een jonge vrouw zou gaan, ja mensen, ik kijk alweer in de toekomst. Veel tijd om de vogel te bekijken kreeg ik niet want de mist gooide wederom weer roet in het eten. Tijdens het wachten op betere tijden kwam uit het niets Visarend nummer zoveel van dit jaar vlak langs mijn neus gevlogen en als een spook loste de vogel in een paar seconden ook weer op in de grijze massa. Sjipuuuh, he! IJsvogeltje, vel blauw, blauw, grijs, donker grijs en weg was hij weer, het wachten op opklaringen kan dus best nog aardige dingen opleveren. Vast geklampt aan de woorden van de RTV noord weervrouw, de zunne komt der deur mensen, bleef ik op het germaal van de Onner staan en na verloop van tijd won de zon steeds meer terrein. De paarden en de Zeearend kwamen weer in beeld en na een uurtje kon zelfs de jas alweer uit. In de Westerbroekstermadepolder, gelegen naast de Onner, kreeg ik een andere grote bult bruine veren in het visier en met wat moeite was te zien dat het om Zeearend nummer twee ging. Na verloop van tijd kwam nr 2 los van de grond en vloog met een kleine omweg naar de andere vogel en ging er gezellig naast zitten. Het kijken en vergelijken kon beginnen en het verschil in grote was het eerste wat opviel, vrouwtjes Zeearend zijn groter dan mannetjes. Ook de kop snavel verhouding verschilde behoorlijk en wederom was het weer de 2e kj vogel die er met kop en schouders uitsprong. Na ruim een uur kijken kwam ik tot de conclusie dat de 2e kj vogel een vrouw moet zijn en de 4e kj een man. Nu wil ik niet op de feiten vooruit lopen maar menig paartje Zeearend komt al op jongere leeftijd bij elkaar en als er een gebied is in Groningen die volgens mij voldoet aan de eisen van een Zeearend dan is dat het Zuidlaardermeergebied wel. Ze moeten beide nog een paar jaar voor ze geslachtsrijp zijn maar gezien de toenadering die het mannetje bij het vrouwtje zoekt lijkt de eerste stap in de liefde gezet te zijn.


Visarend in de mist.  Onnerpolder         ( Osprey )

En dan weer terug naar de meeuwen van Termunterzijl. De najaarstrek is in volle gang en zo ook die van de meeuwen. De meeste geringde meeuwen die ik aflees in het haventje komen uit streken die ten noorden of noord oosten van Groningen liggen. Vogels die geringd zijn ten zuiden of zuid oosten had ik tot voor kort nog nooit gezien langs de Eems. Aan dat gemis kwam eindelijk een einde toen ik vorige week een Kokmeeuw uit Kroatië af kon lezen. Kokmeeuwen uit Kroatië worden zelden gezien in Groningen en net als bij de geringde Zwarte ooievaar is het nu nog even wachten op bericht van de ringer.


Zeearenden  Onnerpolder                                                                   ( White-tailed Eagels )

dinsdag 26 augustus 2014

Nr 6.


Het is alweer de zesde voor deze nazomer in het haventje van Termunterzijl en eindelijk is het eens een keer een behoorlijk vers jong. Ik zie wel vaker eerste jaars Pontische meeuwen in het haventje maar vaak is dat later in het jaar en de vogels hebben dan hun manteldekveren al deels geruid. Deze vogel is, op een paar kleine veertje na, nog helemaal in zijn juveniel kleed en Ponten in dat kleed zie ik niet vaak.


Pontische meeuw   Juveniel  Termunterzijl.                           ( Caspian Gull)

Na twee 2e kj vogels, een derde kj, een vierde kj en een adulte vogels nu dus weer eens een leerzame juveniele Pont op mijn kleine, maar steeds weer verassende, meeuwenstek aan de Eems.


Duif.


Zwarte ooievaar   Juveniel ( Wit F04R)  Nieuwolda                                   ( Black Stork)

Het is de laatste week opvallend druk in de lucht boven het Oldambt, de zwaluwen, kwikstaarten en andere zomergasten maken zich met schrede sprongen uit de voeten voor de naderende herfst en het lijkt alsof ze het met elkaar hebben afgesproken om deze week massaal het luchtruim te kiezen. In het bos is het stil geworden, de Scholekster achter ons huis heeft zijn zomerstek verruild voor de Waddenzee en de eerste honkvaste Zilvermeeuwen zijn na een zomer van afwezigheid weer teruggekeerd op hun winterstek. Het zijn allemaal 1+1= 3 voorbeelden maar stuk voor stuk een teken aan de wand dat er veel beweging is in vogelland. Onder de schedelpan van menig vogelaar is het jaargetijdenknopje alweer geruisloos omgezet naar de herfstmodus en dat betekend dat de zomergasten naar de achtergrond geschoven worden en plaats moeten maken voor spannende zangertjes uit Siberie en het op naam brengen van stipjes boven een kolkende Waddenzee, ik heb er zin in.


Boerenzwaluw  Juveniel  Hongerige wolf.                    ( Barn Swallow)


Zilvermeeuw  Oterdum. Na acht maanden afwezigheid weer terug op zijn winter stek.

Tussen al die vogels die weg trekken omdat ze moeten zitten altijd wel weer een paar dombo's waar het niet mee wil vlotten. Neem nou de postduif, alleen de naam al? alles gaat tegenwoordig toch via de mail?,deze vogels vliegen zich de tering om als eerste weer thuis te komen omdat zijn baasje dat leuk vind. Na een periode van herstel word de duif opnieuw in een mand gestopt en naar Spanje gereden om het kunstje nogmaals te flikken. Het laat zien dat de beest een ongelovelijke drang heeft om terug te keren naar zijn thuis maar echt opschieten doet het natuurlijk niet dat heen en weer geflapper. Ik begrijp best dat er wel eens duiven zijn die denken, dikke Tammo, laat de baas zelf het heen en weer maar krijgen, ik ga lekker aan de grond zitten om bij te tanken, dan maar geen eeuwige roem. Aan de grond zitten is 1 maar even lekker je kont op een waterbak op een kwelder parkeren is vragen om problemen. Als tamme vogel val je niet alleen op bij iemand die naar vogels kijkt maar je kunt ook rekenen op de aandacht van hen die jouw erg lekker vinden en waarvoor je een handige snack bent. Je kan dus maar beter je kop er bij houden wanneer mevrouw Slechtvalk om de hoek komt scheuren want je bent niet de eerste, en vast ook niet de laatste, Mailduif die zijn bezoek aan de Dollardkwelders niet navertellen kan. Als een duvel uit een doosje dook de Slechtvalk uit het niets op de duif maar deze wist op een wonderbaarlijke manier te ontsnappen aan de klauwen van de valk. Deze Duitse mailduif hier onder heeft zijn lesje nu dus wel geleerd, op de kwelders van oost Groningen word onoplettendheid of tam zijn genadeloos afgestraft en alleen de duiven die wel in goede conditie zijn hebben kans op overleven, al scheeld het soms een haartje.

 
                      Postduif  Dollard                             
 
Een vogel die minder te vrezen heeft tijdens zijn tussenstop is de Zwarte ooievaar. Ondanks het feit dat hij ook ringen draagt heeft hij niets te vrezen van Slechtvalken of Haviken wanneer hij de slootjes van het Oldambt afstruind naar voedsel. De zwooi is hard bezig om zijn stempelkaart van de Oldambtster zwooientocht vol te krijgen want de vogel deed naast de Breebaart polder ook nog de Reiderwolderpolder, de Johannes Kerkhoven polder, Dallingeweer, Termunterzijl, Woldendorp en Nieuwolda aan tijdens zijn zwerftocht. Het is nog steeds onduidelijk waar het beest vandaan komt en het lijkt er sterk op dat de ringer zijn mailadres niet meer werk of dat hij alleen via de postduif reageerd, shit, postduif.

 

woensdag 20 augustus 2014

Papa's trots.


Zwarte ooievaar  Reiderwolder polder                                   ( Black Stork)

Bent u van de schapen meneer? Het is een vraag die ik met enige regelmaat om mijn oren geslingerd krijg wanneer ik een rondje maak langs de zeedijk. Mijn antwoord op die vraag is altijd, gelukkig niet want aan de twee vrouwen thuis heb ik mijn handen al meer dan vol . Op een plek waar vele honderden schapen rond lopen wil het wel eens gebeuren dat een van de mekkerkoppen een ongelukje krijgt, zo rollen ze op hun rug, ze kruipen onder de rasters door, flikkeren in een sloot of gaan dood aan een ziekte of sterven omdat de natuur gewoon denkt dat het hun tijd is. Opvallend is dat de meeste "zielige" schaapjes langs de dijk gevonden worden door mensen die afkomstig zijn uit het westen van ons land, de eerste Groninger die voor mijn auto springt om een "noodgeval" te melden moet dus nog geboren worden. De Groningers die ik langs de dijk tegenkom komen vaak niet verder dan een realistische, tja, dizze mokt het nait laank meer, en verdwijnen zonder gemor weer van het toneel, wetende dat de eigenaar van de beesten twee keer per dag een rondje langs zijn dames maakt. Een van de paniekzaaiende westerlingen eiste deze zomer van mij dat ik een lam moest vangen die aan de ouderlijke macht ontsnapt was. Ik? een lam vangen? waarom!! Volgens mij heeft u net zoveel handen aan uw lichaam als ik dus ga lekker u goddelijke gang zou ik zo zeggen,toch?  Als dank voor mijn vastbeslotenheid kreeg ik van de vrouw te horen dat ik een harteloze man was die geen gevoel had voor de natuur, inderdaad mevrouw, van de natuur die "schaap op de dijk" heet snap ik geen snars. Ik probeer er altijd een humoristische draai aan te geven wanneer nummer zoveel van het jaar mij met een schapen probleem op wil zadelen, hoe het valt dat is dan maar weer afwachten. Een jonge vrouw zat afgelopen zomer op haar knieen naast een schaap waar niet veel lawaai meer in zat. Het beest was in de laatste minuten van zijn leven aangekomen maar dat leek bij de jongedame nog niet echt binnen te komen. Op de vraag wat nu te doen antwoorde ik, als jij nu eens begint met reanimeren? dan bel ik alvast een ambulance!! Na een kort stilte viel het kwartje bij de vrouw en niet veel later stonden we, ondanks het sterfgeval, blauw van het lachen naast een dood schaap. Schapen zijn net als mensen, ze worden geboren, ontsnappen wel eens aan het ouderlijk gezag en gaan gek genoeg ook ooit weer eens dood, hoe simpel kan het wezen.

 
Pontische meeuw  3e kj   Oterdum                                     ( Caspian Gull )

De vaste bezoekers van dit blog weten het inmiddels al wel, in augustus worden de Zwanen van Groningen geringd. Met een beetje geluk word dit jaar in de provincie de 20.000 Knobbelzwaan door de werkgroep voorzien van een ring en dat is een absolute mijlpaal. Al vanaf de jaren tachtig trekt de karavaan jaarlijks door de provincie en je moet als Knobbelzwaan van goede huize komen om niet in de handen van de ringploeg terecht te komen. Het mag u bekend zijn dat ik al heel wat jaren meedraai in "het vak" en dat er in al die jaren dat ik ring al heel veel zwanen door mijn handen gegleden zijn. Inmiddels heeft onze dochter dezelfde leeftijd bereikt als de leeftijd waarop ik begon met het ringen van zwanen. Het verschil is echter dat zei drie was toen ze voor het eerst meeging en ze heeft dus jaren de tijd gehad om de fijne kneepjes van haar leermeester af te kijken, iets wat haar overigens aardig gelukt is. Toen ze klein was hielp ze haar vader met hand en span diensten en vanaf haar 11e levensjaar begon ze zelfstandig jonge zwanen te vangen. Dit jaar is ze weer een tree hoger in de vangersladder gestegen door zonder hulp een volwassen vogel te vangen. De oude garde vond het de hoogste tijd voor deze stap en toen we een mooie grote familie vonden, die ook nog eens op een plek zat waar de omstandigheden voor haar optiemaal waren, werd unaniem besloten dat de hele familie, inclusief de adulte vogels, allemaal door haar gevangen moesten worden. Zonder aarzeling pakte ze een vangstok en met een paar kleine aanwijzingen van de overige teamleden ging ze aan de slag. Het was een klusje van een poep en een scheet en na een paar keer knipperen met de ogen lag de hele familie op de kant. Trots als een Pauw, en met een smile van oor tot oor, moest dit heugelijk moment natuurlijk met het thuisfront gedeeld worden. Je raad nooit wat ik geflikt heb mam!! ik heb een adult gevangen! De andere kant van de lijn kon er de humor wel van inzien maar was nauwelijks verbaast, haar dochter komt wel vaker thuis met de mededeling dat ze een Zwartkopmeeuw, een Lepelaar, Pimpelmees of IJsvogel een in haar handen heeft gehad dus dit kon er ook nog wel bij. Nu moet u niet denken dat ik in tranen uitbarst wanneer onze dochter haar handen uit de mouwen steekt maar gepaste trots lijkt mij in deze wel op zijn plaats, goed gedaan meid.


Elisa met haar eerste zelf gevangen adulte Knobbelzwaan.


Is het nu herfst of is de nazomer zo nat? Een oude Oldamster spreekwoord geeft misschien wel het antwoord op deze vraag, het de boer het waait aan de kaant den komt de haarst ient laand, of beter gezegt, veel akkers zijn alweer zwart en voor veel Oldambtsters is dat het teken dat de zomer zijn langste tijd gehad heeft. Dit jaar was de oogst vroeg dus de omslag van het weer past daar voor mijn gevoel prima bij, het mag wel weer. In de laatste weken werden opvallend veel Zwarte ooievaars waargenomen in het Oldambt en tot nu toe zijn er 15 vogels gezien. Het is lang geleden dat we zo'n goed jaar hebben gehad en mijn teller staat voor dit najaar inmiddels op 5 vogels. Op een na vlogen alle Zwooien over en de vogel die wel aan de grond zat blijkt ook nog eens een intressant geval te zijn want het beest draagt een kleurring. Waar de Zwooi vandaan komt is nog niet bekend maar er word aan gewerkt, even afwachten dus. Net als in de voorgaande jaren heb ik ook dit jaar weer enkele Breedbestrandlopers gezien in de Breebaart polder. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik er nauwelijks nog bewust naar opzoek ben, na 150 + Breedbekken gaat het hartje er nauwelijks nog sneller van kloppen, verwend kreng dat ik ben. Waar ik nog wel warm van word zijn een Buidelmees, het blijft een goede soort in den oost, en een al lang voorspelde Porselijnhoen die aanwezig waren in de Breebaart polder.

 
Een kinderhand is gauw gevuld.