woensdag 25 september 2013

Oog, de heerlijke eenzaamheid.



Het lijkt gesneden koek te worden die reisjes naar de Groninger Waddeneilanden maar bij een bezoek aan Rottumeroog is er altijd die ene vraag die aan boord onder de vogeltellers veel gesteld word, wat zal er nog van het eiland over zijn? Sinds mijn vorig bezoek aan het eiland Rottumeroog is er alweer een behoorlijk stuk van het eiland in zee verdwenen en de grote genade klap voor het eiland lijkt steeds een stukje dichter bij te komen. Het is een proces die onomkeerbaar lijkt te zijn en vaak vraag ik mij af, als ik over het eiland loop, hoelang we nog kunnen genieten van dit heerlijke paradijsje midden in de Waddenzee. Net als anders vertrokken we ook deze keer vrijdags om 8 uur stipt vanuit de Eemshaven met de Harder richting de beide Rottum's. Aan boord zat deze keer een zeer gemengd gezelschap van Rottumgangers die varieerde van mensen die voor de eerste keer naar Rottum toe gingen, een vaste groep vogeltellers van de eilanden en een vrouw ( Wiepke Toxopeus) die een groot deel van haar leven op Oog heeft gewoond. De contrasten kunnen haast niet groter zijn zou ik haast zeggen, de ene gaat naar het grote onbekende terwijl de andere beetje bij beetje afscheid moet nemen van iets wat diep in haar aderen stroomt en langzaam in zee verdwijnt, bizar. Wiepke heeft een tijdje op "haar" Rottum rond gelopen en is na een paar uurtjes weer met de Zodiak opgepikt door de bemanning van de Harder voor de reis terug naar de Eemshaven. Als je op maandag dan ook nog eens Egbert Bakker (geweldige kerel) tegen het lijf loopt op een van de immense uitgestrekte zandplaten van de Waddenzee dan mag je wel stellen dat je in een weekend bijna de hele oude garde van de Rottum,s hebt ontmoet, ik hou wel van die gesprekken met dit soort lopende monumenten.    


Een goed gesprek met de eiland voogd Egbert Bakker.

De verwachting is altijd hoog gespannen wanneer we naar Oog vertrekken en de denkbeeldige soortenlijstjes worden meerdere keren doorgenomen door de Rottumgangers. Deze keer bleven van alle verwachtingen niet veel over want tijdens dit weekend strookte de theorie niet helemaal met de praktijk. Gezien de tijd van het jaar zou je bakken met doortrekkende zangvogels verwachten maar in de nacht van vrijdag op zaterdag hadden de als schaars aanwezige zangers, waar onder een Sperwergrasmus !!, het eiland allemaal verlaten. Gek genoeg was er na vrijdag geen aanvoer meer van nieuwe zangers dus de drie nog aanwezige struikjes die Rottumeroog nog rijk is bleven voor de rest van het weekend angstaanjagend leeg. We moesten onze tijd, buiten de wadvogeltelling om, min of meer noodgedwongen vullen met zaken waar we tijdens eerdere bezoeken aan het eiland minder aandacht aan hadden besteed. Zonder tegensputteren schakelden we moeiteloos over op paddenstoelen, met oa het zeldzame Zandtulpje, Insecten en Planten, iets waar we overigens totaal geen verstand van hebben want ze hebben immers geen snavels en vleugels van veren!! Maar ach wat maakt het ook uit, tijdens dit soort momenten kan ik ook intens genieten van een duinpan vol met Duinviooltjes en Duinteunisbloemen, al was het alleen al omdat ze zeldzaam zijn in Nederland. Een soort waar ik al voor het vertrek naar Oog mijn zinnen op had gezet was de Heivlinder. Deze soort zie ik alleen maar op Rottumeroog maar telkens blijkt het weer een lastige klus om deze vlinder te vinden. Met wat geduld lukte het om 3 Heivlinders te vinden en deze targed soort kon dus ook weer aan de Dagvlinderjaarlijst 2013 voor Groningen worden toegevoegd.


Heivlinder                 ( Grayling)


Voor het eerst werd ik tijdens een verblijf op Rottumeroog geconfronteerd met een ander fenomeen die ik nog nooit eerder had meegemaakt, de excursies naar Oog. We werden maar liefst op twee dagen achter elkaar getrakteerd op een groep mensen die "ons" eiland wel eens van dichterbij wilden bekijken. Aangezien we toch wat tijd over hadden zo links en rechts wilden we onze gasten, waar nodig, wel voorzien van antwoorden op de talloze, soms vreemde, vragen. Voor enkele kreupelen bleek de tocht over het wad iets te hoog gegrepen en deze mensen werden liefdevol verzorgt en voorzien van een sterke bak verse Waddenkoffie in de enige woningen die het eiland rijk is. Het leukste moment van zo'n invasie blijft toch wel het moment van vertrek van de hele kudde, inclusief de manken en kreupele excursiegangers natuurlijk want niemand blijft achter op het eiland. Als steeds kleiner wordende stipjes op het wad verlaten onze "gasten" via de Waddenzee kant het eiland ons in totale eenzaamheid achter latend, iets waar wij trouwens beide keren totaal geen moeite mee hebben gehad.  

 

Drieteenstrandloper                                                    ( Sanderling )

Net als aan alles komt ook, of je het nou leuk vind of niet, aan het eenzaam bestaan op een Groninger Waddeneiland een einde. Wanneer op maandag de Harder weer onder het eiland ligt neem ik afscheid van Oog en hoop dat het eiland de komende winter niet te veel op zijn kloten krijgt van de Noordzee. Zoals gezegd, het had qua vogels weinig over tijdens dit bezoek aan Oog maar toch wisten we nog enkele Kleine en Middelste jagers, 4 IJsgorzen, 3 Strandplevieren, 1 Roodhalsfuut, 1 Grauwe pijlstormvogel, 1 Sperwergrasmus, 1 Smelleken, 1 Sneeuwgors en 9 Jan van Genten op onze lijst te proppen, de volgende keer beter zal ik maar zeggen. Toch nog bedankt Oog voor een geweldig en gezellig weekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten