vrijdag 30 mei 2014

Rottumeroog in de zon.


In de afgelopen dagen was het weer niet om over naar huis te schrijven. Hevige buien trokken over het land en ik zag mijn voorjaarsbezoek aan Rottumeroog al in het denkbeeldige water vallen. Soms gaan dingen toch nog onverwachts anders dan verwacht want vrijdagmorgen was van alle onstuimigheid in de atmosfeer geen spaander meer over. Bij ons vertrek uit de Eemshaven was de Waddenzee vrijdag zo glad als een spiegel en de wind van de afgelopen dagen was ver te zoeken, heerlijk weer om te varen dus. Met een lekker zonnetje op m'n kale bolletje en een kop koffie in de hand was de oversteek naar de eilanden ronduit relaxt te noemen. In het najaar kan de tocht nog wel eens een lekkere zeesoort opleveren maar daar hoef je je in het einde van de maand mei nauwelijks zorgen over te maken want in je achterhoofd weet je al dat je niet veel verder gaat komen dan wat jagende Visdiefjes en een verdwaalde Zeehond. Het was, zoals verwacht rustig op Rottumeroog en het straatbeeld werd over het algemeen bepaald door Eiders en grote aantallen Meeuwen die ons, en een huiler op het strand, nauwlettend in de gaten hielden. Bij elke beweging van onze zijde richting de kolonie doken de Meeuwen naar beneden om ons uit de buurt te houden, iets wat hun aardig lukte overigens. Naast het tellen van de broedvogels deden we ook nog een poging om de hoogwatervluchtplaatsen te tellen maar dat was door de luchttrilling boven het wad nagenoeg onmogelijk. Buiten dat om was het weer een heerlijke dag op Rottumeroog en met een plak brood in de hand en met onze kont in het zand, van een duin, realiseerden we het ons nog maar weer eens een keer, wat zijn wij een stelletje ongelooflijke mazzelprikken.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten