Rottumeroog A very small island in the Dutch Waddensee.
Maart, het is zo'n maand waarin we de lente in de kop hebben maar toch nog even moeten wachten op wat komen gaat. We willen wel maar eigenlijk is het nog een beetje modderen tussen twee jaargetijden in. De eerste zomergasten mogen dan al wel weer terug gekeerd zijn uit warmere oorden maar 1 Grutto maakt zeker nog geen lente maar zorgt er wel voor dat je een ander gevoel in je donder krijgt.
Elk jaar betrap ik me er zelf op dat ik te snel denk dat het allemaal alweer los gaat en telkens moet ik tegen me zelf zeggen dat het nog maar maart is en dat de rem er nog wat op zit. Dat de rem er nog op zit werd vorige week wel duidelijk tijdens een bezoek aan het eiland Rottumeroog. De maart editie van de hoogwatertelling was een van de rustigste tellingen die ik ooit op het eiland had en de aantallen vielen lichtelijk tegen. Het was echt een telling die duidelijk tussen twee seizoenen in lag en meer dan dat was het ook niet. Toch blijft het altijd geweldig om op het eiland rond te struinen en bij gebrek aan vogels, en een zonsverduistering, zijn er altijd nog de collega tellers die gerant staan voor een leuke dag en dat was het dan ook. Vaak laat ik u wel weten welke leuke soorten we gezien hebben op het kleine eiland maar deze keer moet u, en wij dus ook, het doen met een grote groep Merels, wat Slechtvalken, een Sneeuwgors en een in Engeland geringde Zilvermeeuw, en die laatste was dan ook direct de leukste vogel van de dag want ik lees vrijwel nooit in Engeland geringde vogels af.
Ennemaborg Midwolda.
Zoals gezegd, we hangen tussen wal en schip in en de Steenarend van Onstwedde, tjonge jonge wat een harde soort, zou een welkome afwisseling zijn geweest voor de Groningse vogelaars, zij het niet dat de ontdekker verzuimde om de vogel direct te melden waardoor veel mensen naast de pot piesten en drie uur na de waarneming met een verkleumd lichaam en een mond vol verwensingen langs de zijlijn stonden. Na het missen van de Wolf, een soort waar we het volgens mij, gezien de debiele manier hoe we er mee omgaan, nog lang niet aan toe hebben in Nederland, was dit dus de tweede knaller in korte tijd binnen de provincie grenzen die aan onze neus voorbij ging, zuur. We moeten het voorlopig dus nog even met wat Pestvogels, Zeearenden, Roodhalsganzen, en een nog steeds aanwezig zijnde Grijze junco doen die worden afgewisseld door IJsvogels, Groene spechten en een zeer smakelijke Bosuil. Net zo leuk als de genoemde soorten, of eerder nog leuker, was de vondst van een Steenuil op een geheel nieuwe locatie in het Oldambt. In tegenstelling tot de Bosuil, die met de jaren algemener lijkt te worden in het Oldambt, is de Steenuil een zeldzame soort geworden in de regio. De kleine uiltjes zijn tegenwoordig zeldzamer dan een Breedbekstrandlopers of een Zeearend en de vondst van een nieuwe vogel geeft weer een klein beetje hoop voor de toekomst.
Pestvogel Veendam ( Bohemian Waxwing )
En dan hebben we nog de weigersoorten, u weet wel, de rand gevallen die je bar weinig zeggen maar die je eigenlijk wel moet doen maar waar je zo weinig mogelijk tijd in wil stoppen. Ik heb het jarenlang voor elkaar gekregen om ze te ontwijken maar ik biecht u nu op dat ik een weigersoort van mijn weigerlijst aan mijn NL lijst heb toegevoegd. U vraagt zich nu natuurlijk af welke soort dat ik altijd geweigerd heb om "te doen" maar u zal vast vol begrip zijn als ik nu zeg dat het om de Buffelkopeend gaat. Het was meer een "nu we er toch zijn" actie dan een bewuste keuze om er voor te gaan rijden en het bloed blijft toch nog steeds kruipen waar het niet gaan kan. +1 dus voor de NL lijst, maar wel met een soort waar ik in elk geval niet een seconde een strakke van krijg.
Nonnetje. Man en vrouw Oldambt. ( Smew )
Geen opmerkingen:
Een reactie posten